Oorzaak
5. De in- en afstelling van de
regelaar van de warmtepomp
zijn niet aangepast aan de eisen/
wensen van de klant.
6. Het interval voor doorver-
warming is gewijzigd in een
waarde die lager ligt dan de fab-
rieksinstelling. Hierdoor schakelt
de warmtepomp vaker over op
doorverwarming dan de bedo-
eling is.
7. De warmtepomp is gestopt bij
HOOG RETOUR.
8. De compressor loopt achteruit.
De binnenkomende fasen heb-
ben een onjuiste volgorde (geldt
alleen voor warmtepompen met
3 fasen). Als de compressor ach-
teruit loopt, kan het koudemid-
del niet gecomprimeerd worden
en wordt daardoor niet het juiste
vermogen geleverd, zodat de
regelaar om bijverwarming ver-
zoekt.
9. De compressor is stopgezet
door de bedrijfspressostaat of de
sensor van de drukleiding.
64 – Service
Problemen oplossen
Controleer de instellingen voor KAMER,
STOOKLIJN en MIN.
Controleer het aangegeven interval voor
doorverwarming in de regelaar. Zie hier-
voor de instructies voor het betreffende
model.
• Controleer de instelling van de waarde
MAX RETOUR in de regelaar van de warm-
tepomp. Deze moet worden aangepast aan
de maximale aanvoertemperatuur van de
unit en de deltatemperatuur van het sys-
teem, zodat hij niet bij een te hoge retour-
temperatuur uitschakelt als de hoogste
aanvoertemperatuur wordt doorgegeven.
• Controleer wat de sensor van de retour-
leiding aangeeft. Is dat een aannemelijke/
feitelijke waarde? Lees als dat niet het
geval is de weerstand van de sensoren af
en vergelijk deze met de weerstandstabel
in het hoofdstuk Meetpunten.
• Als de tekst FOUT FASESEQ. op de dis-
play wordt weergegeven wanneer de
warmtepomp stroom krijgt (wordt alleen
de eerste 10 minuten weergegeven),
betekent dit dat de fasen een onjuiste
volgorde hebben.
• Wanneer de compressor draait, controle-
ert u de temperatuur van de drukleiding
door aan de drukleiding te voelen. Als de
fasen in de juiste volgorde zitten, moet
deze heet zijn (niet gewoon warm), zelfs
op enige afstand van de compressor.
• Als de compressor werkt met de fasen
in een onjuiste volgorde, kan een raar
geluid hoorbaar zijn (hard, ratelend) als
de compressor achteruit loopt.
Controleer of er linksonder op de display
een vierkantje wordt weergegeven. Als
dat het geval is, is de bedrijfspressostaat
open of activeert de sensor van de
drukleiding een alarm vanwege een te
hoge temperatuur.
• De bedrijfspressostaat is het makkelijkst
te controleren met een zoemer om te
kijken of deze is aangesloten.
• De sensorwaarde voor de drukleiding
wordt op de regelaar afgelezen in het
menu WARMTEPOMP. Is dit een aan-
nemelijke/feitelijke waarde? Lees als dat
niet het geval is de weerstand van de
sensor af en vergelijk deze met de weer-
standstabel in de installatiehandleiding.
• De compressor is stopgezet door de
sensor van de drukleiding en u hebt vast-
gesteld dat deze de juiste temperatuur
aangeeft. Dit kan worden veroorzaakt
door een lek in het koudemiddelcircuit.
VMBMH210
Actie
Stel de onjuiste waarden bij in de
regelaar van de warmtepomp.
KAMER = Gewenste binnentemperatuur.
STOOKLIJN = Moet zo worden ingesteld
dat de gewenste binnentemperatuur
(KAMER) wordt aangehouden ongeacht
de buitentemperatuur.
MIN = Laagste instelwaarde op de aan-
voerleiding ongeacht de buitentempe-
ratuur.
Als er een korter interval tussen de
doorverwarmingen zit, is dat de reden
waarom de unit meer stroom verbruikt
dan berekend. Het hoeft echter niet te
betekenen dat het interval moet worden
vergroot, omdat het interval kan zijn
veranderd met een bepaalde reden.
Als de waarde MAX RETOUR niet op het
systeem is afgestemd volgens het venster
Problemen oplossen, past u deze aan.
Als de sensor defect is, vervangt u deze.
Als de fasen niet de juiste volgorde heb-
ben, moeten twee binnenkomende fasen
bij de hoofdklemmenstrook worden
omgeschakeld. Opnieuw controleren vol-
gens het venster Problemen oplossen.
Als de bedrijfspressostaat vastzit in de
open stand, tikt u voorzichtig op de
bovenkant van de pressostaat. Als dat
niet helpt of als de pressostaat herhaal-
delijk in de open stand blijft vastzitten,
vervangt u de pressostaat.
Als de sensor van de drukleiding defect
is, vervangt u deze.
Als de temperatuur van de drukleiding
zo hoog wordt dat de compressor stopt,
voert u eerst een lekdetectie uit voor
de unit. Als er een lek wordt gevonden,
repareert u het lek. Als er geen lek wordt
gevonden, kunt u de unit aftappen en
weer vullen om vervolgens de warmte-
pomp opnieuw te starten en te kijken
wat de temperatuur van de drukleiding
is. Als het probleem aanhoudt, vervangt
u de compressor.