30.GEGEVENS REGISTREREN/VERWIJDEREN
30.1 Bekende puntgegevens registreren/verwijderen
Ce coördinaatgegevens van bekende punten in de huidige JOB kunnen worden geregistreerd of verwijderd.
Geregistreerde coördinaatgegevens kunnen tijdens het instellen worden geëxporteerd om te worden gebruikt
als coördinaatgegevens voor het instrumentstation, achterwaarts meetpunt, bekend punt en uitzetpunt.
• Er kunnen in totaal 50.000 items met coördinaatgegevens worden geregistreerd, inclusief de gegevens
binnen de JOBS.
• Er zijn twee registratiemethoden: intoetsen en invoer via een extern instrument.
Communicatiekabels: "38. ACCESSOIRES"
Outputformaat en opdrachtbewerkingen: Communicatiehandleiding
• Bij het invoeren van de gegevens van een bekend punt via een extern apparaat, controleert de iM niet
of de puntnaam al voorkomt.
• Communicatiesetup kan eveneens in Known data worden uitgevoerd. Selecteer Comms Setup
in <Known data>.
• Wanneer inch is geselecteerd als eenheid voor afstand, moet de waarde worden ingevoerd in feet of US feet.
• Het verwijderen van gegevens maakt geen ruimte in het geheugen vrij. Wanneer een JOB wordt verwijderd,
maakt dit de ruimte in het geheugen vrij die deze JOB in beslag nam.
"29.2 Een JOB verwijderen"
PROCEDURE De coördinaatgegevens van bekende punten registreren door ze in te toetsen
1. Selecteer Known data in Data Mode.
• De huidige JOB wordt weergegeven.
2. Selecteer Key in coord en voer de coördinaten van het
bekende punt en de puntnaam in.
3. Na de gegevens ingesteld te hebben, drukt u op {ENT}.
De coördinaatgegevens worden vastgelegd in de huidige
JOB, en het scherm van stap 2 wordt hersteld.
4. Ga verder met het invoeren van coördinaatgegevens
van bekende punten.
5. Na registratie van alle coördinaatgegevens. drukt u op
{ESC} om <Known data> te herstellen.
Data
JOB
Known data
Code
Known data
Job.JOB1
Key in coord
Comms input
Deletion
View
PT
PT
165