3. Selecteer Setting om het menu Setting Parameters
te openen.
4. Selecteer met {}/{} de automatische instellingsmethode
voor het BP-punt van de volgende bocht en het soort bocht.
• Als de bochteigenschappen al zijn ingevoerd, kan het soort
bocht niet worden gewijzigd. Daarvoor moeten eerst alle
routegegevens worden verwijderd.
"25.8.2 Bochtelementen invoeren"
Opmerking
De automatische instellingsmethode kan als volgt worden geselecteerd:
(*: fabrieksinstelling)
• Vanuit het BP-punt van de volgende bocht: IP (IP-punt van de vorige bocht)*/EC/KA2 (eindpunt van de vorige
bocht (KA-2 of EC-punt)).
• Bocht: Clothoid* / Parabola
25. ROUTE SURVEYING (OPMETEN VAN EEN ROUTE)
A l i g n m e n t
D e f i n e e l e m e n t s
A u t o c a l c .
C a l c c o o r d
R o a d t o p o
S e t t i n g
A l i g n m e n t / S e t t i n g
Next BP : IP
C urve
Alignment/Setting
Next BP : IP
Curve :
144
:
C l o t h o i d
Clothoid
Existing curve