Verticale en horizontale klemmen
• Maak de horizontale en verticale klemmen altijd helemaal los voordat u het instrument of de telescoop draait.
Draaien terwijl de klemmen nog gedeeltelijk vastzitten kan de nauwkeurigheid nadelig beïnvloeden.
Driepoot
• Gebruik altijd de meegeleverde driepoot. Tijdens meetlijnobservatie wordt aanbevolen om hetzelfde type
driepoot te gebruiken voor het doel en voor nauwkeurige observaties.
Gegevensback-ups maken
• Er moet regelmatig een back-up (overgedragen naar een extern apparaat, enz.) van gegevens worden
gemaakt om te voorkomen dat gegevens verloren raken.
Andere voorzorgsmaatregelen
• Sluit de interfaceklep en het batterijdeksel goed voordat u met meten begint. Als u dit niet doet,
kan omgevingslicht via de USB-poort doorkomen en nadelig effect hebben op hoekmetingen.
• Als de iM vanuit een warme plaats naar een extreem koude plaats wordt gebracht, kunnen interne onderdelen
krimpen waardoor de toetsen lastig te bedienen kunnen zijn. Dit wordt veroorzaakt door koude lucht die
opgesloten zit in de hermetisch afgesloten behuizing. Als u de toetsen niet kunt indrukken, opent u de
batterijklep om verder te kunnen werken. Om te voorkomen dat de toetsen stijf worden, verwijdert u de
connectordoppen voordat u de iM naar een plaats brengt waar het koud is.
• Plaats het instrument nooit direct op de grond. Zand of stof kan de schroefgaten of de centreerschroef
op de voetplaat beschadigen.
• Richt de telescoop niet op de zon. Plaats de lensdop op de telescoop wanneer deze niet in gebruik is.
Gebruik het zonnefilter om schade binnenin het instrument te voorkomen bij het observeren van de zon.
"38. ACCESSOIRES"
• Draai de telescoop niet verticaal bij gebruik van de lenskap, de diagonale lens of het zonnefilter.
Deze accessoires kunnen het instrument raken en schade veroorzaken.
• Bescherm het instrument tegen heftige schokken of trillingen.
• Laat het instrument nooit op de driepoot zitten als u naar een andere locatie gaat.
• Schakel de stroom uit voordat u de batterij verwijdert.
• Verwijder eerst de batterij als u de iM in de koffer plaatst, en plaats het instrument volgens de lay-out in
de koffer.
• Controleer of het instrument en de voering in de koffer droog zijn, voordat u de koffer sluit. De koffer is
hermetisch gesloten en als er vocht in de koffer achterblijft, kan het instrument gaan roesten
• Vraag bij uw dealer na of u het instrument veilig kunt gebruiken onder speciale omstandigheden zoals lange
tijd achtereen gebruiken of bij een hoge vochtigheidsgraad. In het algemeen vallen speciale omstandigheden
buiten het bestek van de garantie op het product.
Onderhoud
• Verwijder alle vochtigheid als het instrument tijdens opmeetwerkzaamheden nat wordt.
• Zorg dat u het instrument altijd reinigt voordat het in de koffer opbergt. De lens vereist speciale zorg.
Ten eerste borstelt u alle stof van de lens met de lensborstel. Daarna bevochtigt u de lens met uw adem
en wrijft het schoon met de siliconen doek.
• Als het display vuil is, wrijft u deze voorzichtig schoon met een zachte, droge doek. Andere onderdelen van
het instrument of de koffer reinigt u met een zachte doek die in een mild sopje vochtig heeft gemaakt. Wring
overtollig water uit de doek tot deze iets vochtig is, en wrijf de oppervlakte van de unit daarmee voorzichtig
schoon. Gebruik geen basische of alcoholhoudende reinigingsmiddelen of een ander organisch oplosmiddel
op het display of het instrument.
• Berg het instrument op in een droge ruimte met een redelijk constante temperatuur.
• Controleer of de driepoot stevig gesloten is en of alle schroeven goed zijn aangedraaid.
• Neem contact op met uw lokale dealer als u problemen ontdekt met de draaibare onderdelen, schroeven
of optische onderdelen (de lens, bijv.)
• Als het instrument langere tijd niet wordt gebruikt, moet deze ten minste om de 3 maanden worden nagekeken.
"35. CONTROLES EN BIJSTELLINGEN"
5
2. VOORZORGSMAATREGELEN