2. Meet het doelpunt in de R-richting.
Er wordt een R weergegeven bij Topography observation
(Topography).
"PROCEDURE Topografie-observatie" stap 2
3. Leg de meetgegevens vast
"PROCEDURE Topografie-observatie" stap 3
4. Meet het doelpunt in de L-richting.
Er wordt een L weergegeven bij Topography observation
(Topography). Leg de meetgegevens vast nadat de
observatie is voltooid.
Stap 2 en 3
5. Einde topografie-observatie
"PROCEDURE Topografie-observatie" stap 4
Opmerking
• Op het scherm waarop [MEAS] wordt weergegeven, werkt het drukken op {ENT} op dezelfde manier als het
drukken op [MEAS].
• Wanneer No is ingesteld voor Vooraf ingevoerde puntregistratie (PreenterPt), moet de puntnaam worden
ingevoerd op het scherm voor het vastleggen van meetgegevens.
• Op het scherm waarin meetgegevens worden vastgelegd, worden items weergegeven die bij een bepaalde
observatie-instelling behoren.
Topography
ZA
HA-R
HR
PT
AUTO0011
EDM
Topography
ZA
HA-R
HR
PT
AUTO0011
EDM
85
19. TOPOGRAFIE-OBSERVATIE
R
D=2
8 9
5 9
5 9
0
1 0
0 0
0.000m
ANGLE
MEAS
L
D=2
2 7 0
0 0
0 0
1 8 0
1 0
0 0
0.000m
ANGLE
MEAS