De ingestelde snelheid verschijnt op
het Driver Information Center.
Snelheid van
verkeersbordherkenning overnemen
De intelligente snelheidsadaptatie
informeert u wanneer de verkeers‐
bordherkenning een snelheidslimiet
heeft gedetecteerd. Bij een actieve
cruisecontrol verschijnt de gedetec‐
teerde snelheidslimiet op het Driver
Information Center en licht "MEM" op.
Druk op MEM op het stuurwiel om de
voorgestelde snelheid op te slaan.
Druk op MEM op het stuurwiel om de
nieuwe snelheidsinstelling te bevesti‐
gen en op te slaan.
Deze snelheid geldt als de nieuwe
waarde voor de cruisecontrol.
Deze functie is te deactiveren of acti‐
veren in het menu Persoonlijke instel‐
lingen, 3 104.
Ingestelde snelheid overschrijden
Het is mogelijk te versnellen door gas
te geven. Na het loslaten van het
gaspedaal wordt de opgeslagen snel‐
heid hervat.
Rijden en bediening
Uitschakelen
Druk op Ñ: de cruisecontrol staat in
de pauzemodus, Pause verschijnt. U
rijdt in de auto zonder cruisecontrol.
De cruisecontrol wordt gedeacti‐
veerd, maar niet uitgeschakeld. De
laatst opgeslagen snelheid blijft in het
geheugen om deze later te kunnen
hervatten.
De cruisecontrol wordt automatisch
gedeactiveerd in de volgende geval‐
len:
● U trapt op het rempedaal.
● U trapt op het koppelingspedaal.
● De rijsnelheid is lager dan
40 km/u.
● Het Traction Control of de elek‐
tronische stabiliteitsregeling is
actief.
● De keuzehendel staat in de stand
N.
Opgeslagen snelheid hervatten
Druk de wipschakelaar op RES/+ of
Ñ bij een snelheid van meer dan
40 km/u indrukken. De opgeslagen
snelheid wordt hervat.
155