Klimaatregeling
Onderhoud ................................. 132
Service .................................... 132
Klimaatregelsystemen
Verwarmings- en
ventilatiesysteem
Bedieningsorganen voor:
● temperatuur £
● luchtverdeling l, M en K
● luchtopbrengst Z
● ontwasemen en ontdooien à
● achterruit- en buitenspiegelver-
warming b
● stoelverwarming ß
Klimaatregeling
Temperatuur £
Temperatuur aanpassen door £ op
de gewenste temperatuur te draaien.
rode zone
: warmer
blauwe zone : kouder
De verwarming werkt pas optimaal
als de motor de normale bedrijfstem-
peratuur heeft bereikt.
Luchtverdeling l M K
Indrukken:
Luchtopbrengst Z
Luchtopbrengst instellen door Z op
de gewenste snelheid te draaien.
naar rechts
: versnellen
naar links
: vertragen
121