4. Voer de azimuthoek en afstand van het bekende punt in, en
druk vervolgens op [OK]. De coördinaten van het doelpunt
worden weergegeven.
5. Druk op [OK] om terug te keren naar het scherm in stap 3
om de meting zo nodig voort te zetten.
• Om de meting af te sluiten, drukt u op {ESC} op het scherm
van stap 3.
Opmerking
• Invoerbereik azimuthoek: 0°00'00" tot 359°59'59"
• Invoerbereik afstand: 0,000 tot 999999,999 (m)
23.1.2
2 pt, Angle
Voor deze functie zijn een instrumentstation en een achterwaarts meetpunt nodig. De horizontale binnenhoek
van het achterwaartse meetpunt en de afstand van het instrument worden gebruikt om coördinaten van een
doelpunt te bepalen.
Kruising
1. Op de tweede pagina van het OBS-modusscherm drukt
u op [MENU], en vervolgens selecteert u Intersect.
2. Selecteer 2pt, Angle.
3. Voer de coördinaten van het achterwaartse meetpunt
in en druk op [OK].
• Door op [LOAD] te drukken, kunt u geregistreerde
coördinaten oproepen en opnieuw gebruiken.
13.1 Stationsgegevens voor het instrument en de
azimuthoek invoeren
• Druk op [MEAS] om te beginnen met meten.
4. Voer de coördinaten van het instrumentstation in en druk
op [OK].
stap 3
4: Afstand
2: Instrumentstation
104
2: Azi m ut h
3: Di st
1pt , Azi m ut h
N
345. 678
E
-876. 543
R E C
1: Achterwaartse
3: Hoek
I n t e r s e c t i o n s
O cc. Ori en.
1pt , A zi m u
2 p t , A n g l e
4 p t
2 C i r c l e
1:BS
N1:
E1:
LOAD
23. KRUISINGEN
0.0000
0. 000m
P1
O K
P1
S - O
OK
0.000
0.000
P1
MEAS
OK