Inhoudsopgave
Advertenties
Nr.
Naam
Patiëntgroep
5
Modusweergave
6
Alarmgrenzen
7
Geschiedenis
8
Bovenste curveveld
9
Middelste curveveld
10
Onderste curveveld
11
Hartfrequentiesignaal/polssignaal
12
ECG-afleidingskeuze
13
ECG-afleiding
14
Handmatige modus (alleen bij optie
15
Handmatige defibrillatie)
ECG-kalibratie
16
AED-modus
17
NIBP
18
Pols
19
SpO
20
2
HF
21
Duur veneuze stuwing
22
Intervalduur
23
Initiële NIBP-manchetdruk
24
Alarmgrenzen
25
SYS
26
Beschrijving
Geeft de gekozen patiëntgroep aan:
•
Volwassen
•
Kind
•
Zuigeling
Geeft de actueel gekozen modus aan.
Geeft de ingestelde alarmgrenzen aan.
Geeft de tijd en waarden van de laatste NIBP-
metingen aan.
Geeft de ECG-afleiding weer (Pad, II).
Geeft de gekozen ECG-afleiding weer (I, II, III, aVR,
aVL of aVF).
Geeft de plethysmogram weer.
Schakelt het hartfrequentiesignaal/polssignaal in en
uit.
Hiermee kan de soort van de weergegeven ECG-
afleiding in het middelste curveveld worden gekozen
(I, II, III, aVR, aVL of aVF).
Geeft de gekozen ECG-afleiding weer (I, II, III, aVR,
aVL of aVF).
Geeft toegang tot de handmatige modus.
Geeft de amplitude aan die overeenkomt met 1 mV
van het ECG-signaal.
Geeft toegang tot de AED-modus.
Geeft de bloeddruk aan.
Geeft de polsfrequentie aan.
Geeft de SpO
-curve (plethysmogram) weer.
2
Geeft de hartfrequentie aan.
Geeft de tijd aan waarin het NIBP-manchet een
veneuze stuwing in stand houdt.
Geeft bij een intervalmeting de tijd tussen twee
opeenvolgende NIBP-metingen aan.
Geeft de druk aan waarnaar het apparaat het NIBP-
manchet initieel oppompt.
Geeft de alarmgrenzen voor de systolische en
diastolische meetwaarde aan.
Geeft de systolische meetwaarde na een NIBP-meting
aan.
MEDUCORE Standard
3 Beschrijving
2
NL
37
Advertenties
Inhoudsopgave
