Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Terugplaatsen Van Panelen; Opstarten En In Bedrijf Stellen; Circulatiepompen Handmatig Starten; Het Verwarmingssysteem Aanpassen - Danfoss DGP-AX Installatie- En Servicehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Volg voor het uitvoeren van een kalibratie de ondersta-
ande instructies.
1.
Maak eventueel isolatiemateriaal bij de te kalibreren
sensor los en verwijder dit.
2.
Sluit een thermometer aan bij de sensor.
3.
Registreer de actuele temperatuur.
4.
Open het menu INFORMATIE door één keer op de
linker- of rechterknop te drukken.
5.
Open het menu TEMPERATUUR.
6.
Registreer de gemeten temperatuur van de sensor.
7.
Vergelijk de daadwerkelijke en de gemeten tempera-
turen. Als er een verschil is, moet de sensor als volgt
worden gekalibreerd.
8.
Open het menu SERVICE door
edrukt te houden.
9.
Open het menu INSTALLATIE –> KALIBR. SENSOR.
10. Selecteer de betreffende sensor.
11. Verander de waarde op basis van het verschil.
8.3.8
Testen beëindigen
1.
Stel de waarde voor MANUEEL TEST in op 0.
8.4

Terugplaatsen van panelen

Nadat controles en tests zijn uitgevoerd, moeten de kap-
pen weer op de warmtepomp worden geplaatst.
9

Opstarten en in bedrijf stellen

9.1

Circulatiepompen handmatig starten

Als een van de circulatiepompen niet start, probeert u het
volgende:
Afbeelding 13: Locatie van de ontluchtingsschroef.
1.
Draai de ontluchtingsschroef aan de voorzijde van
de pomp los en verwijder deze. Zorg ervoor dat u
het water opvangt dat eruit loopt wanneer de sch-
roef wordt verwijderd.
2.
Plaats een platte schroevendraaier in de opening en
draai deze in de draairichting van de pomp (rechtsom).
3.
Plaats de ontluchtingsschroef en de rubberafdich-
ting terug.
9.2

Het verwarmingssysteem aanpassen

Pas de instellingen voor de warmtepomp aan voor het
betreffende verwarmingssysteem, bijvoorbeeld vloerver-
warming of radiatorsysteem. De deltatemperatuur moet
7-10°C warmer dan de warmtepomp zijn. Als de deltatem-
peratuur niet wordt bereikt, moet de flow van de circula-
tiepomp wellicht worden aangepast, afhankelijk van het
betreffende verwarmingssysteem.
BB E B
R aadpleeg voor verdere informatie over
het regelsysteem van de warmtepomp 12
Bedieningspaneel.
18 – Installation
9.2.1
1.
2.
9.2.2
vijf seconden ing-
1.
2.
9.2.3
Tijdens het transport en de installatie kan de warmte-
pomp worden beschadigd, onderdelen kunnen verschui-
ven of verbuigen. Dit kan geluidsoverlast veroorzaken.
Controleer de warmtepomp daarom na de installatie en
voordat deze in gebruik wordt genomen, om er zeker van
te zijn dat alles in orde is. Laat de warmtepomp draaien
in zowel de verwarmings- als de warmwatermodus om
te controleren of de pomp geen geluidsoverlast geeft.
Controleer terwijl u dit doet of er geen abnormaal geluid
te horen is in andere delen van het huis.
Als de ventilator draait, zal de warmtepomp lawaai produ-
ceren; onthoud dit wanneer u de unit plaatst, om de over-
last in uw eigen huis en voor uw buren te beperken.
9.2.4
Stel de warmtepomp in op de gewenste bedrijfsmodus
in het menu INFORMATIE -> BEDRIJF. Indien nodig kunt u
bepaalde parameters in het regelsysteem instellen, zoals
KAMER en STOOKLIJN.
9.3
VMBMH210
Warmwater
D B
BB
LET OP! Als er een externe boiler geïnstalleerd
moet worden, moet deze worden geactiveerd in
het menu SERVICE. Zie de instructies hieronder:
Open het menu SERVICE door
edrukt te houden.
Stel in het menu WARMWATER–> START de waarde
in op 40.
Bijverwarming
D B
BB
LET OP! Als er een bijverwarming geïnstalleerd
moet worden, moet deze worden geactiveerd in
het menu SERVICE. Zie de instructies hieronder:
Open het menu SERVICE door
edrukt te houden.
Stel in het menu BIJVERW. –> MAX STAP de waarde
in op 1.
Geluidscontrole
Bedrijfsmodus selecteren
BB E B
R aadpleeg voor verdere informatie over
het regelsysteem van de warmtepomp
12 Bedieningspaneel.

Na het opstarten

BB E B
H oud er rekening mee dat het enige tijd duurt
voordat de warmtepomp een koud huis heeft
verwarmd. U kunt het beste enig geduld
betrachten en de waarden NIET hoger instellen
of veranderen met het regelsysteem om het ver-
warmen sneller te laten verlopen.
D B
BB
LET OP! Indien er een alarm in combinatie met
de installatie aanwezig is, betekent dit door-
gaans dat er lucht in het systeem zit. Zie ook 15
Problemen oplossen in de servicehandleiding
voor meer informatie.
vijf seconden ing-
vijf seconden ing-

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave