28.2 Het achterwaartse meetpunt vastleggen
De gegevens van het achterwaartse meetpunt kunnen in de huidige JOB worden opgeslagen.
De instellingsmethode van de azimuthoek kan worden geselecteerd in inputting azimuth angle (de azimuthoek
invoeren) of calculating coordinates (coördinaten berekenen).
PROCEDURE De azimuthoek invoeren
1. Druk op [TOPO] op de derde pagina van de OBS-modus
om <TOPO> weer te geven.
2. Selecteer BS data.
3. Selecteer Angle.
De meetwaarden van de hoek worden in realtime
weergegeven.
4. Voer de azimuthoek in.
5. Breng het achterwaartse meetpunt in vizier, en druk
op [REC] op het scherm van stap 4, en selecteer de
volgende items.
(1) Doelhoogte
(2) Puntnaam
(3) Code
6. Druk op [OK] om gegevens vast te leggen van het
achterwaartse meetpunt. RED-gegevens (gereduceerde
gegevens) en de meetgegevens van de hoek worden
tegelijkertijd vastgelegd. <TOPO> wordt hersteld.
PROCEDURE De azimuthoek berekenen met behulp van coördinaten
1. Druk op [TOPO] op de derde pagina van de OBS-modus
om <TOPO> weer te geven.
2. Selecteer BS data.
3. Selecteer Coord.
28. GEGEVENS VASTLEGGEN - TOPO MENU -
TOPO JOB1
Occupy
BS data
Angle data
Dist data
Coord data
TOPO / Backsight
Angle
Coord
TOPO / Backsight
Take BS
HA-R
HA-R:
HA-R
HR
PT
REC
CD
:
A D D
TOPO / Backsight
Angle
Coord
154
3
90
1
2
3
2
9
1 2
3 4
0 . 0 0 0
OFFSET
AUTO
MEAS
LIST
S R C H