Inhoudsopgave
Advertenties
Oorzaak
4. Oververhitting is te hoog.
5. Gebrek aan koudemiddel,
onvoldoende koudemiddel in
het systeem.
15.4.2
Lekkage
Probleem – Lekkage vloeistofzijde
Oorzaak
1. Aansluitingen niet voldoende
aangehaald.
2. Gebarsten bout of aansluiting.
3. Defecte pakking of O-ring.
4. Er is geen overstortlei-
ding aangesloten op de
veiligheidsklep(pen).
5. Vulklep tussen binnenkomend
koudwater en verwarmingssys-
teem is niet gesloten of lek.
6. Er loopt geen condensatie-
afvoer naar de lekbak van de
warmtepomp.
7. Condensatie-isolatie op koud-
waterleiding en/of brineleiding
ontbreekt.
8. Lekkage bij gesoldeerde ver-
bindingen.
9. Lekkage bij de aftapkraan van
de condensor.
10. Lekkage bij de ontluch-
tingsklep van de condensor.
Problemen oplossen
Controleer de oververhittingsgegevens
van de unit met een manometer en een
thermometer.
Controleer ook of de bol en de capillaire
buis niet beschadigd zijn en of de bol
correct geïnstalleerd is.
Controleer met behulp van een mano-
meter en een thermometer of de over-
verhitting van de unit correct is voor het
specifieke koudemiddel.
Problemen oplossen
Lokaliseer het lek.
Lokaliseer het lek.
Lokaliseer het lek.
Ga na welke veiligheidsklep geen over-
stortleiding heeft.
Controleer of er continu water lekt uit de
veiligheidsklep op het expansievat aan
de warme zijde.
Controleer of de condensatieafvoer is
aangebracht en correct is aangesloten.
Ga na waar de condensatie vandaan
komt.
Lokaliseer het lek.
1. Controleer of de klep volledig is geslo-
ten.
2. Controleer of het gesloten deksel is
afgedicht.
Controleer of de klep volledig is gesloten. Als deze volledig is gesloten en nog
VMBMH210
Actie
Als de oververhittingsgegevens niet
overeenkomen met de instructies voor
het specifieke koudemiddel, stelt u de
expansieklep af totdat de juiste waarde
wordt verkregen. Zie afzonderlijke
instructies voor koeltechnieken.
Als de oververhitting niet kan worden
afgesteld met de expansieklep of als de
capillaire buis/bol beschadigd is, ver-
vangt u deze.
Volg de juiste procedure (afhankelijk van
het type koudemiddel) voor het toevoegen
van de juiste hoeveelheid koudemiddel.
Als er een lek lijkt te zitten in het kou-
demiddelcircuit, voert u een lekdetectie
uit en verhelpt u het probleem. Als er
geen lekdetector voorhanden is, brengt u
zeepwater aan op de plek waar u een lek
vermoedt en kijkt u of er bellen ontstaan.
Controleer ook op olie. Deze kan namelijk
uit het koudemiddelcircuit komen.
Actie
• Haal de aansluiting aan en controleer of
deze is afgedicht.
• Als deze nog steeds niet is afgedicht,
vervangt u de gehele aansluiting en ste-
unmof (alleen bij zachte leidingen).
Vervang de bout of aansluiting.
Vervang de pakking of O-ring.
Installeer een overstortleiding volgens de
gangbare normen.
Sluit de vulklep en kijk of er dan geen
water meer uit de veiligheidsklep drup-
pelt. Als dat nog wel het geval is, ver-
vangt u de vulklep.
Breng de condensatieafvoer aan die naar
de afvoer in de vloer loopt.
De brineleiding moet altijd geïsoleerd
zijn. Als er problemen zijn met conden-
satie op de koudwaterleidingen, isoleert
u deze. Condensatie hoopt zich vaak op
in de verbindingen en hoekige delen van
de isolatie. Verbeter de isolatie.
Tap de vloeistof van het systeem af, repa-
reer het lek. Als het lek zich bevindt op
de verbindingsleiding naar de warmte-
wisselaar, moet u ook de koudemiddel-
zijde aftappen.
Als het gesloten deksel niet is afgedicht,
vervangt u het gesloten deksel of de
gehele afvoerkraan.
steeds lekt, vervangt u hem.
Service – 53
Advertenties
Inhoudsopgave
