3. Indien nodig: gebruiksmenu openen met de navigatieknop en
het geluidsvolume van het apparaat wijzigen.
4. Indien nodig: met weergavetoets
parameterweergave en curveweergave.
5. ECG-afleidingen en hartfrequentie evalueren.
6. Indien nodig: met functietoets Afl. andere ECG-afleiding
kiezen.
7. Indien nodig: de volgende ECG-instellingen in het
gebruikersmenu aanbrengen
pagina
117):
•
Amplitudeschaling aanpassen om de weergegeven hoogte
van de ECG-curve aan te passen aan het ECG-meetsignaal.
•
Autoschaling activeren om de weergegeven hoogte van de
ECG-curve automatisch te laten aanpassen aan het ECG-
meetsignaal.
•
Aanvoersnelheid van de ECG-curve aanpassen.
•
Filter activeren om storingen uit het voedingsnet uit de
ECG-indicatie te filteren.
omschakelen tussen
(zie "7.3.2 ECG-instellingen",
MEDUCORE Standard
5 Bediening
2
NL
93