122
Klimaatregeling
Ruiten ontwasemen en
ontdooien á
● Druk op á: de luchtverdeling
wordt in de richting van de voor‐
ruit geleid.
● Draaiknop voor temperatuur
£ in hoogste stand zetten.
● Aanjagersnelheid Z op hoogste
stand zetten.
● Verwarming achterruit b inscha‐
kelen.
● Zijdelingse luchtroosters openen
naar wens en op de zijruiten rich‐
ten.
Achterruit- en
buitenspiegelverwarming b
3 39
Stoelverwarming ß
3 46.
Airconditioning
De afbeelding toont functies die voor
uw specifieke auto mogelijk niet
beschikbaar zijn.
Bedieningsorganen voor:
● temperatuur £
● luchtverdeling l, M en K
● ventilatorsnelheid Z
● ontwasemen en ontdooien à
● airconditioning A/C
● luchtrecirculatie 4
● achterruit- en buitenspiegelver‐
warming b
● voorruitverwarming ,
● stoelverwarming ß
Sommige wijzigingen van instellingen
worden kort aangegeven op het Info-
Display. Geactiveerde functies
worden aangegeven door het ledje in
de desbetreffende toets.