2. Op de derde pagina van het OBS-modusscherm drukt
u op [MENU], en vervolgens selecteert u Coordinate.
3. Selecteer Occ.orien. om de instrumentstationgegevens
en de azimuthoek van het achterwaartse meetpunt in te
stellen.
4. Selecteer Observation In <Coord>. Door op [MEAS] te
drukken, start het meten, en de coördinaatwaarde van
het doel wordt weergegeven.
Druk op [STOP] om het meten te stoppen.
• Het schuinstandscherm wordt weergegeven wanneer
het instrument niet waterpas staat.
Zet het instrument goed waterpas.
"7.2 Waterpas zetten"
• Voer desgewenst een doelhoogte, puntnaam en code in.
• [REC]: legt de meetresultaten vast
• [AUTO]: start het meten en legt automatisch de gegevens
vast nadat op [STOP] is gedrukt.
Vastleggingsmethode: "28. GEGEVENS
VASTLEGGEN - TOPO MENU -"
5. Breng het volgende doel in vizier en druk op [MEAS] of
[AUTO] om met meten te beginnen. Blijf dit doen tot alle
doelen zijn gemeten.
• Wanneer de coördinaatmetingen voltooid zijn, drukt u op
{ESC} om terug te keren naar <Coord>.
Coord.
Occ.Orien.
Observation
EDM
Coord.
Occ.Orien.
Observation
EDM
HR
PT
P01
REC
59
14. COÖRDINATEN METEN
0 . 0 0 0
m
OFFSET AUTO MEAS
C