De warmtepomp bestaat uit de volgende basiseenheden:
1
Warmtepomp
C ompressor
z z
z z
2 -weg-expansieklep
z z
z z
C ondensor
z z
z z
V ierwegafsluiter
z z
z z
2
Ventilator
E én snelheid
z z
z z
3
Luchtwarmtewisselaar
Naast deze units is er (binnenshuis geïnstalleerde) regelapparatuur die de
onderdelen aanstuurt die bij de warmtepomp horen (compressor, circula-
tiepompen, bijverwarmingen en driewegklep) en bepaalt wanneer de
pomp moet starten en stoppen en of er warmte voor in huis of voor tapwa-
ter moet worden aangemaakt.
11.4
Bijwarmte
De bijverwarming is optioneel voor de DHP-AX bestaat uit een dompelverwarming. Deze zit op de aanvoerlei-
ding vóór de driewegklep.
De bijverwarming, die als accessoire wordt geleverd, heeft een ingebouwde vermogensregeling en wordt
aangestuurd door een potentiaalvrije uitgang vanuit de warmtepomp. Indien de stroom langer uitvalt dan drie
minuten, kan, meteen nadat er weer stroom is, alleen een vermogen van 6 kW worden aangesloten. Het reste-
rende vermogen wordt twee uur uitgesteld.
Als de bijverwarming is geïnstalleerd, schakelt deze automatisch de AUTO-modus in wanneer de warmtevraag
groter is dan de capaciteit van de warmtepomp.
Bij alarmmeldingen die inhouden dat de compressor niet start, wordt er geen tapwater geproduceerd om de
klant te laten weten dat er iets niet klopt. Er wordt warmte geproduceerd door de bijverwarming zodat het
huis niet koud wordt.
11.5
Belangrijke parameters
11.5.1
Warmteproductie - berekening
De binnentemperatuur wordt afgesteld door de warmstooklijn van de warmtepomp te wijzigen. De
warmstooklijn is de tool van het regelsysteem om de aanvoertemperatuur te berekenen voor het water dat
naar het verwarmingssysteem wordt getransporteerd. De stooklijn berekent de aanvoertemperatuur op basis
van de buitentemperatuur. Hoe lager de buitentemperatuur, hoe hoger de aanvoertemperatuur. Met andere
woorden: de aanvoertemperatuur van het water dat naar het verwarmingssysteem wordt geleid, zal bij een
daling van de temperatuur van de buitenlucht exponentieel stijgen.
De warmstooklijn wordt tijdens de installatie afgesteld. Deze moet echter later worden aangepast om te
zorgen voor een aangename binnentemperatuur onder alle weersomstandigheden. Een correct ingestelde
warmstooklijn zorgt voor een beperking van het onderhoud en bespaart energie.
11.5.2
STOOKLIJN
De regelaar toont de waarde voor STOOKLIJN in een grafiek op het tekstvenster. U kunt de warmstooklijn instel-
len door de instelling STOOKLIJN bij te stellen. De instelling STOOKLIJN geeft de aanvoertemperatuur van het
water aan dat naar het verwarmingssysteem wordt getransporteerd met een buitentemperatuur van 0°C.
Waarde voor
STOOKLIJN is 40...
24 – Service
Aanvoertemperatuur
Afbeelding 19: Grafiek met de ingestelde waarde 40 voor STOOKLIJN.
Afbeelding 18: De belangrijkste onderdelen van DHP-AX.
...op nul graden
VMBMH210
3
2
1
Maximale aanvoertem-
peratuur
Buitentemperatuur