Inhoudsopgave
Advertenties
5.2.1
DHP-AX, VL-systeem
5
52
Afbeelding 7: Algemeen aansluitdiagram.
Nummer Naam
5
DHP-AX-warmtepomp
18
Boiler (accessoire)
21
Buffertank
33
Shuntgroep circulatiepomp (accessoire)
36
Circulatiepomp (optie)
40
Regelcentrum
50
Buitensensor
51
Aanvoersensor
52
Retoursensor
53
Boiler (incl. in DWH, anders accessoire)
54
Kamersensor (optie)
55
Piektemperatuursensor (incl. in DWH, anders accessoire)
56
Shuntgroep aanvoersensor (accessoire)
72
Shuntklep (accessoire)
77
3-wegklep voor tapwater (accessoire)
80
Afsluitklep (accessoire)
82
Terugslagklep (accessoire)
84
Flowsensor
85
Ontluchtingsklep (accessoire)
87
Veiligheidsklep (9 bar) (accessoire)
91
Filter (accessoire)
96
Flexibele slangen (accessoire)
99
Veiligheidsklep (1,5 bar)
102
Afvoerklep (accessoire) (alleen geïnstalleerd als de
warmtepomp lager geïnstalleerd is dan de boiler)
112
Expansievat, gesloten (accessoire)
114
Bijverwarming (accessoire)
5.3
Koud- en warmwaterleidingen aan-
sluiten
1.
Sluit de koud- en warmwaterleidingen aan met alle
noodzakelijke onderdelen volgens het aansluit-
diagram.
50
40
99
96
102
96
VMBMH210
72
21
80
80
1 12
87
85
77
36
55
51
18
114
53
91
84
5.4
Aanvoer- en retourleidingen van de
warmtepomp aansluiten
BB E B
R aadpleeg voor informatie over de installatie
van flexibele slangen 15 Geluidsinformatie.
1.
Sluit de aanvoerleiding aan met een flexibele slang-
verbinding en met alle noodzakelijke onderdelen
volgens het aansluitdiagram.
2.
Sluit de retourleiding aan met een flexibele slangver-
binding en met alle noodzakelijke onderdelen inclu-
sief een filter volgens het aansluitdiagram.
3.
Isoleer de aanvoer- en retourleidingen helemaal tot
aan de warmtepomp.
5.5
Boiler en het verwarmingssysteem
vullen
1.
Vul de boiler met koud water door de vulklep te
openen, die zich op de klepleiding bevindt.
2.
Ontlucht de leiding door een van de warmwaterkra-
nen te openen.
3.
Vul daarna via de vulklep de spoel van de boiler en
het verwarmingssysteem met water, totdat er een
druk van circa 1 bar ontstaat.
5.6
Ontlucht het verwarmingssysteem
1.
Open alle radiatorkranen volledig.
2.
Ontlucht alle radiatoren.
3.
Vul het verwarmingssysteem opnieuw tot een druk
van ongeveer 1 bar.
4.
Herhaal de procedure totdat alle lucht is verwijderd.
5.
Laat de radiatorkranen volledig geopend.
33
Verwarmingscircuit 2
56
Verwarmingscircuit 1
82 80
Koud water
Warmwater
54
Installation – 13
Advertenties
Inhoudsopgave
