Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Uitpakken En Installeren; De Standaard Monteren (Accessoire); Plaatsing Van De Warmtepomp - Danfoss DGP-AX Installatie- En Servicehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

4

Uitpakken en installeren

4.1

De standaard monteren (accessoire)

D B
BB
LET OP! Plaats de warmtepomp alleen op de
korte kant op de in de onderstaande afbeelding
aangegeven wijze, omdat deze anders bescha-
digd kan raken.
D B
BB
LET OP! Alle panelen (met uitzondering van de
frontplaat) moeten op de warmtepomp worden
aangebracht.
Afbeelding 4: De warmtepomp kan gedurende korte tijd op de korte
kant worden geplaatst.
1.
Plaats de warmtepomp op de korte kant op de wijze
die wordt aangegeven in de afbeelding hierboven.
2.
Verwijder de verstelbare voeten (zes) wanneer de
standaard wordt gebruikt.
3.
Schroef de twee horizontale steunen (1) in de twee
uiteinden (2) met de groeven (3) in de hieronder
weergegeven richting gedraaid. Gebruik 8 x M6x10
schroeven. De gebogen randen van de horizontale
steunen moeten naar binnen wijzen.
2
1
4
Afbeelding 5: De standaard monteren.
4.
Schroef de verstelbare voet (3) in de openingen
onder de eindstukken.
5.
Installeer de gehele standaard op de warmtepomp.
6.
Breng voorzichtig de warmtepomp omhoog zodat
deze op de standaard staat.
3
VMBMH210
4.2

Plaatsing van de warmtepomp

Denk bij het plaatsen van de warmtepomp aan het
volgende:
D B
BB
De warmtepomp moet worden geplaatst op
enige afstand van de grond, omdat de ontdooi-
functie kan leiden tot ijsvorming. Deze moet op
een standaard (accessoire) worden geplaatst of
worden opgehangen aan wandbeugels.
D B
BB
Wanneer de warmtepomp ontdooit, zal er water
recht omlaag lekken onder de unit. Het gebied
rond de warmtepomp moet daarom een goede
afvoer hebben, om het water te kunnen opvan-
gen (circa 2 liter per keer ontdooien). Er kan een
lekbak (accessoire) worden geïnstalleerd die het
smeltwater opvangt en afvoert.
D B
BB
De verstelbare standaard van de warmtepomp
moet op een stevige ondergrond worden
geplaatst, zoals houten blokken, tuintegels of
funderingen.
D B
BB
De warmtepomp is voorzien van zes verstelbare
voeten die kunnen worden aangepast om onre-
gelmatigheden in de bodem te compenseren.
Alle voeten moeten contact maken met het
onderliggende oppervlak. Als de bodem der-
mate onregelmatig is dat dit niet voldoende kan
worden gecompenseerd met de steunen, moet
de installatietechnicus een oplossing vinden.
D B
BB
De warmtepomp moet horizontaal worden
geplaatst. Dit wordt gecontroleerd met een
luchtbelwaterpas.
BB E B
D e warmtepomp hoeft niet in een bepaalde
richting te worden geplaatst.
BB E B
A ls de ventilator en de compressor draaien, zal
de warmtepomp lawaai produceren; onthoud dit
wanneer u de unit plaatst, om de overlast in uw
4
eigen huis en voor uw buren te beperken.
BB E B
Onthoud dat de warmtepomp een bepaalde
hoeveelheid ruimte moet hebben om te kunnen
functioneren en om onderhoud te kunnen uit-
voeren, zie 3.5 Benodigde ruimte.
1.
Verplaats de warmtepomp naar de installatieruimte.
2.
Zet de warmtepomp op de gewenste plaats.
3.
Stel alle zes voeten zo af dat zij contact maken met
het onderliggende oppervlak en de pomp waterpas
staat.
4.
Breng de bijgeleverde stickers met de juiste taal aan
over de bestaande stickers.
Installation – 11

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave