Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Danfoss DGP-AX Installatie- En Servicehandleiding pagina 62

Inhoudsopgave

Advertenties

Oorzaak
6. De compressor loopt achteruit.
De binnenkomende fasen heb-
ben een onjuiste volgorde (geldt
alleen voor warmtepompen met
3 fasen).
Als de compressor achteruit
loopt, kan het koudemiddel niet
gecomprimeerd worden en
wordt daardoor niet het juiste
vermogen geleverd, zodat het
regelsysteem om bijverwarming
verzoekt.
7. Gewijzigde omstandigheden.
Hebt u uw verwarmings- en/of
tapwaterbehoefte vergroot?
Probleem – De bijverwarming is in bedrijf, maar de compressor niet
Oorzaak
1. Bedrijfsmodus BIJVERW. is
gekozen.
2. Doorverwarming (anti-legio-
nellafunctie) is actief.
3. De compressor werkt niet van-
wege een alarm.
4. De warmtepomp is gestopt bij
hoog retour.
62 – Service
Problemen oplossen
• Als de tekst FOUT FASESEQ. op de dis-
play wordt weergegeven wanneer de
warmtepomp stroom krijgt (wordt alleen
de eerste 10 minuten weergegeven),
betekent dit dat de fasen een onjuiste
volgorde hebben.
• Wanneer de compressor draait, controle-
ert u de temperatuur van de drukleiding
door aan de drukleiding te voelen. Als de
fasen in de juiste volgorde zitten, moet
deze heet zijn (niet gewoon warm), zelfs
op enige afstand van de compressor.
• Als de compressor werkt met de fasen
in een onjuiste volgorde, kan een raar
geluid hoorbaar zijn (hard, ratelend) als
de compressor achteruit loopt.
• Als de warmtepomp gedimensione-
erd is voor een bepaalde behoefte en
deze behoefte wordt opgevoerd, is de
warmtepomp wellicht niet in staat om
de gewenste kamertemperatuur aan te
houden.
• Als het tapwaterverbruik toeneemt, is
er meer tijd nodig voor de productie van
tapwater, waardoor er minder tijd is voor
de warmteproductie (geldt alleen voor
VL-systemen).
Problemen oplossen
Als deze bedrijfsmodus geselecteerd is,
wordt voor verwarming en tapwater-
productie de bijverwarming gebruikt in
plaats van de compressor.
Controleer of de doorverwarming van
de warmtepomp actief is. Raadpleeg de
instructies voor het betreffende model.
Controleer het alarm dat op de display
wordt weergegeven.
• Controleer de instelling van de MAX-
waarde in de regelaar van de warmte-
pomp. Deze moet worden aangepast aan
de maximale aanvoertemperatuur van de
unit en de deltatemperatuur van het sys-
teem, zodat hij niet bij een te hoge retour-
temperatuur uitschakelt als de hoogste
aanvoertemperatuur wordt doorgegeven.
• Controleer wat de sensor van de retour-
leiding aangeeft. Is dat een aannemelij-
ke/feitelijke waarde? Lees als dat niet het
geval is de weerstand van de sensoren af
en vergelijk deze met de weerstandstabel
in het hoofdstuk Meetpunten.
VMBMH210
Actie
Als de fasen niet de juiste volgorde heb-
ben, moeten twee binnenkomende fasen
bij de hoofdklemmenstrook worden
omgeschakeld. Opnieuw controleren vol-
gens het venster Problemen oplossen.
Als de warmtepomp niet in de behoefte
kan voorzien, vervangt u deze door een
pomp met een groter vermogen of zorgt
u via een bijverwarming voor een groter
vermogen.
Actie
Wanneer de modus BIJVERW. is geselec-
teerd en u deze niet meer wilt gebrui-
ken, verandert u de modus in AUTO. De
warmtepomp regelt dan zowel de com-
pressor als de bijverwarming.
Doorverwarming vindt met het ingestelde
interval plaats bij de productie van tapwa-
ter. De compressor moet dan beginnen
met de productie van tapwater, waarna 2
minuten later de bijverwarming start. Dan
moet de compressor stoppen en moet
de stoptemperatuur worden bereikt met
alleen de bijverwarming aangesloten.
Maatregelen zijn niet nodig. Dit is normaal.
Verhelp het probleem en reset het alarm.
Zie het hoofdstuk Bedrijfsprobleem –
Alarm.
• Als de waarde MAX RETOUR niet op het
systeem is afgestemd volgens het venster
Problemen oplossen, past u deze aan.
• Als de sensor defect is, vervangt u deze.

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave