126
Klimaatregeling
Menu Klimaatinstellingen
(MENU-knop)
Instellingen voor
● luchtverdeling l, M, K
● ventilatorsnelheid Z
● temperatuur voor bestuurders-
en passagierszijde 19°/21°
● temperatuursynchronisatie met
twee zones MONO
● airconditioning ON/OFF
● automatische modus AUTO
is handmatig te activeren in het menu
Klimaatinstelling. Druk op MENU om
naar het menu te gaan en volg de
tiptoetsen.
Het menu Klimaatinstelling is ook
weer te geven
● door Klimaat te selecteren op het
7" Colour-Info-Display of
● door Í in te drukken en vervol‐
gens Klimaat te kiezen in het
menu op het 8" Colour-Info-
Display.
Automatische modus AUTO
Basisinstelling voor automatische
regeling met maximaal comfort:
● Druk op AUTO om de aircondi‐
tioning automatisch in te schake‐
len.
● Open alle luchtroosters voor opti‐
male luchtverdeling in de auto‐
matische modus.
● Stel de voorkeurstemperaturen
voor de bestuurders- en passa‐
gierszijde voorin afzonderlijk in
met de linker en rechter draai‐
knop. De aanbevolen tempera‐
tuur is 22 °C. De temperatuur
verschijnt op schermpjes naast
de draaiknoppen en in het menu
Klimaatinstellingen.
● De luchtrecirculatiemodus 4
moet gedeactiveerd zijn. Na het
deactiveren brandt het ledje in de
toets niet.
Handmatige instellingen
U kunt de instellingen van de klimaat‐
regeling aanpassen door de volgende
functies te activeren: