Hoogtemarkering instrument
Dit zijn de hoogteafmetingen van het instrument:
• 192,5 mm (vanaf de bevestigingsplaat van de driepoot tot deze markering)
• 236 mm (vanaf de driepootplaat tot deze markering)
De instrumenthoogte wordt opgegeven bij het instellen van de gegevens voor het instrumentstation.
Het is de hoogte van het meetpunt (waar het instrument is opgesteld) tot deze markering.
Laseraanwijzer
Een doel kan in vizier worden gebracht met een rode laserstraal op donkere locaties zonder de telescoop
te hoeven gebruiken.
Collimator
Richt de iM met behulp van de collimator naar het meetpunt. Draai het instrument tot de driehoek in de
collimator op één lijn ligt met het doel.
Er is een vizier gemonteerd op de iM-55 die naar Richting 2 wijst. Breng de telescoop op één lijn met het
doel en wel zo dat het vizier op de hieronder geïllustreerde wijze gericht is. Denk eraan dat u het doel op
een afstand ziet door het vizier.
Horizontale richting: een positie waar u zowel het doel en het achterwaartse meetpunt kunt zien in het
midden van de sleuf van het voorste vizier.
Verticale richting: een positie waar u de de bovenkant van het voorste vizier en het achterwaartse
meetpunt op dezelfde hoogte van het middelpunt van het doel kunt zien.
De greep losmaken/bevestigen
De greep kan van het instrument worden verwijderd als het prisma bij de zenit is gelegen, enz.
1. U kunt het verwijderen door de draaiknoppen van de greep los te draaien.
2. Om de greep weer te bevestigen, plaatst u de greep zoals geïllustreerd, en draait u de 2 draaiknoppen
stevig vast.
Vizier
Doel
Achterwaartse meetpunt
Greep
Regelmatige intervals
Voorste vizier
Draaiknoppen greep
10
4. PRODUCTOVERZICHT