Open de ruiten korte tijd zodat de
warme lucht snel kan ontsnappen.
● Schakel de airconditioning A/C
in.
● Druk op 4 om de luchtrecircu‐
latie aan te zetten.
● Druk op M voor luchtverdeling.
● Zet de draaiknop voor de tempe‐
ratuur £ in de laagste stand.
● Zet de ventilatorsnelheid Z in de
hoogste stand.
● Open alle luchtroosters.
Achterruit-, voorruit- en
buitenspiegelverwarming b
3 39
Stoelverwarming ß
3 46.
Elektronisch
klimaatregelsysteem
Dankzij de twee zones van de
klimaatregeling kunt u de tempera‐
tuur aan de bestuurders- en passa‐
gierszijde voorin afzonderlijk regelen.
In de automatische modus worden
temperatuur, ventilatorsnelheid en
luchtverdeling automatisch geregeld.
De afbeelding toont functies die voor
uw specifieke auto mogelijk niet
beschikbaar zijn.
Bedieningsorganen voor:
● temperatuur bestuurderszijde
£
● met MENU gaat u naar het menu
Klimaatinstelling op het Info-
Display
● ventilatorsnelheid Z
● automatische modus AUTO
Klimaatregeling
● temperatuur passagierszijde
voorin £
● koeling A/C
● handmatig bediende luchtrecir‐
culatie 4
● ontwasemen en ontdooien à
● achterruit- en buitenspiegelver‐
warming b
● voorruitverwarming ,
● stoelverwarming ß
Het ledje in de desbetreffende knop
geeft de geactiveerde functie aan.
De elektronische klimaatregeling
(ECC) werkt alleen optimaal bij een
draaiende motor.
125