19.1 Observatie-instelling
Voer de observatie-instelling voorafgaand aan de topografie-observatie uit.
• Er kunnen maximaal 40 collimatiepunten worden geregistreerd.
• Er kunnen maximaal 8 combinatiepatronen voor het aantal afstandseries, het aantal afstandsaflezingen,
Yes of No voor RL-observatie, vooraf geregistreerde puntregistratie, afstandsmetingen voor het
achterwaartse meetpunt en afstandscontrole voor het achterwaartse meetpunt worden geregistreerd.
PROCEDURE
1. Open het topografie-observatiemenu.
Op de tweede pagina van het OBS-modusscherm drukt
u op [Menu], en vervolgens selecteert u Topography.
2. Instellen voor topografie-observatie.
Stel de volgende items in.
(1) Het aantal afstandseries (No. of SETs)
(2) Het aantal afstandsaflezingen (No. of Obs)
(3) RL-observatie (F1/F2 Obs):
(4) Vooraf ingevoerde puntregistratie (PreenterPt)
(5) Afstandsmeting achterwaartse meetpunt (BS Obs-Dist)
(6) Afstandscontrole achterwaartse meetpunt (BS DistCheck)
• Druk op [PTTRN] om de instellingscombinatie te
registreren als patroon of om de geregistreerde patronen
in te lezen.
• Plaats de cursor en druk op [REC] om het momenteel
ingestelde patroon te registreren.
3. Druk op [OK] om de instelling te bevestigen.
4. Voer de gegevens van het instrumentstation in.
Druk op [OK] om de ingevoerde gegevens te bevestigen.
"28.1 Gegevens voor het instrumentstation vastleggen"
• Door op [RESEC] te drukken, kunt u alleen het
instrumentstation instellen op insnijdingsmeting.
"13.2 Stationcoördinaten van het instrument instellen
m.b.v. insnijdingsmeting"
5. Voer de coördinaten van het achterwaartse meetpunt in.
Voer de coördinaten in voor het achterwaartse meetpunt,
en druk op [OK].
Als No is ingesteld voor (5) Afstandsmeting achterwaartse
meetpunt (BS Obs-Dist) of (6) Afstandscontrole
achterwaartse meetpunt (BS DistCheck) in de observatie-
instelling, dan wordt dit scherm niet weergegeven.
MENU
Coordinate
S-O
Offset
Topography
MLM
PTTRN: HOU2
No of SETs
No of Obs
F1/F2 Obs
PreenterPt
PTTRN
BS Obs-Dist
BS HDistChec
PTTRN
Select Obs pattern
01: HOU2
02: RL1
03:
04:
N0:
E0:
Z0:
T2
PT
HI
LOAD
Topography
BS coord
NBS:
EBS:
PT AUTO1000
LOAD
82
19. TOPOGRAFIE-OBSERVATIE
:1
:1
:No
:Yes
OK
:Yes
:Yes
OK
REC
OK
0.000
0.000
0.000
0.000m
RESEC
OK
0.000
0.000
OK