Dist.reso. (afstandresolutie)
Selecteert de afstandresolutie van fijne metingen. Afstandresolutie van snelle en traceringsmetingen
worden op deze instelling overgezet.
Tracking reso. (traceringsresolutie)
Selecteert afstandresolutie van traceringsmetingen en wegenmetingen (alleen N-prism). Deze instelling
gebruikt u voor bepaalde meetdoeleinden zoals het meten van een bewegend doel.
EDM ALC
Stelt de lichtontvangststatus in van de EAM. Stel dit item in overeenkomstig de meetomstandigheden
bij het uitvoeren van continue metingen.
• Wanneer EDM ALC is ingesteld op Free, wordt de ALC van het instrument automatisch aangepast als
er een fout optreedt ten gevolge van de hoeveelheid ontvangen licht. Instellen op Free wanneer het doel
beweegt tijdens het meten of als verschillende doelen worden gebruikt.
• Wanneer Hold is ingesteld, wordt de hoeveelheid licht niet aangepast tot de eerste bijstelling is
uitgevoerd en de continue meting is voltooid.
• Probeer het op Hold in te stellen voor een stabiele lichtstraal die voor meting wordt gebruikt maar wel
regelmatig door obstakels, zoals mensen, auto's of takken, wordt onderbroken waardoor de meting niet
kan worden uitgevoerd.
Opmerking
• Wanneer de modus voor afstandmeting is ingesteld op Tracking (doel beweegt tijdens het opmeten van
de afstand), dan wordt de afstand gemeten in de status Free, ongeacht de instelling van EDM ALC.
33.3 Observatieomstandigheden - Reflector (doel)
Selecteer Obs.condition in de modus Config en selecteer Reflector.
Obs.condition
An g le/Tilt
Dist
Reflector
Atoms
Other
Ingestelde items en opties (*: fabrieksinstelling)
Reflector
Bladmodus
PC (Correctiewaarde prismaconstante) : -99 tot 99 mm (Prism is geselecteerd: 0*, Sheet is geselecteerd: 0*)
Opmerking
• De hierboven beschreven invoerbereiken gelden wanneer 1 mm is geselecteerd in Dist.reso. Wanneer 0,1
mm wordt geselecteerd in Dist.reso, kunnen waarden tot op 1 cijfer achter de komma worden ingevoerd.
Bladmodus (doelselectie)
Het doel kan worden gewijzigd door een optie in Reflector te selecteren in de Obs. condition of door op
{SHIFT} te drukken in het scherm waar het doelsymbool wordt weergegeven. De selectie-items kunnen
vooraf worden ingesteld op Prism/Sheet/N-prism (reflectorloos) of Prism/N-prism (reflectorloos)
Correctiewaarde prismaconstante
Reflecterende prisma's hebben ieder hun eigen prismaconstante.
Stel de correctiewaarde voor de prismaconstante in op het reflecterende prisma dat u gebruikt.
De correctiewaarde van de prismaconstante is een waarde die de prismaconstante omzet van positief
naar negatief. (Als de prismaconstant bijv. 40 mm is, dan wordt de correctiewaarde -40 mm.)
Bij selectie van N-prism (reflectorloos) in Reflector, wordt de correctiewaarde voor de prismaconstante
ingesteld op 0.
R e f l e c t o r
Sheet mode : On
P C
: Prism*, Sheet, N-prism (reflectorloos)
: On*, Off
183
33. INSTELLINGEN WIJZIGEN
:
Prism
:
0