5. Meet het tweede doelpunt op dezelfde manier als de eerste.
Collimeer de meetresultaten, en druk op [OK].
6. Bevestig de meetresultaten van de baseline die door
middel van de lijn tussen het eerste en tweede doelpunt
is gedefinieerd.
Door op [OK] te drukken, worden de coördinaten
en hoek van het instrumentpunt ingesteld.
Ga door met meten van Point to Line.
• Door op [S.CO] te drukken, worden de coördinaten
van het instrumentpunt weergegeven die op basis van
de meetresultaten van het eerste en tweede doelpunt
zijn gedefinieerd.
Druk op [OK] om de Point to Line-meting uit te voeren.
• Door op [REC] te drukken, worden de coördinaten voor het
instrumentpunt vastgelegd als gegevens van een bekend
punt in de huidige JOB. De stationscoördinaten van het
instrument en de hoogte kunnen op dat moment niet
worden gewijzigd.
PROCEDURE Meten van een punt naar een lijn
1. Druk op Point to line op de tweede pagina van
de OBS-modus.
2. Selecteer Point to line.
3. Collimeer het doelpunt en druk op [MEAS].
Het meetresultaat wordt weergegeven.
27. METEN VAN EEN PUNT NAAR EEN LIJN
Measure 2nd PT
ZA
HA-R
HR
PT
1004
SD
ZA
HA-R
HR
1004
PT
REC
Baseline pt1-pt2
HD
VD
SD
S.CO
N0:
E0:
Z0:
HI
REC
Point to line
Define baseline
Point to line
N
E
Z
HR
PT
1001
150
4 5
1 2
3 4
1 7 8
5 6
3 1
2.000m
MEAS
5.123m
4 5
1 2
3 4
1 7 8
5 6
3 1
2.000m
MEAS
OK
0.123m
-0.003m
0.156m
OK
20.000
30.000
40.000
2.000m
OK
2.500
m
S.CO
MEAS