Samenvatting van Inhoud voor Weinmann VENTIlogic LS
Pagina 1
VENTIlogic LS/ VENTIlogic plus Beademingsapparaat Beschrijving en gebruiksaanwijzing van het apparaat voor apparaten vanaf serienummer 15.000...
Pagina 5
Is als accessoire verkrijgbaar. Wordt gebruikt voor werd voorgeschreven. de mobiele energievoorziening van het 16 Huisventilator therapieapparaat. Beschermt het apparaat tegen oververhitting. 8 Kaartenlezer Invoersleuf voor een Weinmann-geheugenkaart. Op de geheugenkaart worden therapiegegevens opgeslagen, die de arts kan oproepen. Overzicht...
Therapieapparaat met lekkagesysteem 21 Afsluitstop (2x) 17 Slangsysteem 17 Slangsysteem 22 Droogadapter 18 Adapter 19 Drukmeetslang 20 Vouwslang 24 Aansluiting O 23 Uitademsysteem -sensor Legenda 17 Slangsysteem 21 Afsluitstop (2x) Door het slangsysteem stroomt de lucht naar de Worden gebruikt voor het sluiten van de beademingsingang.
Therapieapparaat, Systeem met een slang met patiëntenventiel 26 Aansluiting drukmeetslang (blauw 27 Testadapter 28 Aansluiting ventiel- gekenmerkt) besturingsslang 25 Aansluiting O -sensor 29 Systeem met een slang 34 Aansluiting uitgang van 30 Drukmeetslang het apparaat (blauw gekenmerkt) 33 Aansluiting patiënt 31 Ventielbesturingsslang 32 Patiëntenventiel Legenda...
Pagina 8
30 Drukmeetslang (blauw gekenmerkt) 33 Aansluiting patiënt Wordt gebruikt voor het meten van de actuele Hier wordt de beademingsingang aangesloten. therapiedruk. 34 Aansluiting uitgang van het apparaat 31 Ventielbesturingsslang Hier wordt het slangsysteem aan de uitgang voor Wordt gebruikt voor de besturing (openen en het apparaat van het therapieapparaat sluiten) van het patiëntenventiel.
40 Opening uitademlucht 45 Aansluiting ingang van het apparaat Hier wordt de uitademlucht van de patiënt uit het Hier wordt het slangsysteem aan de uitgang voor apparaat geleid. het apparaat van het therapieapparaat aangesloten. 41 Systeem met dubbele slang 46 Ventiel-besturingsslang Transporteert de ademlucht naar de patiënt en van de patiënt terug naar het apparaat.
Pagina 11
Accessoires 49 Wisselaccu WM 27880 50 Transporttas WM 27976 51 Bacteriënfilter WM 24148 52 Bacteriënfilter (alleen lekkagesysteem) WM 27591 (alleen ventielsysteem) 54 Beschermtas WM 27106 53 Set O -sensor WM 15732 Legenda 49 Wisselaccu WM 27880 53 Set O -sensor WM 15732 Is verkrijgbaar als accessoire en wordt gebruikt Wordt gebruikt voor het meten van de voor de mobiele stroomvoorziening van het...
1.1 Speciale markeringen op het apparaat Linker kant Zuurstofaansluitingen: maximale invoer: 15 l/min bij < 1000 hPa VENTIlogic LS: Opening uitademlucht bij werking met systeem met dubbele slang met patiëntenventiel; opening niet sluiten of op andere wijze blokkeren. VENTIlogic plus: Opening wordt bij VENTIlogic plus niet gebruikt.
Pagina 13
Voorkant VENTIlogic LS: Aansluiting uitademlucht patiënt bij systeem met dubbele slang met patiëntenventiel. VENTIlogic plus: Opening wordt bij VENTIlogic plus niet gebruikt. Bus: Elektrische aansluiting voor zuurstofsensor; max. 100 mV DC Aansluiting: Drukmeetslang (blauw gekenmerkt). Therapiedruk 0-50 hPa (alleen voor slangsysteem met patiëntenventiel) Aansluiting: Besturingsslang voor patiëntenventiel 0-50 hPa (alleen voor...
Pagina 14
STK-sticker: (alleen in de Bondsrepubliek Duitsland) Geeft aan wanneer de volgende veiligheidstechnische controle overeenkomstig §6 van de „Medizinprodukte-Betreiberverordnung“ (verordening voor de exploitant van medische hulpmiddelen) vereist is Ingang van het apparaat: Inlaat ruimtelucht met omgevingstemperatuur Typeplaatje (achterzijde) Toegepast onderdeel van type BF Beschermklasse II;...
Bedieningsfolie 1 LED stroomvoorziening 2 LIAM (insufflatie) 3 Aan-/uitschakeltoets 4 Alarmbevestigings- -toets toets met lichtdiodes 8 Programmatoets 5 Draaiknop 7 Menutoets 6 Bedieningstoetsen Legenda 1 LED stroomvoorziening 5 Draaiknop De groene LED brandt wanneer er een Centraal bedieningselement van het stroomvoorziening aanwezig is.
Standaardweergave tijdens de therapie: 2 Statusregel 3 Alarmindicatie 4 Actief 5 Laadtoestand van de interne accu programma 6 Laadtoestand van de 1 Actieve wisselaccu (optioneel) beademingsmodus 7 Symbool 13 Slangsysteem geheugenkaart 12 Beademings- parameters 8 Weergave wissel ademfase 11 Zuurstofconcentratie 9 Toegang tot het (optioneel) patiëntenmenu...
Pagina 17
8 Weergave wissel ademfase 10 Staafdiagram voor de drukweergave Geeft aan of de actuele wissel van de ademfase Wordt gebruikt voor de grafische weergave van spontaan of mandatoir plaatsvindt (spontaan: S, de therapiedruk. mandatoir: T), de weergave wisselt naar gelang 11 Zuurstofconcentratie (optioneel) van de ademfase van links (inspiratie) naar rechts Geeft de zuurstofconcentratie in de ademlucht in...
Akoestisch signaal van de alarmen werd gedurende 120 seconden stomgeschakeld Akoestisch signaal van de alarmen werd uitgeschakeld Alle fysiologische alarmen werden gedeactiveerd (Uitzondering bij VENTIlogic LS: In de modi VCV en aVCV kunnen de alarmen Druk hoog Druk niet gedeactiveerd worden)
Pagina 19
Pictogram Betekenis SD-kaart is alleen-lezen of defect. Er kunnen geen gegevens worden opgenomen. Alarmvenster: Alarm lage prioriteit geactiveerd Alarm gemiddelde prioriteit geactiveerd Alarm hoge prioriteit geactiveerd Hoofdvenster: Plateausignaal ingeschakeld Plateausignaal uitgeschakeld Overzicht...
Pictogram Betekenis Mandatoir geactiveerde wissel van de ademfase Inspiratietrigger tijdens een expiratie geblokkeerd Ti/T Percentage inspiratieduur aan een ademcyclus Tidal volume Inspiratorisch tidal volume Expiratorisch tidal volume Inspiratieduur Expiratieduur Gemiddelde zuurstofconcentratie (21%) Weergave tussen haakjes: meetcel niet gekalibreerd, zuurstofkalibratie uitvoeren Zuurstofsaturatie Hartslagen per minuut Markering op de verpakking...
1.2 Veiligheidsinstructies in de gebruiksaanwijzing In deze gebruiksaanwijzing worden de veiligheidsinstructies als volgt gekenmerkt: Waarschuwing! Waarschuwt voor letselgevaar en eventuele materiaalschade. Voorzichtig! Waarschuwt voor materiaalschade en eventuele foute therapieresultaten. Aanwijzing: Bevat nuttige tips. Overzicht...
Het apparaat kan in stationaire en mobiele werking zowel thuis als ook in het ziekenhuis worden toegepast. Aanwijzing: VENTIlogic LS is niet bestemd als beademingstoestel voor de intensieve verpleging conform ISO 80601-2-12. Het apparaat kan voor de ontwenning (Weaning) van de invasieve beademing en de omstelling op maskerbeademing worden gebruikt.
Neem de wettelijke eisen voor exploitatie en gebruik in acht (in Duitsland met name de Medizinprodukte-Betreiberverordnung, d.i. "verordening voor de exploitant van medische hulpmiddelen"). Principieel advies: laat u door een door Weinmann geautoriseerde persoon deskundig instrueren in de hantering, het gebruik en de werking van dit medisch hulpmiddel.
Het apparaat bestuurt het patiëntenventiel via de ventiel-besturingsslang. Bij gebruik van het systeem met dubbele slang met patiëntenventiel (alleen VENTIlogic LS) voert bovendien een uitademslang de uitademlucht door het apparaat af in de omgevingslucht.
Pagina 26
15 % tot 67 % van de ademperiode instellen. In de modi S, ST, PSV, aPCV, aVCV (alleen VENTIlogic LS), SIMV, MPVp en MPVv kan de arts voor de inspiratie een van telkens één van 8 triggerlevels en bij de expiratie één van 14 triggerlevels (niet bij aPCV, aVCV, MPVp en MPVv) kiezen.
Wanneer er geen spontane ademhaling aanwezig is beademt het apparaat de patiënt na afloop van de tijdsduur T mandatoir met de ademfrequentie f , de verhouding apneu backup Ti/T (back-up) en het inspiratorische drukniveau P SIMV Bij spontane ademhaling schakelt het apparaat om op een geassisteerde beademing met de ingestelde IPAP-waarde.
2.3.13 Zusteroproep en afstandalarm Ter ondersteuning bij de bewaking van patiënt en apparaat vooral bij de VENTIlogic LS bij levensbehoudende beademing, beschikt het apparaat over een afstandalarmaansluiting. Aan deze aansluiting worden alle alarmen met hoge en gemiddelde prioriteit en het alarm Geen netspanning! doorgeleid.
3. Veiligheidsinstructies 3.1 Veiligheidsvoorschriften Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door. Deze is bestanddeel van het apparaat en moet te allen tijde aanwezig zijn. Gebruik het apparaat uitsluitend voor het hier beschreven doel (zie „2.1 Toepassing“ op pagina 23). Voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw patiënten en volgens de eisen van de richtlijn 93/42/EEG dient u op het volgende te letten: 3.1.1 Beademing om het leven in stand te houden Gevaar!
Pagina 30
Wanneer de patiënt van het beademingstoestel afhankelijk is, wordt hij door het uitval van het alarm in gevaar gebracht. – Controleer bij de levensbehoudende beademing (alleen VENTIlogic LS) in elk geval of het alarm VT geactiveerd is. Alleen zo kan een eventuele afsluiting laag (stenose) worden herkend.
Anders kunnen deze in de ademstroom van de patiënt komen en hem daardoor in gevaar brengen. • Maskers van een vreemd fabrikaat mogen alleen na goedkeurig door de fabrikant Weinmann worden toegepast. Door het gebruik van niet goedgekeurde maskers of andere beademingsingangen wordt het succes van de behandeling in gevaar gebracht.
Pagina 32
• Let voor het vermijden van een infectie of bacteriële contaminatie paragraaf „6. Hygiënische voorbereiding” op pagina 69. • Bij het ventielsysteem zijn geen maskers met geïntegreerd of apart lekkagesysteem toegestaan. • In het lekkagesysteem mogen alleen fullface maskers met geïntegreerd anti- asfyxieventiel gebruikt worden.
Weinmann of een geautoriseerde vakhandel. • Bij de werking aan een rolstoel is voor dit systeem een conformiteitverklaring nodig. Neem hiervoor contact op met een door de fabrikant Weinmann geautoriseerde vakhandel die ook de bevestiging uitvoert. Veiligheidsinstructies...
Pagina 34
Voorzichtig! • De interne accu is niet bestemd voor de mobiele werking. Gebruik voor de mobiele stroomvoorziening steeds een (of meerdere ) als accessoire verkrijgbare wisselaccu. Zorg er voord e mobiele werking voor dat de interne accu vol geladen is om in noodgevallen de onderbrekingsvrije stroomvoorziening te waarborgen. •...
Pagina 35
• Laat inspecties en reparatiewerkzaamheden alleen door de fabrikant Weinmann of door de fabrikant uitdrukkelijk geautoriseerd vakkundig personeel uitvoeren. Veiligheidsinstructies...
• Laat modificaties aan het apparaat alleen door de fabrikant Weinmann of door de fabrikant uitdrukkelijk geautoriseerd vakkundig personeel uitvoeren. Aanwijzing: • Wanneer het therapieapparaat langere tijd werd opgeslagen of niet werd gebruikt, ontlaadt de accu zich. Dit is een eigenschap van accumulatoren en is geen foutieve functie.
• Acute bijholteontsteking (sinusitis) middeloorontsteking (otitis media) of trommelvelperforatie • Dehydratie Vooral bij ernstige slikstoringen (bulbaire storingen) met gevaar van aspiraties moet een maskerbeademing achterwege blijven. Bedreigende situaties werden met dit therapieapparaat nog niet geobserveerd. 3.3 Bijwerkingen Bij het gebruik van het therapieapparaat kunnen na korte en lange toepassing de volgende ongewenste bijwerkingen optreden: •...
Het aangegeven en het werkelijk toe- gediende volume kunnen tot 105 ml verschillen. – Gebruik het slangsysteem WM 27181 van Weinmann om de afwijking van de indicatie te vermijden. Het therapieapparaat kan zowel met een lekkagesysteem als ook met een ventielsysteem worden gebruikt.
Voorzichtig! Dek het apparaat niet af met dekens enz. De luchtinlaat wordt anders geblokkeerd waardoor oververhitting van het apparaat kan ontstaan. Dit kan leiden tot onvoldoende therapie en beschadiging van het apparaat. 1. Verbind de netaansluitleiding met de netaansluiting van het apparaat. Til hiervoor de veiligheidsbeugel op, steek de stekker in de netaansluiting en klap de veiligheidsbeugel over de stekker.
Let in elk geval op de gebruiksaanwijzingen van de beademingsingang en van het slangsysteem. 4.3.2 Systeem met dubbele slang (alleen VENTIlogic LS) Het systeem met dubbele slang heeft naast de beademingsslang, die de patiënt lucht toevoert, de drukmeetslang en de ventiel-besturingsslang ook een uitademslang die uitademlucht terug naar het apparaat en in de omgevingslucht afvoert.
Om het systeem met dubbele slang aan te sluiten, gaat u als volgt te werk: 1. Steek de beademingsslang (1) op de uitgang van de VENTIlogic LS. 2. Steek de uitademslang (3), op het einde waarvan zich het patiëntenventiel (4) bevindt, op de ingang voor de uitademlucht onder de uitgang van het apparaat.
5. Let erop dat de maximumdoorstroming en de precisie van de dynamische druk kunnen afwijken wanneer u geen slangen van Weinmann gerbuikt. 4.4.3 Informatie over het aparte uitademsysteem Voorzichtig! Gebruik altijd een uitademsysteem. Via het uitademsysteem ontwijkt de verbruikte, kooldioxidehoudende lucht uit de beademingsingang bijv.
4.4.4 Apart uitademsysteem aansluiten (alleen bij lekkagesysteem) Ga bij het aansluiten van een apart uitademsysteem als Beademings- volgt te werk: ingang Uitademsysteem 1. Steek het uitademsysteem in de mof van het slangsysteem. 2. Sluit de beademingsingang aan op het uitademsysteem. Slangsysteem Neem de gebruiksaanwijzing van het uitademsysteem en de beademingsingang in acht.
4.6 Bacteriënfilter aansluiten Voorzichtig! Het bacteriënfilter vormt een extra weerstand in de luchtstroom. Dit kan een verandering van het reactievermogen van de trigger bewerkstelligen. Bij een achteraf aangesloten bacteriënfilter moet de arts daarom de apparaatparameters controleren en eventueel opnieuw instellen. Aanwijzing: Het bacteriënfilter mag niet langer dan 24 uur aan het apparaat worden gebruikt.
Combinatie met een bevochtiger: 1. Sluit het bacteriënfilter direct aan op het therapieapparaat. 2. Sluit de bevochtiger aan op de uitgang van het bacteriënfilter. 3. Sluit het slangsysteem aan op de bevochtiger. Combinatie met een zuurstofsensor: 1. Sluit de zuurstofsensor direct aan op het therapieapparaat. 2.
Pagina 46
4. Schakel het apparaat uit. Het veiligheidsventiel voor de zuurstoftoediening blokkeert na 1 minuut automatisch de zuurstoftoevoer. De zuurstofinvoer kan via een zuurstofconcentrator (bijv. Weinmann Oxymat 3), de centrale gasinstallatie (alleen met overeenkomstige drukreduceerklep) van een ziekenhuis, vloeibare zuurstof met een continue flow of een zuurstoffles met overeenkomstige drukreduceerklep plaatsvinden.
Pagina 47
4.7.2 Zuurstofconcentratie meten (alleen ventielsysteem) De zuurstofsensor kan alleen in combinatie met het ventielsysteem gebruikt worden. Bij de meting wordt de zuurstofconcentratie over meerdere ademhalingen gemiddeld en weergegeven. De meetwaarden zijn afhankelijk van de therapiedruk en van de temperatuur van de omgeving en de ademlucht. Er is hier geen sprake van een FiO -meting maar van een gemiddelde waarde van de inspiratoire zuurstofconcentratie.
Aanwijzing: Gebruik voor de meting van de zuurstofsaturatie uitsluitend SpO -sensoren van Weinmann. 4.8 Werking bij netuitval Wanneer de netvoeding eens uitvalt, neemt de interne accu van het therapieapparaat automatisch de voorziening van het apparaat over. De melding Geen netspanning verschijnt. De groene LED netvoeding gaat uit. De looptijd van de accu is afhankelijk van de betreffende belasting en het temperatuurbereik.
Pagina 49
Aanwijzing: • Als het alarm Laadtoestand accu kritiek, verschijnt, moet er gehandeld worden. In dit geval is er nog maar ca. 25% restcapaciteit aanwezig. Dit is voldoende voor ongeveer 15 minuten. Houd een alternatieve beademingsmogelijkheid beschikbaar. • Als het alarm Laadtoestand accu zeer kritiek, verschijnt, is er nog maar een restcapaciteit van minder dan 10 % aanwezig.
5. Bediening 5.1 Bedieningselementen 5.1.1 Functietoetsen De volgende functies kunt u tijdens de beademingswerking direct oproepen door de overeenkomstige toets op het apparaat in te drukken: • LIAM (Insufflatie) (1) • Alarmen bevestigen (2) • Programma kiezen (4) • O -sensor kalibreren (5) Menutoets Na het indrukken van deze toetsen verschijnt het...
5.1.2 Met de draaiknop navigeren De draaiknop (1) is het centrale bedieningselement van het therapieapparaat. Met de draaiknop kunt u menupunten selecteren, in de menuvensters navigeren en waarden voor individuele menupunten instellen. Om zich met de navigatie per draaiknop vertrouwd te maken, is het raadzaam om eerst in het Menu te schakelen.
Nachtmodus kiezen Wanneer u tijdens de therapie op de draaiknop drukt, activeert u de nachtmodus. Het dis- play wordt dan zodanig donkerder dat u alleen nog het staafdiagram met de drukweerga- ve kunt zien. De therapie wordt normaal voortgezet. Het display schakelt weer in wanneer u nogmaals op de draaiknop of een willekeurige toets drukt.
Pagina 53
(zie „5.4 Inschakelautomaat activeren/deactiveren (alleen lekkagesysteem)“ op pagina 57). De bedrijfsuren en de Weinmann-softwareversie verschijnen gedurende ca. 3 seconden op het display. De apparaat begint lucht door het slangsysteem te transporteren. Het display schakelt om op de standaardweergave.
5.2.3 Weergaven in het display Op het display worden de beademingsparameters zoals de ingestelde therapiemodus, de therapiedrukken (in de modus CPAP alleen CPAP- druk) in hPa, het geselecteerde slangsysteem en de actuele ademfrequentie in 1/min weergegeven. Aanwijzing: 1,01973 hPa komen overeen met 1 cm H De staafdiagram toont het inspiratoire en expiratoire drukverloop aan.
pagina 98 worden vervangen. Wanneer de levensduur van de accu’s eerder wordt bereikt, verschijnt de melding Levensduur bereikt. Interne accu laten vervangen./Wisselaccu vervangen. imin het display. • Let op de aanwijzingen voor het onderhoud van de accu’s (zie „9.2.1 Onderhoud van de accu’s“ op pagina 99). 1.
Aanwijzing: • Verwijder alleen de wisselaccu. De vervanging van de interne accu mag alleen door de fabrikant Weinmann of een geautoriseerde vakhandel worden uitgevoerd. • Gebruik alleen originele wisselaccu’s van Weinmann. 1. Druk de vergrendeling van de wisselaccu omlaag en houd deze ingedrukt.
5.4 Inschakelautomaat activeren/deactiveren (alleen lekkagesysteem) Wanneer de inschakelautomaat geactiveerd is, schakelt het therapieapparaat automatisch in, zodra u in het slangsysteem ademt. Het apparaat schakelt niet automatisch weer uit als de patiënt de beadmeingsingang afzet. Uitschakelen kunt u de het therapieapparaat uitsluitend via de in-/uitschakeltoets Aanwijzing: Het activeren of deactiveren van de inschakelautomaat is alleen mogelijk in de...
De alarmlijst blijft ook bij uitval van de gehele stroomvoorziening (uitval van net en interne accu) behouden. De gegevens kunnen in dit geval tot twee jaar lang worden opgeroepen. Na afloop van de twee jaar of na uitvoering van een onderhoud wordt de alarmlijst gewist. Bij netuitval blijven de alarmen in elk geval opgeslagen.
5.7 LIAM info Aanwijzing: Een gedetailleerde toelichting van de LIAM functie staat vermeld in hoofdstuk „5.10 LIAM (insufflatie)” op pagina 60. 1. Selecteer met behulp van de draaiknop in het patiëntmenu het menupunt LIAM info. 2. Bevestig de selectie door op de draaiknop te drukken. Onder LIAM info worden de volgende door de arts ingestelde waarden en de bijbehorende restlooptijden weergegeven:...
5.8 Overzicht In het menupunt Weergeven > Overzicht kunt u de actuele instellingen en alarmen van de betreffende geconfigureerde programma's weergeven. 1. Selecteer met behulp van de draaiknop in het patiëntmenu het menupunt Overzicht. 2. Bevestig de selectie door op de draaiknop te drukken. 3.
LIAM kan alleen door de arts worden vrijgeschakeld en alleen tijdens de beademing worden geactiveerd. De manoeuvre bevat minstens een LIAM-slag bestaande uit insufflatie en hierna volgende uitademing. Druk Duur in min/h (bijv. 20 min) Interval in sec/min/h (bijv. iedere 5 min) Aantal (bijv.
Pagina 62
Druk uitschakelbaar 1 sec plateaufase geluidssignaal IPAP ΔP LIAM Tijd LIAM LIAM Het betreffende drukverloop binnen de afzonderlijke LIAM-slag is aan het begin vergelijkbaar met een normale beademingsslag. Bij het bereiken van het IPAP-drukniveau stijgt de druk echter lineair verder tot op de maximale druk IPAP (IPAP + ΔP ) en LIAM...
5.10.2 Uitvoering U kunt LIAM handmatig tijdens de beademing activeren. Druk hiervoor op de toets ( ). Het apparaat schakelt in de LIAM-modus en de insufflatie wordt synchroon tot de volgende inademing gestart. U zelf kunt het gehele proces meerdere malen uitvoeren. Druk hiervoor opnieuw op de toets ( 5.10.3 LIAM afbreken LIAM kan op ieder moment afgebroken worden.
1. Druk op de programmatoets. Programma toets 2. Kies het gewenste programma en bevestig uw keuze Onder het menupunt Weergeven > Overzicht kunt u de actuele instellingen en alarmen van het betreffende, geconfigureerd programma alsmede de werkelijke waarden weergeven. 5.12 Na het gebruik 1.
5.12.1 Apparaat geheel uitschakelen Als het apparaat op de netvoorziening is aangesloten, kan het niet compleet uitgeschakeld worden. Om het apparaat vanuit de netwerking compleet uit te schakelen, schakelt u het apparaat ind e stand-by-modus en koppelt u de netsaansluitleiding van de netvoorziening los.
Pagina 66
Of er een geheugenkaart in het apparaat aanwezig is en therapiegegevens geregistreerd worden, herkent u aan het symbool in de statusregel. Als het symbool niet verschijnt is de geheugenkaart defect, niet aanwezig of werd deze nog niet door het apparaat herkend. Voorzichtig! U mag de geheugenkaart alleen eruit halen als op dat moment geen gegevens op de kaart worden geschreven.
Een verklaring voor het gebruik en het transport in het vliegtuig die de elektromagnetische compatibiliteit (EMC) bevestigt, is verkrijgbaar bij de fabrikant Weinmann. 5.13.1 Tassen voor het therapieapparaat Het apparaat beschikt over twee tassen: een beschermtas (WM 27106) en een transporttas voor de mobiele toepassing (WM 27976).
5.13.2 Voor de mobiele toepassing Het therapieapparaat mag u over een langer traject alleen in de hiervoor bestemde transporttas WM 27106 transporteren. Wanneer u het therapieapparaat mobiel wilt gebruiken, moet u het in de transporttas WM 27706 toepassen. Om het apparaat mobiel te gebruiken, gaat u als volgt te werk: 1.
6. Hygiënische voorbereiding Dit product kan wegwerpartikelen bevatten. Wegwerpartikelen zijn bestemd voor eenmalig gebruik. Gebruik deze daarom slechts een maal en bereid deze niet meer voor. Een hernieuwde voorbereiding van het wegwerpartikel kan de functie en de veiligheid van het product in gevaar brengen en tot niet voorspelbare reacties door veroudering, broos worden, slijtage, thermische belasting, chemische inwerkprocessen enz.
– Ventilatiefilter vervangen De slangsystemen met enkele of dubbele slang met patiëntenventiel (systeem met dubbele slang alleen bij VENTIlogic LS) zijn wegwerpartikelen en kunnen niet hygiënisch gereinigd worden. Let in elk geval op de gebruiksaanwijzing van het betreffende slangsysteem. Let voor de hygiënische reiniging van de beademingsingang op de bijbehorende gebruiksaanwijzing.
6. Hang het slangsysteem op en laat het goed afdruipen om te voorkomen dat er vocht in het therapieapparaat binnendringt. 7. Verwijder de stop van de drukmeetslang. 6.2.2 Slangsysteem met het therapieapparaat drogen Wanneer er eens per ongeluk water in de drukmeetslang is gekomen, moet het lekkagesysteem met behulp van het therapieapparaat gedroogd worden.
6.3 Reiniging van het huis Waarschuwing! • Er bestaat gevaar voor elektrische schokken. Schakel het apparaat voor de reiniging in elk geval geheel uit (zie „Apparaat geheel uitschakelen“ op pagina 65). • Let erop dat er geen vloeistoffen in het apparaat komen. Dompel het apparaat nooit onder in desinfectiemiddel of andere vloeistoffen.
5. Zet het grof stoffilter er weer in en sluit het deksel van het filtervak. Aanwijzing: Het fijne filter kan niet worden gereinigd. Dit wordt elke 1000 bedrijfsuren vervangen. 6.5 Reiniging van het ventilatiefilter Het ventilatiefilter beschermt de huisventilator tegen verontreiniging. Om het ventilatiefilter te wisselen, gaat u als volgt te werk: 1.
Pagina 74
gebruiksaanwijzing van het toegepaste desinfecteermiddel. Er wordt aanbevolen bij de desinfectie geschikte handschoenen (bijv. huishoud- of wegwerphandschoenen) te gebruiken. 6.8.1 Apparaat Het huis en de netaansluitleiding van het therapieapparaat worden door eenvoudige wisdesinfectie gereinigd. Wij adviseren hiervoor TERRALIN. 6.8.2 Slangsysteem (lekkagesysteem) Als desinfectiemiddel adviseren wij GIGASEPT FF.
Wanneer het apparaat zonder toepassing van een bacteriënfilter voor een andere patiënt moet worden gebruikt, moet dit van tevoren hygiënisch worden behandeld. Dit moet door de erkende vakhandel of door de fabrikant Weinmann worden uitgevoerd. De werkwijze van de hygiënische voorbereiding staat beschreven in het inspectieblad en in de service- en reparatiehandleiding van de therapieapparaten.
• • • Wanneer de hierna aangegeven waarden c.q. functies niet vervuld worden, dient u het apparaat ter reparatie op te sturen aan de vakhandel of aan de fabrikant Weinmann. * Deze modi zijn alleen beschikbaar bij VENTIlogic LS. Functiecontrole...
7.2.1 Flowmeting c.q. flowsensors/druksensors controleren (lekkagesysteem) Aanwijzing: De functiecontrole van de flowsensors/druksensors kan alleen in de stand-by- modus gebeuren. 1. Steek de meegeleverde rode droogadapter in de uitgang van het apparaat. 2. Alleen voor ziekenhuispersoneel: Controleer of het in het apparaat ingestelde slangsysteem identiek is aan het daadwerkelijk gebruikte slangsysteem.
3. Voer de volgende stappen uit zoals beschreven onder „7.2.1 Flowmeting c.q. flowsensors/druksensors controleren (lekkagesysteem)“ vanaf stap 2. Functiecontrole bij gebruikmaking van een systeem met dubbele slang met patiëntenventiel (alleen VENTIlogic LS): 1. Sluit het slangsysteem aan op het apparaat. 2. Steek de meegeleverde testadapter op de patiëntenaansluiting.
Pagina 79
Let er bij iedere inschakeling op dat twee verschillende akoestische signalen na elkaar klinken en de gele en rode LED gelijktijdig gaan branden. 2. Controleren van het alarm Geen netspanning! (Netuitvalalarm): Stel het therapieapparaat in werking. Trek hiervoor de netaanslutleiding uit het stopcontact.
7.3 Zuurstofsensor kalibreren (alleen ventielsysteem) 7.3.1 Algemeen Wanneer bij de therapie zuurstof wordt ingevoerd, vindt een meting van de zuurstofconcentratie aan de uitgang van het apparaat plaats om steeds te waarborgen dat de patiënt altijd voldoende van zuurstof is voorzien. Om de precisie van de meting te garanderen, moet er dagelijks een kalibratie worden uitgevoerd.
2. Gebruik van het apparaat. 3. Druk op de O -toets of de menutoets . De selectiebalk staat op O -Sensor kalibreren. Bevestig de selectie door op de draaiknop te drukken. De resterende tijd van de kalibratie wordt weergegeven. Daarna schakelt het apparaat automatisch terug in het patiëntenmenu.
Als er geen onderbrekingvrije overname van de voorziening door de accu plaatsvindt, is deze of het therapieapparaat defect. Laat in dit geval het apparaat met interne accu door een erkende vakhandel of door Weinmann controleren. 3. Controleer de accucapaciteit (wordt in de statusregel van het display weergegeven).
Voorzichtig! Als er storingen zijn opgetreden die niet direct kunnen worden verholpen, neem dan onmiddellijk contact op met de fabrikant Weinmann of met uw vakhandel om het apparaat te laten repareren. Gebruik het apparaat niet verder, om grotere schade te voorkomen.
Pagina 84
Accu te koud toegelaten temperatuurbereik wordt toegepast temperatuur Accu defect Apparaat laten repareren Gebruik van een niet Originele Weinmann-accu gebruiken toegelaten accu Wisselaccu niet herkend Gebruik van de batterij Update van de firmware op versie 2.9.0 of hoger WM 27998 met een laten uitvoeren firmware-versie <...
Storing/ Oorzaak van de Remedie storingsmelding storing -sensor Disconnectie SpO weggegleden of -sensor correct op de vingertop plaatsen meting losgeraakt van de vingertop -sensor en vingertoppen controleren en Nagellak, vuile vingers eventueel reinigen -signaal zwak Schok van de patiënt Toestand patiënt controleren 8.2 Alarmen Er wordt onderscheiden tussen twee soorten van alarmen: •...
8.2.2 Bevestigen van alarmen Als er door een fout een alarm wordt geactiveerd (hier: disconnectiealarm), kunt u door het indrukken van de alarmbevestigingstoets het akoestische alarm gedurende ca. 120 seconden laten pauzeren. Na de bevestiging van het akoestische alarm verschijnt weer de standaardweergave.
8.2.4 Fysiologische alarmen Oorzaak van de Indicatie Alarm Remedie storing Filter verontreinigd Filter reinigen c.q. vervangen Hoofdkap/hoofdbanden Beademingsingang zodanig instellen dat de IPAP (Lekkage) ondicht beademingsingang dicht zit, Minimum evt. vervangen therapiedruk onderschreden. Beademingsingang (alleen Beademingsingang vervangen Gemiddelde prioriteit defect drukgeregeld) Laat de instellingen door de Instellingen niet...
Pagina 88
Oorzaak van de Indicatie Alarm Remedie storing Controleer of de door de arts voorgeschreven zuurstofflow Maximale Te hoge zuurstofinvoer correct op de zuurstofbron zuurstofconcentratie door verkeerd ingestelde ingesteld is. Laat de 2 hoog op uitgang van het zuurstofflow instellingen evt. door de apparaat behandelende arts overschreden...
Pagina 89
Maximale druk Het volume wordt overschreden. Lage Verschillende oorzaken Laat de instellingen door de niet bereikt. (alleen prioriteit, stijgt na 10 mogelijk, bijv. reductie behandelende arts VENTIlogic LS) ademhalingen op van de longimpedantie controleren gemiddelde prioriteit Storingen en het verhelpen ervan...
Pagina 90
Filter reinigen c.q. vervangen Hoofdkap/hoofdbanden Beademingsingang zodanig instellen dat de Druk ondicht beademingsingang dicht zit, laag Minimum (alleen evt. vervangen therapiedruk VENTIlogic LS) onderschreden. Beademingsingang Beademingsingang vervangen Gemiddelde prioriteit defect Laat de instellingen door de Instellingen niet behandelende arts plausibel controleren Minutenvolumen...
Voorzichtig! Als er storingen zijn opgetreden die niet direct kunnen worden verholpen, neem dan onmiddellijk contact op met de fabrikant Weinmann of met uw vakhandel om het apparaat te laten repareren. Gebruik het apparaat niet verder, om grotere schade te voorkomen.
Pagina 92
Oorzaak van de Indicatie Alarm Remedie storing Apparaat laten afkoelen, Accutemperatuur beter geschikte kritisch opstellingsplaats zoeken. Hoge prioriteit Accu te warm Alternatieve beademingsmogelijkheid toepassen Apparaat laten afkoelen, Interne accu beter geschikte temperatuurafhank. opstellingsplaats zoeken. uitgeschakeld Hoge prioriteit Accu te warm Alternatieve beademingsmogelijkheid toepassen...
Pagina 93
Oorzaak van de Indicatie Alarm Remedie storing Overdruk Hoge prioriteit Het apparaat schakelt Druksensor defect Apparaat laten repareren uit. Slangsysteem is niet correct of helmaal niet Slangensysteem controleren aan het apparaat Disconnectie aangesloten Hoge prioriteit Apparaat wordt met Beademingsingang open (niet aangebracht) aanbrengen of apparaat beademingsingang uitschakelen...
Pagina 94
Oorzaak van de Indicatie Alarm Remedie storing Expiratieslang niet Slangverbinding controleren aangesloten en evt. slangsysteem Verkeerd slangsysteem vervangen aangesloten Fout slangsysteem Het in het menu Gemiddelde prioriteit geselecteerde Slangsysteem wisselen of slangsysteem komt niet instellingen door de overeen met het behandelende arts laten aangesloten corrigeren...
Pagina 95
Oorzaak van de Indicatie Alarm Remedie storing Ventiel-besturingsslang op De ventiel- beschadigingen controleren, besturingsslang tussen evt. slangsysteem vervangen apparaat en patiëntenventiel is Ventiel-besturingsslang verkeerd aangesloten aansluiten Apparaat defect Apparaat laten repareren Druk permanent laag Hoge prioriteit Laat de instellingen door de Niet plausibele beade- behandelende arts mingsinstellingen...
Pagina 96
Oorzaak van de Indicatie Alarm Remedie storing Parameters konden niet Hoge prioriteit geladen worden Apparaatstart foutief Apparaat laten repareren Hoge prioriteit Blaaswerk schakelt door Het apparaat schakelt netuitval niet meer in uit. Uitval IPC Hoge prioriteit apparaat vervangen Het apparaat schakelt Apparaat defect Apparaat laten repareren uit.
Oorzaak van de Indicatie Alarm Remedie storing Attentie: apparaat Apparaat weer inschakelen werd uitgeschakeld! Apparaat werd Hoge prioriteit uitgeschakeld Alarm bevestigen Onbekend apparaat Hoge prioriteit Apparaat defect Apparaat laten repareren 8.2.6 Opslaan van alarmen Alle alarmtypes die in de tabellen „8.2.4 Fysiologische alarmen“ en „8.2.5 Technische alarmen“...
• Beademingsingang volgens de bijbehorende gebruiksaanwijzing • Evt. andere accessoires volgens de bijbehorende gebruiksaanwijzing 9.1.3 Interne accu • Laat de interne accu uiterlijk iedere 2 jaar door Weinmann of een geautoriseerde vakhandel vervangen. Onderhoud en veiligheidstechnische controle...
9.1.4 Wisselaccu (indien aanwezig) • Laat de wisselaccu na 2 jaar door Weinmann of een geautoriseerde vakhandel controleren. • Vervang de wisselaccu na uiterlijk 4 jaar. 9.2 Accu’s De interne accu en de wisselaccu (indien aanwezig) zijn onderhoudsvrij. 9.2.1 Onderhoud van de accu’s Waarschuwing! Bij patiënten die afhankelijk zijn van het beademingsapparaat moet tijdens het...
9.3 Filterwissel 9.3.1 Grof stoffilter vervangen Gebruik uitsluitend originele filters van de firma Weinmann. Bij het gebruik van andere filters komt de garantieaanspraak te vervallen en kunnen er belemmeringen van de functie en de biocompatibiliteit ontstaan.
Bevestig de melding door op de alarmbevestigingstoets Indicatie filterwissel te drukken. Vervolgens verschijnt het filterwisselsymbool continu in de statusregel. Om het fijn filter te wisselen gaat u als volgt te werk: 1. Druk op de vergrendeling van het deksel van het filtervak en verwijder het.
2. De vraag Filterwissel terugzetten ? verschijnt. Kies met de draaiknop JA en bevestig de keuze door op de draaiknop te drukken. Als u het proces wilt afbreken, kiest u met de draaiknop NEE en drukt u op de draaiknop. Het proces wordt afgebroken.
- alleen Bondsrepubliek Duitsland) bedraagt twee jaar. Bovendien moet als preventieve onderhoudsmaatregel in de volgende afstanden een onderhoud worden uitgevoerd bij de fabrikant Weinmann of bij een door Weinmann uitdrukkelijk geautoriseerde vakhandel: • na elke 8000 bedrijfsuren (onderhoudssymbool verschijnt in het display) •...
– Zichtcontrole op mechanische beschadiging – Filterwissel – Reiniging van het apparaat – Vervanging van eventuele defecte onderdelen – Volledige controle van de apparaatfuncties en de drukweergaven – Batterijen vervangen – Wissel van de interne accu – Eindcontrole overeenkomstig testaanwijzing WM 27104 –...
Pagina 105
9.6.4 SpO module Verwijder de SpO module niet met het huisvuil. Wanneer de SpO module niet langer gebruikt wordt, kunt u dit inleveren bij een erkend gecertificeerd verwerkingsbedrijf voor elektronische apparaten. Het adres van een dergelijk bedrijf kunt u opvragen bij de betreffende milieu-instantie of uw gemeente.
– O -koppeling WM 27166 – Inbussleutel, maat 3 WM 24708 Slangadapter (ziekenhuisadapter) WM 15580 Gebruiksaanwijzing, NL WM 67784 VENTIlogic LS, Systeem met een slang met patiëntenventiel WM 27950 Onderdelen Bestelnummer VENTIlogic LS Basisapparaat met afscherming WM 27951 Netaansluitleiding WM 24177...
Pagina 107
– Patiëntenpas WM 66810 – Inbussleutel, maat 3 WM 24708 Adapter, lekkagesysteem, verpakt WM 27199 Gebruiksaanwijzing NL WM 67784 VENTIlogic LS, Systeem met dubbele slang met patiëntenventiel WM 27960 Onderdelen Bestelnummer VENTIlogic LS Basisapparaat met afscherming WM 27951 Netaansluitleiding WM 24177...
Pagina 108
-sensor WM 27143 Bacteriënfilter (lekkagesysteem) WM 24148 Bacteriënfilter (ventielsysteem) WM 27591 Gebruiksaanwijzing voor patiënten en het verplegend personeel WM 67784 VENTIlogic LS NL Gebruiksaanwijzing voor ziekenhuispersoneel VENTIlogic LS, NL WM 67804 Beknopte gebruiksaanwijzing, EN WM 67621 Omvang van de levering...
10.2 Accessoires en reserveonderdelen U kunt desgewenst accessoires en reserveonderdelen apart bestellen. Een actuele lijst met accessoires en reserveonderdelen is verkrijgbaar op het internet onder www.weinmann-medical.com of via uw vakhandel. Omvang van de levering...
11. Technische gegevens 11.1 Therapieapparaat Therapieapparaat Productklasse volgens richtlijn 93/42/EEG Afmetingen B x H x D in cm 23 x 15,3 x 34 ca. 5,9 kg zonder wisselaccu Gewicht ca. 6,5 kg met wisselaccu Temperatuurbereik – Werking +5 °C tot +35 °C –...
Pagina 112
Therapieapparaat Duur van de acculading ca. 6 h Classificatie volgens EN 60601-1 – Bescherming tegen elektrische Beschermklasse II schokken – Beschermingsgraad tegen Type BF elektrische schokken Beschermingsgraad bij werking in de transporttas – tegen binnendringen van vreemde vaste stoffen IP22 –...
Pagina 113
Therapieapparaat Ademfrequentie 5 tot 45 1/min Nauwkeurigheid ± 0,5 1/min Stapbreedte 0,5 1/min I:E (Ti/T): Inspiratieduur 15 % tot 67 % van de ademperiode Stapbreedte Nauwkeurigheid ±1 % instelbaar in 8 levels voor inspiratie en 14 levels voor expiratie (van Triggertrap 5 % tot 95 % van de maximale flow),in de ST-modus trigger voor expiratie uitschakelbaar...
Pagina 114
Flow bij max. toerental met Lekkagesysteem: 320 l/min bacteriënfilter bij 0 hPa: Systeem met een slang met patiëntenventiel: 330 l/min Dysteem emt dubbel slang met patientenventiel (alleen VENTIlogic LS): 330 l/min Tolerantie ±15 l/min – Huidige waarden: Na elke ademhaling opnieuw berekend (geen gemiddelde berekenen) –...
11.2 Systeemweerstanden Systeemweerstand bij een luchtstroom van 60 l/min aan de patiëntaansluitopening Therapieapparaat met slangsysteem Therapieapparaat VENTIlogic LS met WM 24130 met systeem met systeem met Accessoires (lekkagesysteem) een slang met dubbele slang met en Silentflow patiëntenventiel patiëntenventiel WM 23600 kPa ·...
11.5 SpO module module Afmetingen B x H x T 67 x 66 x 28 mm Gewicht ca. 150 g Kabellengte tot aan de vingerclipsensor 2,5 m Weergave 0 tot 100 % Pols 0 tot 300 slagen per minuut Temperatuurbereik –...
1,20 2,30 1,10 3,80 3,80 7,27 3,50 12,00 12,00 23,00 Verdere technische gegevens zijn op aanvraag verkrijgbaar bij de fabrikant Weinmann c.q. staan vermeld in het ziekenhuishandboek en in de serivce- en reparatiehandleiding. Wijzigingen van de constructie voorbehouden. Technische gegevens...
12. Garantie Weinmann verleent de klant van een nieuw origineel Weinmann-product en een door Weinmann gemonteerd reserveonderdeel een beperkte fabrikantengarantie overeenkomstig de geldende garantievoorwaarden voor het desbetreffende product en de onderstaand vermelde garantieperiode vanaf koopdatum. U kunt de garantievoorwaarden in het internet bekijken onder www.weinmann.de. Desgewenst sturen wij u de garantievoorwaarden ook op.
Pagina 124
Weinmann Geräte für Medizin GmbH + Co. KG P.O. Box 540268 D-22502 Hamburg Kronsaalsweg 40 D-22525 Hamburg T: +49-(0)40-5 47 02-0 F: +49-(0)40-5 47 02-461 E: info@weinmann-medical.com www.weinmann-medical.com...