13.1.1
Submenu INFORMATIE -> BEDRIJF
Wordt gebruikt om de bedrijfsmodus te selecteren.
Menukeuze
(UIT)
AUTO
WP
BIJVERW.
WARMWATER
MANUEEL TEST
13.1.2
Submenu INFORMATIE -> WARMSTOOKLIJN
Wordt gebruikt om de instellingen voor de stooklijn te wijzigen.
Menukeuze
STOOKLIJN
MIN
MAX
STOOKLIJN 5
STOOKLIJN 0
STOOKLIJN -5
WARMTESTOP
DALING
KAMERFACTOR
ZWEMBAD
(Uitbreidingskaart)
Betekenis
De installatie is uitgeschakeld. Deze modus wordt ook gebruikt om
bepaalde alarmmeldingen te bevestigen.
ANNULEREN = startpunt, geen veranderingen doorgevoerd.
Om UIT te selecteren als bedrijfsmodus, drukt u één keer op het minte-
ken om één stap omlaag te gaan en drukt u één keer op de rechterpijl.
Automatische bediening met zowel warmtepomp als bijverwarming
is toegestaan. Als het aantal vermogensstappen voor de bijverwar-
ming op nul worden ingesteld (SERVICE -> BIJVERW. -> MAX STAP),
kunnen alleen AUTO of UIT worden geselecteerd in de bedrijfsmodus.
Bediening met alleen warmtepomp toegestaan.
D B
BB
LET OP! Geen doorverwarming (anti-legionellafunc-
tie) met alleen warmtepomp.
Bediening met alleen bijverwarming toegestaan.
Bediening met warmtepomp voor tapwaterproductie en bijverwar-
ming tijdens doorverwarming (anti-legionellafunctie).
Wordt uitsluitend weergegeven wanneer de waarde voor MANUEEL
TEST is ingesteld op 2 in het menu SERVICE. Handmatige regeling van
uitgangen.
Betekenis
Berekende aanvoertemperatuur bij buitentemperatuur van 0°C. Wordt
weergegeven als een grafiek waarin ook de MIN-waarde en MAX-
waarde worden getoond.
Minimale toegestane aanvoertemperatuur, als de temperatuur voor
WARMTESTOP is bereikt en de warmtepomp is gestopt.
Maximale toegestane aanvoertemperatuur.
Plaatselijke stijging of daling van de STOOKLIJN bij een buitentempe-
ratuur van +5°C. Wordt in de grafiek voor STOOKLIJN weergegeven.
Plaatselijke stijging of daling van de STOOKLIJN bij een buitentempe-
ratuur van 0°C. Wordt in de grafiek voor STOOKLIJN weergegeven.
Plaatselijke stijging of daling van de STOOKLIJN bij een buitentempe-
ratuur van -5°C. Wordt in de grafiek voor STOOKLIJN weergegeven.
Maximale buitentemperatuur waarbij warmteproductie is toegestaan.
Als WARMTESTOP-functie van toepassing is, moet de buitentempera-
tuur 3°C zakken voordat de WARMTESTOP-functie stopt.
Verschijnt alleen als de functie voor kostenbeheersing is geactiveerd.
Verlaging van de ingestelde kamertemperatuur. Actief bij 10 kohm-
verbinding bij EVU-ingang.
Wordt alleen weergegeven als de optionele kamertemperatuursensor
is geïnstalleerd.
Bepaalt hoe groot de invloed van de kamertemperatuur is bij het bere-
kenen van de aanvoertemperatuur. Voor vloerverwarming raden wij een
instelling tussen 1-3 aan en voor radiatorverwarming tussen 2-4.
Verschijnt alleen als ZWEMBAD is gekozen. De temperatuur in het
zwembad wordt geregeld door een aparte sensor die losstaat van het
verwarmings- en tapwatersysteem.
VMBMH210
Fabrieksinstelling
-
-
-
-
-
-
Fabrieksinstelling
40°C
(tijdens vloerverwarming
30°C)
(interval: 22°C / 56°C)
10°C
(interval: 10°C / 50°C)
55°C
(tijdens vloerverwarming
45°C)
(interval: 40°C / 85°C)
0°C (interval: -5°C / 5°C)
0°C (interval: -5°C / 5°C)
0°C (interval: -5°C / 5°C)
17°C
(interval:
, 0 °C/40°C)
2°C (interval: 1°C / 10°C)
2 (interval: 0 / 4)
(0 = geen invloed,
4 = grote invloed)
20°C
(interval:
, 5°C/40°C)
Service – 33