Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Verberg thumbnails Zie ook voor MEDUMAT Standard 2:
Inhoudsopgave

Advertenties

2
MEDUMAT Standard
Beademingsapparaat
Gebruiksaanwijzing

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor Weinmann MEDUMAT Standard 2

  • Pagina 1 MEDUMAT Standard Beademingsapparaat Gebruiksaanwijzing...
  • Pagina 2: Inhoudsopgave

    Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding Gebruik volgens de voorschriften ........... 5 Kwalificatie van exploitant/gebruiker ..........6 Contra-indicaties ................6 Bijwerkingen ................. 6 Veiligheid Veiligheidsaanwijzingen ..............7 Algemene aanwijzingen .............. 15 Waarschuwingen in dit document ..........16 Beschrijving Overzicht ..................17 Bedieningsveld ................18 Display ..................
  • Pagina 3 Inhoudsopgave 4.12 Na het gebruik ................65 4.13 Slangsysteem voor meermalig gebruik demonteren/monteren ..65 Menu-instellingen In het gebruikersmenu navigeren ..........68 Structuur van het gebruikersmenu ..........70 Instellingen in het gebruikersmenu ..........71 Beschrijving van de modi Rangschikking van de beademingsmodi ........86 Beademingsparameters ...............
  • Pagina 4 Inhoudsopgave 10.2 Termijnen .................. 118 10.3 Slangsysteem voor meermalig gebruik onderhouden ....119 10.4 Apparaatingangsfilter vervangen ..........120 Opslag en afvalverwijdering 11.1 Opslag ..................122 11.2 Afvalverwijdering ..............123 Bijlage 12.1 Technische gegevens ..............124 12.2 Berekening van het lichaamsgewicht via de lengte ..... 134 12.3 Geëxporteerde logbestanden .............
  • Pagina 5: Inleiding

    1 Inleiding Inleiding 1.1 Gebruik volgens de voorschriften MEDUMAT Standard is een automatisch zuurstof-beademings- apparaat met bewakingsfuncties van respiratorische grootheden. MEDUMAT Standard dient voor de behandeling van kleine kinderen, kinderen en volwassen met een uitgevallen of onvoldoende spontane ademhaling. Het apparaat kan worden gebruikt voor invasieve en non-invasieve-beademing.
  • Pagina 6: Kwalificatie Van Exploitant/Gebruiker

    Neem goed nota van de wettelijke eisen voor gebruik en toepassing (in Duitsland met name de 'Medizinprodukte-Betreiberverordnung'). Principieel advies: laat u door een door WEINMANN Emergency geautoriseerde persoon adequaat instrueren in de hantering, toepassing en het gebruik van dit medische hulpmiddel.
  • Pagina 7: Veiligheid

    2 Veiligheid Veiligheid 2.1 Veiligheidsaanwijzingen Lees deze gebruiksaanwijzing aandachtig door. Zij is bestanddeel van het beschreven apparaat en moet te allen tijde beschikbaar zijn. Gebruik het apparaat uitsluitend voor het beschreven toepassingsdoel (zie „1.1 Gebruik volgens de voorschriften“, pagina Neem voor uw eigen veiligheid en de veiligheid van uw patiënt en conform de eisen van de richtlijn 93/42/EEG goed nota van de volgende veiligheidsaanwijzingen.
  • Pagina 8 2 Veiligheid Explosiegevaar door gebruik van het apparaat op plekken waar ontploffingsgevaar heerst! Ontvlambare gassen en narcosemiddelen kunnen leiden tot spontane explosies en zodoende tot letsel bij de patiënt, de gebruiker en omstanders.  Gebruik het apparaat niet in samenhang met ontvlambare gassen of gasvormige narcosemiddelen.
  • Pagina 9 2 Veiligheid Gevaar voor letsel bij uitval van het apparaat door geblokkeerde aanzuigsleuven bij de apparaatingangsfilter! Geblokkeerde aanzuigsleuven bij de apparaatingangsfilter kunnen de patiënt bij een uitval van het apparaat door te hoge drukken letsel toebrengen en het zelfstandig ademen van de patiënt verhinderen.
  • Pagina 10  Gebruik uitsluitend accessoires van WEINMANN Emergency. Gevaar voor letsel door drukschommelingen bij het gebruik van apparaten van de WEINMANN Emergency-serie MODUL! Wanneer het apparaat samen met apparaten van de WEINMANN Emergency-serie MODUL wordt gebruikt, kan de door apparaten van de WEINMANN Emergency-serie MODUL opgeëiste flow leiden tot drukschommelingen bij het apparaat.
  • Pagina 11 De voedingseenheid bevat een veiligheidsvoorziening tegen elektrische schok. Gebruik van een niet-originele voedingseenheid kan leiden tot letsel bij de gebruiker.  Gebruik het apparaat uitsluitend met de door WEINMANN Emergency aanbevolen voedingseenheid op de netvoeding. Voorzichtig Gevaar voor letsel door elektrische schok bij het aanraken van de contacten in het accuvak! De contacten in het accuvak staan onder spanning.
  • Pagina 12: Omgang Met Het Patiëntslangsysteem

    2 Veiligheid 2.1.3 Omgang met het patiëntslangsysteem Waarschuwing Gevaar voor letsel door besmet of geïnfecteerd patiëntslangsysteem! Een patiëntslangsysteem dat is besmet of geïnfecteerd door geen of een verkeerd uitgevoerde hygiënische zuivering, kan besmettingen of infecties overbrengen naar de volgende patiënt en deze letsel toebrengen.
  • Pagina 13: Omgang Met Zuurstof

    2 Veiligheid Voorzichtig Gevaar voor letsel door gebruik van het apparaat met perslucht! Bij gebruik met perslucht dient het apparaat te grote volumes en een te geringe zuurstofconcentratie toe. Dit kan bij de patiënt leiden tot een volutrauma en hypoxie. ...
  • Pagina 14 2 Veiligheid Gevaar voor letsel door het ontsnappen van zuurstof uit beschadigde zuurstofflessen of drukregelaars! Uit beschadigde zuurstofflessen of drukregelaars kan zuurstof ongecontroleerd ontsnappen. Dit kan leiden tot explosies en de patiënt, de gebruiker en omstanders letsel toebrengen.  Draai alle schroefverbindingen op de zuurstoffles en op de drukregelaar alleen met de hand vast.
  • Pagina 15: Algemene Aanwijzingen

    Emergency of door geschoold personeel dat door de fabrikant uitdrukkelijk werd geautoriseerd. • Laat modificaties van het apparaat uitsluitend uitvoeren door de fabrikant WEINMANN Emergency of door geschoold personeel dat door de fabrikant uitdrukkelijk werd geautoriseerd. • Elke constructieve verandering van het apparaat kan leiden tot een gevaar voor de patiënt en gebruiker en is niet toegestaan.
  • Pagina 16: Waarschuwingen In Dit Document

    2 Veiligheid 2.3 Waarschuwingen in dit document Waarschuwingen duiden op informatie die relevant is voor de veiligheid. U vindt waarschuwingen binnen het verloop van een handeling vóór een handelingsstap die een gevaar voor personen of voorwerpen bevat. Waarschuwingen bestaan uit •...
  • Pagina 17: Beschrijving

    3 Beschrijving Beschrijving 3.1 Overzicht 3-1 Apparaat Benaming Beschrijving Toont instellingen en actuele waarden (zie „3.4 Display Symbolen in het display“, pagina 21). Dient voor servicedoeleinden. Mag uitsluitend worden Service-afdekking geopend door de fabrikant of door personen die door de fabrikant zijn geautoriseerd. Alarmlampje Geeft alarmen van hoge prioriteit optisch aan.
  • Pagina 18: Bedieningsveld

    3 Beschrijving Benaming Beschrijving Verbindt het apparaat met het meetslangsysteem van Aansluiting voor meetslangsysteem het patiëntslangsysteem. Verbindt het apparaat met de beademingsslang van Aansluiting voor beademingsslang het patiëntslangsysteem. 3.2 Bedieningsveld 3-2 Bedieningselementen Benaming Beschrijving Aanduiding netvoeding Geeft aan of het apparaat via het net wordt gevoed. •...
  • Pagina 19: Display

    3 Beschrijving Benaming Beschrijving Biedt toegang tot het menu, tot de beademingsmodi Menutoets en tot het gebruikersmenu. Schakelt om tussen Air Mix-modus en No Air Mix- Air Mix-toets modus. CPR-toets Activeert of deactiveert de CPR-modus. Aan/uit-toets Schakelt het apparaat in of uit. •...
  • Pagina 20: Beademingsmodus

    3 Beschrijving Benaming Beschrijving Tijd Geeft de actuele tijd aan. 100% O Geeft aan of de 100% O -modus of de Air Mix-modus Air Mix is geactiveerd. Aanduiding beademingsmodus Geeft de actueel gekozen beademingsmodus aan. Noodgevalmodi Biedt toegang tot de noodgevalmodi Biedt toegang tot de noodgevalmodus en de Laatste patiënt ingestelde beademingsparameters van de laatst...
  • Pagina 21: Symbolen In Het Display

    3 Beschrijving Benaming Beschrijving 100% O Geeft aan of de 100% O -modus of de Air Mix-modus Air Mix is geactiveerd. Aanduiding beademingsmodus Geeft de actueel gekozen beademingsmodus aan. Geeft de inspiratietijd aan. Inspiratietijd Als een alarm wordt aangegeven, dan vervalt deze aanduiding.
  • Pagina 22 3 Beschrijving Symbool Benaming Beschrijving Accustatus > 90% Accustatus ca. 60%-90% Accustatus ca. 40%-60% Accustatus ca. 10%-40% Accustatus < 10% Accu leeg Accustatussymbool Op het display verschijnt Accu leeg en het apparaat meldt: Accu leeg. Het apparaat kan nog precies 15 minuten lang worden gebruikt.
  • Pagina 23 3 Beschrijving Symbool Benaming Beschrijving Metronoomgeluid in CPR-modus is ingeschakeld. Metronoomgeluid in CPR-modus is uitgeschakeld. Tijd die het apparaat zich in de CPR-modus bevindt. Beademingsmodi- Tijd die het apparaat zich in de RSI-modus symbolen bevindt. Tijd sinds de laatste beademingsslag Instelling voor geïntubeerde patiënten (continue hartdrukmassage) Noodgevalmodus klein kind...
  • Pagina 24: Componenten

    3 Beschrijving 3.5 Componenten 3.5.1 Overzicht 3-5 Componenten Benaming Beschrijving Dient de patiënt het inspiratiegas via een masker of Patiëntslangsysteem een tube toe (zie „3.5.2 Patiëntslangsysteem“, pagina 25). Apparaatingangsfilter Filtert de uit de omgeving aangezogen lucht. Inhalatie-adapter Maakt een inhalatie mogelijk. Beademingsmasker Verbindt het patiëntslangsysteem met de patiënt.
  • Pagina 25 3 Beschrijving 3.5.2 Patiëntslangsysteem 3-6 Patiëntslangsysteem en patiëntventiel Benaming Beschrijving Patiëntventiel (slangsysteem voor meermalig gebruik) Produceert samen met het PEEP-regelmembraan een Regeldeksel drukkamer voor de PEEP-regeling. Aansluiting voor PEEP-regelslang Verbindt het patiëntventiel met de PEEP-regelslang. Produceert samen met het regeldeksel een drukkamer PEEP-regelmembraan voor de PEEP-regeling.
  • Pagina 26 3 Beschrijving Benaming Beschrijving Patiëntslangsysteem (slangsysteem voor meermalig gebruik/slangsysteem voor eenmalig gebruik) Verbindt het patiëntventiel met het masker/de tube en Bochtstuk kan worden weggenomen. Patiëntventiel Schakelt om tussen inspiratie en expiratie. Door de beademingsslang stroomt het ademgas van Beademingsslang het apparaat naar het patiëntventiel. Beschermt de beademingsslang tegen vervuiling en Slangbeschermhoes beschadiging.
  • Pagina 27: Accessoires

    3 Beschrijving 3.6 Accessoires 3-7 Accessoires Benaming Beschrijving Laadstation Maakt de externe lading van de accu mogelijk. Voorziet het apparaat van spanning uit het boordnet 12-V-kabel in het voertuig. Draagsysteem voor montage van het apparaat aan LIFE-BASE light XS frame en apparaatrails. Voedingseenheid Voorziet het apparaat van spanning.
  • Pagina 28: Optionele Functies

    3 Beschrijving Benaming Beschrijving Verbindt de voedingseenheid of de 12-V-kabel met het Laadadapter apparaat. 3.7 Optionele functies U kunt de functie-omvang van het apparaat door optionele functies aanpassen aan uw behoeften. Er zijn de volgende optionele functies: Mogelijke opties Beschrijving Optionele functie S-IPPV Maakt de modus S-IPPV mogelijk.
  • Pagina 29: Markeringen En Symbolen

    3 Beschrijving 3.8 Markeringen en symbolen 3.8.1 Markeringen op het product 3-8 Markeringen op het product Symbool Beschrijving Apparaatplaatje Serienummer Toepassingsdeel van het type BF Ingang Gelijkspanning Beschermingstype tegen elektrische schok: apparaat van beschermingsklasse II Apparaat niet via het huisvuil afvoeren. MEDUMAT Standard...
  • Pagina 30 3 Beschrijving Symbool Beschrijving Apparaatplaatje (vervolg) Fabrikant en fabricagedatum Beschermingsgraad tegen: • binnendringen van vreemde vaste voorwerpen IP54 • binnendringen van stof • binnendringen van water met schadelijke werking Goed nota nemen van de gebruiksaanwijzing. CE-markering (bevestigt dat het product voldoet aan de geldende Europese richtlijnen) Overige markeringen en symbolen 2 / 5...
  • Pagina 31: Markeringen Op De Accu

    3 Beschrijving 3.8.2 Markeringen op de accu 3-9 Markeringen op de accu Symbool Beschrijving Accufout, indien foutaanduiding rood brandt Accustatus 3 / 9 Goed nota nemen van de gebruiksaanwijzing. Fabricagedatum Serienummer Fabrikant Accu niet via het huisvuil afvoeren. RoHS-markering voor China (bevestigt dat het product voor de aangegeven periode in jaren geen giftige stoffen afscheidt) MEDUMAT Standard...
  • Pagina 32: Markeringen Op Het Patiëntslangsysteem

    3 Beschrijving 3.8.3 Markeringen op het patiëntslangsysteem 3-10 Markeringen op het patiëntslangsysteem Symbool Beschrijving Slangsysteem voor meermalig gebruik en slangsysteem voor eenmalig gebruik Geeft de correcte flowrichting tijdens de inspiratie aan. Geeft de correcte inbouwpositie van het PEEP-regelmembraan aan. CE-markering (bevestigt dat het product voldoet aan de geldende Europese richtlijnen) Datumklok voor jaar en maand Goed nota nemen van de gebruiksaanwijzing.
  • Pagina 33: Markeringen Op Het Apparaatplaatje Van De Medutrigger

    3 Beschrijving Symbool Beschrijving Extra alleen slangsysteem voor eenmalig gebruik 8 / 10 Wegwerpartikel, niet opnieuw gebruiken Geeft de datum van het volgende onderhoud aan (positie: op de service- banderol). 3.8.4 Markeringen op het apparaatplaatje van de MEDUtrigger Symbool Beschrijving Apparaatplaatje Beschermingsgraad tegen elektrische schok: apparaat type BF Apparaat niet via het huisvuil afvoeren.
  • Pagina 34 3 Beschrijving Symbool Beschrijving Toegestane temperatuur voor opslag: -40°C tot +70°C Toegestane luchtvochtigheid voor opslag: maximaal 95% relatieve vochtigheid Breekbaar Serienummer CE-markering (bevestigt dat het product voldoet aan de geldende Europese richtlijnen) Patiëntslangsysteem (slangsysteem voor meermalig gebruik en slangsysteem voor eenmalig gebruik) Latexvrij Latex...
  • Pagina 35: Voorbereiding En Bediening

    4 Voorbereiding en bediening Voorbereiding en bediening 4.1 Apparaat monteren Het apparaat is standaard op een draagsysteem gemonteerd en gereed voor gebruik. Neem goed nota van de gebruiksaanwij- zingen voor de draagsystemen. 4.2 Energievoorziening aansluiten Vermogensverlies door apparaatcombinatie met verkeerde voedingseenheid! Wanneer u een draagsysteem met de apparaatcombinatie MEDUMAT Standard...
  • Pagina 36: Accu Gebruiken

    4 Voorbereiding en bediening 4. Indien nodig: Hang bij gebruik op het draagsysteem het draagsysteem in een wandhouder met laadaansluiting. Sluit het apparaat met laadadapter (WM 28979) en voedingseenheid met 50 W of voedingseenheid 100 W op de netvoeding aan. Sluit het apparaat met laadadapter (WM 28979) en 12-V-kabel op het boordnet in het voertuig aan.
  • Pagina 37 4 Voorbereiding en bediening 2. Bij ingeschakeld apparaat verschijnt in het display de groene pijl bij het accustatussymbool (voorbeeld: ) en op het apparaat knippert de aanduiding accustatus groen. Bij uitgeschakeld apparaat knippert alleen de aanduiding accustatus groen. 3. Wanneer de aanduiding accustatus groen brandt en/of in het display het symbool verschijnt: apparaat kan van de laadaansluiting of van de...
  • Pagina 38: Statusaanduiding

    4 Voorbereiding en bediening Statusaanduiding Toelichting Betekenis 4 LED's branden Accustatus > 90% 3 LED's branden Accustatus ca. 60%-90% 2 LED's branden Accustatus ca. 40%-60% 1 LED brandt Accustatus ca. 10%-40% 1 LED knippert Accustatus < 10% Accu is diep ontladen. Accu Geen LED brandt direct laden.
  • Pagina 39: Accu Wisselen

    4 Voorbereiding en bediening Statusaanduiding Betekenis Accustatus < 10% Accu leeg Op het display verschijnt Accu leeg en het apparaat meldt: Accu leeg. Het apparaat kan nog precies 15 minuten lang worden gebruikt. • Accu is defect. • Accu is niet aanwezig. •...
  • Pagina 40: Componenten Aansluiten

    4 Voorbereiding en bediening 4.4 Componenten aansluiten 4.4.1 Patiëntslangsysteem aansluiten Gevaar voor letsel door beademing met inhalatiemasker, sonde of inhalatiebril! Een beademing met aangeslotene inhalatiemasker of sonde of inhalatiebril kan de patiënt letsel toebrengen.  Gebruik inhalatiemasker of sonde of inhalatiebril niet voor de beademing.
  • Pagina 41 4 Voorbereiding en bediening 2. Sluit de aansluitstekker meetslangsysteem op de aansluiting voor de PEEP-regelslang en de aansluiting voor de drukmeet- slang aan. 3. Bij tubebeademing: steek het patiëntventiel van het patiënt- slangsysteem na de intubatie met of zonder bochtstuk op de tube.
  • Pagina 42 4 Voorbereiding en bediening Materiële schade door een in elkaar geschoven apparaatingangsfilter in het filtervak te plaatsen! Bij levering is de filtercassette voor de helft in de apparaatingangsfilter geplaatst en door een transportbeveiliging in deze positie vastgezet. Als de filtercassette al vóór het plaatsen in het filtervak op het apparaat helemaal in de apparaatingangsfilter is geschoven, dan kan de werking van de apparaatingangsfilter niet meer worden gewaarborgd.
  • Pagina 43: Medutrigger Aansluiten

    4 Voorbereiding en bediening 4.4.3 MEDUtrigger aansluiten MEDUtrigger De paraatheid van de MEDUtrigger wordt aangegeven door 2 groene LED's op de MEDUtrigger. Wanneer de MEDUtrigger op het apparaat is aangesloten en de groene LED's op de MEDUtrigger branden, kunt u door het indrukken van de MEDUtrigger-toets beademingsslagen handmatig activeren.
  • Pagina 44: Apparaat Inschakelen

    4 Voorbereiding en bediening 2. Steek de MEDUtrigger: • op het patiëntventiel van het patiëntslangsysteem • op het bochtstuk van het patiëntslangsysteem Wanneer u een ademsysteemfilter gebruikt, steek de MEDUtrigger dan altijd tussen masker en ademsysteemfilter. Resultaat De MEDUtrigger is op het apparaat aangesloten en gereed voor gebruik.
  • Pagina 45: Apparaat Uitschakelen

    4 Voorbereiding en bediening De zelftest is succesvol, wanneer is voldaan aan alle punten. Op het apparaat verschijnt na de zelftest het startmenu: 2. Wanneer aan één of meerdere punten niet is voldaan: neem het apparaat niet in gebruik. 3. Voer de functiecontrole uit (zie „8.3 Functiecontrole uitvoeren“, pagina 102).
  • Pagina 46 4 Voorbereiding en bediening 1. Schakel het apparaat in. Op het apparaat verschijnt na de zelftest het startmenu: Een countdown in het veld Laatste patiënt telt 20 seconden Wanneer u niet binnen 20 seconden een menu heeft gekozen, gaat het apparaat automatisch naar het menu Laatste patiënt en begint direct met de beademing van de patiënt.
  • Pagina 47: Parameters Van De Laatst Beademde Patiënt Opvragen

    4 Voorbereiding en bediening 4.7.2 Parameters van de laatst beademde patiënt opvragen Voorwaarde Het apparaat is uitgeschakeld. 1. Schakel het apparaat in. Op het apparaat verschijnt na de zelftest het startmenu: Een countdown in het veld Laatste patiënt telt 20 seconden 2.
  • Pagina 48: Beademingsmodus Voor Nieuwe Patiënt Kiezen

    4 Voorbereiding en bediening 4.7.3 Beademingsmodus voor nieuwe patiënt kiezen Voorwaarde Het apparaat is uitgeschakeld. 1. Schakel het apparaat in. Op het apparaat verschijnt na de zelftest het startmenu: Een countdown in het veld Laatste patiënt telt 20 seconden Wanneer u niet binnen 20 seconden een menu heeft gekozen, gaat het apparaat automatisch naar het menu Laatste patiënt en begint direct met de beademing van de patiënt.
  • Pagina 49 4 Voorbereiding en bediening 3. Kies lengte en geslacht: de lengte wordt in stappen van 5 cm van 50 cm - 250 cm aangegeven (zie „12.2 Berekening van het lichaamsgewicht via de lengte“, pagina 134) Navigeer naar het veld Lengte en draai de navigatieknop verder om de gewenste patiëntgroep te kiezen: •...
  • Pagina 50: Noodgevalmodus Uit Een Beademingsmodus Kiezen

    4 Voorbereiding en bediening • kind • klein kind 4. Druk op de navigatieknop volgende. 5. Kies de beademingsmodus. Het apparaat gaat naar de gekozen modus. Resultaat Een beademingsmodus voor een nieuwe patiënt is ingesteld. 4.7.4 Noodgevalmodus uit een beademingsmodus kiezen Voorwaarde •...
  • Pagina 51: Beademingsmodus Kiezen

    4 Voorbereiding en bediening 1. Kies met de rechter navigatieknop het veld voor noodgevalmodus. 2. Kies de noodgevalmodus: • noodgeval klein kind • noodgeval kind • noodgeval volwassene Het apparaat gaat naar de modus IPPV met de voor de patiëntgroep vooringestelde beademingsparameters (zie „12.1.8 Fabrieksinstellingen noodgevalmodi“, pagina 133).
  • Pagina 52 4 Voorbereiding en bediening 2. Kies de beademingsmodus. Het apparaat gaat naar de gekozen modus. Resultaat Een beademingsmodus is ingesteld. 4.7.6 Apparaat in 100% zuurstof- of Air Mix-modus gebruiken Voorwaarde • Het apparaat is ingeschakeld. • Een beademingsmodus is ingesteld. 1.
  • Pagina 53: Inhalatie Uitvoeren

    4 Voorbereiding en bediening 4.7.7 Inhalatie uitvoeren Verhinderde therapie in de inhalatiemodus bij gebruik van een vernevelaar! Het apparaat is niet geschikt voor vernevelaars. Het apparaat produceert voor deze functie niet voldoende druk.  Gebruik geen vernevelaars bij dit apparaat. Voorwaarde •...
  • Pagina 54: Beademing In Cpr-Modus Uitvoeren

    4 Voorbereiding en bediening 4. Steek de inhalatie-adapter op de aansluiting voor beademingsslang. 5. Sluit het inhalatiemasker of de sonde of de inhalatiebril aan. 6. Kies met de rechter navigatieknop de flow voor de inhalatie. Resultaat De inhalatie wordt uitgevoerd. 4.7.8 Beademing in CPR-modus uitvoeren In de CPR-modus bepaalt u de toegediende ademfrequentie zelf.
  • Pagina 55 4 Voorbereiding en bediening Voorwaarde • Het apparaat is ingeschakeld. • Een beademingsmodus is ingesteld. • De MEDUtrigger is op het apparaat aangesloten. 1. Druk kort op de CPR-toets Het apparaat gaat naar de modus CPR 30:2/CPR 15:2/ CPR cont. (afhankelijk van de voorinstelling). De groene LED's op de MEDUtrigger gaan branden.
  • Pagina 56 4 Voorbereiding en bediening U kunt het startgedrag van de CPR-modus in het gebruikersmenu aanpassen: Gebruikersmenu | Voorinstellingen patiënt | CPR- modus. Resultaat De beademing wordt in de CPR-modus uitgevoerd. Beademing op pauze zetten in de CPR-modus Tijdens de analyse van de defibrillator kunt u de beademing op pauze zetten, om artefacten bij de analyse te vermijden.
  • Pagina 57: Beademing In Rsi-Modus Uitvoeren

    4 Voorbereiding en bediening Resultaat De beademing is op pauze gezet. Na afloop van de countdown start de beademing automatisch weer. 4.7.9 Beademing in RSI-modus uitvoeren Voorwaarde • Het apparaat is ingeschakeld. • De MEDUtrigger is op het apparaat aangesloten. •...
  • Pagina 58 4 Voorbereiding en bediening 2. Kies de modus RSI. Het apparaat gaat naar de RSI-modus. De Demand-functie start automatisch. 3. Navigeer voor de functie Handmatig naar het veld Demand en kies het veld Handmatig. Om de functie Handmatig te kunnen kiezen, moet een MEDUtrigger zijn aangesloten.
  • Pagina 59: Patiënt Bewaken

    4 Voorbereiding en bediening 4. Om een continue beademing na luchtwegmanagement uit te voeren, kiest u het veld Continu. Het apparaat gaat naar de RSI IPPV-modus. Resultaat De beademing wordt in de RSI-modus uitgevoerd. 4.8 Patiënt bewaken Tijdens de beademing moet u de patiënt voortdurend bewaken. Het beademingsverloop kunt u aan de hand van de manometer en de getoonde meetwaarden op het display van het apparaat aflezen (zie „3.3.2 Beademingsmodus“, pagina...
  • Pagina 60: Akoestische Alarmuitvoer

    4 Voorbereiding en bediening Beademingsverloop voor en na compliance-vermindering Druk mbar insp Tijd 4-3 Beademingsverloop voor en na compliance-vermindering 4.9 Akoestische alarmuitvoer 4.9.1 Akoestische alarmuitvoer uitschakelen Voorwaarde Er is een alarm actief en dit is akoestisch te horen. 1. Druk kort (< 2 s) op de alarm-uit-toets Resultaat De akoestische alarmuitvoer is gedurende 120 s stil geschakeld.
  • Pagina 61: Apparaat Transporteren

    4 Voorbereiding en bediening 4.10 Apparaat transporteren 4-4 Transport op een draagsysteem U kunt het apparaat als volgt transporteren: • op het draagsysteem LIFE-BASE 3 NG • op het draagsysteem LIFE-BASE 1 NG XL • met het draagsysteem LIFE-BASE light XS 4.11 Zuurstof op gang brengen 4.11.1 Zuurstofvoorziening aansluiten Gevaar voor letsel door hoog gecomprimeerde zuurstof in...
  • Pagina 62 4 Voorbereiding en bediening Gevaar voor letsel door het ontsnappen van zuurstof uit beschadigde zuurstofflessen of drukregelaars! Uit beschadigde zuurstofflessen of drukregelaars kan zuurstof ongecontroleerd ontsnappen. Dit kan leiden tot explosies en de patiënt, de gebruiker en omstanders letsel toebrengen. ...
  • Pagina 63 4 Voorbereiding en bediening 2. Sluit de drukregelaar met de geribbelde wartelmoer op het ventiel van de zuurstoffles aan en draai deze met de hand vast. 3. Indien nodig: sluit de drukslang met de wartelmoer op de uitgang van de drukregelaar aan. 4.
  • Pagina 64 4 Voorbereiding en bediening 4. Koppel de drukslang van de persgasaansluiting van het apparaat los. 5. Indien nodig: vervang de lege zuurstoffles. Resultaat Het apparaat is van de zuurstofvoorziening losgekoppeld. 4.11.3 Gebruiksduur berekenen 1. Bereken het vulniveau van de zuurstoffles (zuurstofvoorraad): zuurstofvoorraad = inhoud van de zuurstoffles x druk in de zuurstoffles Voorbeeld...
  • Pagina 65: Na Het Gebruik

    4 Voorbereiding en bediening 4.12 Na het gebruik 1. Koppel het patiëntslangsysteem van het beademingsmasker of de tube los. 2. Indien nodig: voer het beademingsmasker of de tube af. 3. Indien nodig: koppel het patiëntslangsysteem van het apparaat los. 4. Indien nodig: voer het slangsysteem voor eenmalig gebruik af. 5.
  • Pagina 66 4 Voorbereiding en bediening 3. Koppel de PEEP-regelslang en de drukmeetslang los van het patiëntventiel. 4. Koppel het bochtstuk los van het patiëntventiel. 5. Koppel het patiëntventiel los van de beademingsslang. 6. Demonteer het patiëntventiel. Resultaat Het slangsysteem voor meermalig gebruik is gedemonteerd. MEDUMAT Standard...
  • Pagina 67: Slangsysteem Voor Meermalig Gebruik Monteren

    4 Voorbereiding en bediening 4.13.2 Slangsysteem voor meermalig gebruik monteren Voorwaarde Het slangsysteem voor meermalig gebruik is gedemonteerd. 1. Monteer het patiëntventiel. Let daarbij op het volgende: • De met "TOP" gemarkeerde zijde van het PEEP- regelmembraan moet naar boven naar het regeldeksel wijzen.
  • Pagina 68: Menu-Instellingen

    5 Menu-instellingen Menu-instellingen 5.1 In het gebruikersmenu navigeren 1. Schakel het apparaat in. Het startmenu verschijnt. 2. Druk kort op de menutoets 3. Draai aan de rechter navigatieknop, om het eerste cijfer van de toegangscode in te voeren. 4. Druk op de navigatieknop volgende, om het eerste cijfer van de toegangscode te bevestigen.
  • Pagina 69 5 Menu-instellingen 7. Draai een van de drie navigatieknoppen om submenu's te kiezen. 8. Druk op een van de drie navigatieknoppen om submenu's op te vragen. 9. Draai een van de drie navigatieknoppen om gewenste waarden te kiezen. 10. Druk op een van de drie navigatieknoppen om waarden te bevestigen.
  • Pagina 70: Structuur Van Het Gebruikersmenu

    5 Menu-instellingen 5.2 Structuur van het gebruikersmenu Apparaatinformatie Accu-informatie Logbestanden exporteren Configuratie exporteren Import/export Configuratie importeren Software-update Toegangscode wijzigen Geluidssterkte Helderheid Apparaatinstellingen Filterbelasting Taal Datum/tijd PEEP waarschuwing Lengte patiënt Voorinstellingen patiënt CPR-modus Klein kind Kind Ki d Volwassene Optie S-IPPV Optie SIMV Opties Optie Inhalatie...
  • Pagina 71: Instellingen In Het Gebruikersmenu

    5 Menu-instellingen 5.3 Instellingen in het gebruikersmenu 5.3.1 Apparaatinformatie 5-2 Submenu Apparaatinformatie Hier kunt u de volgende informatie over het apparaat bekijken: • geïnstalleerde softwareversie • apparaat-ID • serienummer apparaat • datum van de laatste geslaagde functiecontrole • vervaldatum van het volgende onderhoud MEDUMAT Standard...
  • Pagina 72: Accu-Informatie

    5 Menu-instellingen 5.3.2 Accu-informatie 5-3 Submenu Accu-informatie Hier kunt u de volgende informatie over de accu bekijken: • serienummer • accucapaciteit • laadcycli • accustatus MEDUMAT Standard...
  • Pagina 73: Logbestanden Exporteren

    5 Menu-instellingen 5.3.3 Import/export 5-4 Submenu Import/export Logbestanden exporteren Het apparaat slaat de gebruiksgegevens altijd in zijn interne apparaatgeheugen op. Om de gegevens te analyseren, kunt u deze naar een SD-kaart exporteren. Gedetailleerde informatie over de geëxporteerde logbestanden vindt u in de bijlage (zie „12.3 Geëxporteerde logbestanden“, pagina 135).
  • Pagina 74: Configuratie Importeren

    SD-kaart plaatsen Gegevensverlies door foute SD-kaart! Bij SD-kaarten die niet via WEINMANN Emergency werden gekocht, kan de functionaliteit beperkt zijn of er kan zich gegevensverlies voordoen.  Gebruik uitsluitend SD-kaarten van WEINMANN Emergency.
  • Pagina 75: Gegevens Naar Sd-Kaart Exporteren

    5 Menu-instellingen Gegevens naar SD-kaart exporteren Voorwaarde • Er zit een SD-kaart in de SD-kaartsleuf. • Het gebruikersmenu is opgevraagd (zie „5.1 In het gebruikersmenu navigeren“, pagina 68). 1. Kies het menupunt Import/export. 2. Kies het submenupunt Logbestanden exporteren. Kies het submenupunt Configuratie exporteren. Het apparaat begint automatisch de gewenste gegevens naar de SD-kaart te exporteren.
  • Pagina 76: Sd-Kaart Verwijderen

    5 Menu-instellingen SD-kaart verwijderen Voorwaarde Er zit een SD-kaart in de SD-kaartsleuf. 1. Open de spatwaterbeveiliging van de SD-kaartsleuf. Gegevensverlies of materiële schade door verkeerde hantering! Wanneer u de SD-kaart verwijdert tijdens het exporteren van logbestanden of het updaten van de software van het apparaat, kunnen gegevens verloren gaan of het apparaat kan worden beschadigd.
  • Pagina 77 5 Menu-instellingen • Er zit een SD-kaart met nieuwe software in de SD-kaartsleuf. • Het gebruikersmenu is opgevraagd (zie „5.1 In het gebruikersmenu navigeren“, pagina 68). 1. Kies het menupunt Software-update. 2. Kies software-update. Materiële schade door bewegen van het apparaat en/of indrukken van toetsen tijdens het updateproces! Het bewegen van het apparaat en/of het indrukken van toetsen tijdens het updateproces kan het updateproces annuleren en het...
  • Pagina 78: Toegangscode Wijzigen

    5 Menu-instellingen 6. Houd gedurende ten minste 2 seconden de aan/uit-toets ingedrukt, om het apparaat uit te schakelen en de instellingen op te slaan. Resultaat De software is bijgewerkt. 5.3.5 Toegangscode wijzigen 5-5 Submenu Toegangscode wijzigen Hier kunt u de toegangscode voor het gebruikersmenu wijzigen. In leveringstoestand heeft het gebruikersmenu de toegangscode 0000.
  • Pagina 79: Apparaatinstellingen

    5 Menu-instellingen 5.3.6 Apparaatinstellingen 5-6 Submenu Apparaatinstellingen In het submenu Apparaatinstellingen kunt u de volgende parameters voor het apparaat instellen: Instelbare Parameter Beschrijving waarden Hier kunt u het volume van de akoestische Geluidssterkte 100% signalen en gesproken meldingen instellen. Hier kunt u de helderheid van het display Helderheid instellen.
  • Pagina 80: Voorinstellingen Patiënt

    5 Menu-instellingen Instelbare Parameter Beschrijving waarden Duits Deutsch Engels English Frans Français Hier kunt u de taal van de displayteksten Spaans Español instellen. Taal Portugees (BR) Português (Br) Afhankelijk van de stand van de Nederlands Nederlands apparaatsoftware kunnen extra talen Tsjechisch Cesky beschikbaar zijn.
  • Pagina 81 5 Menu-instellingen Instelbare Parameter Beschrijving waarden Hier kunt u voor de positieve eindexpiratorische druk een grenswaarde instellen, bij het bereiken of overschrijden PEEP waarschuwing 1 mbar - 21 mbar waarvan een waarschuwing op het display verschijnt. In dit geval kleurt het veld PEEP rechtsonder op het display rood.
  • Pagina 82 5 Menu-instellingen Instelbare Parameter Beschrijving waarden 50 ml - 2000 ml, in Hier kunt u het tidaal volume instellen. stappen van 50 ml Freq. 5/min - 50/min Hier kunt u de frequentie instellen. Klein kind Hier kunt u de positieve eindexpiratorische PEEP 1 mbar - 20 mbar Kind...
  • Pagina 83: Optionele Functies Vrijschakelen

    5 Menu-instellingen 5.3.8 Optionele functies vrijschakelen 5-8 Submenu Opties Als exploitant kunt u voor de gebruiker in het submenu Opties optionele functies vrijschakelen en de vrijgeschakelde opties activeren of deactiveren: Voorwaarde Het gebruikersmenu is opgevraagd (zie „5.1 In het gebruikersmenu navigeren“, pagina 68).
  • Pagina 84 5 Menu-instellingen 2. Kies het menupunt Optie vrijschakelen. 3. Draai aan de rechter navigatieknop, om het eerste cijfer van de optiecode in te voeren. 4. Druk op de navigatieknop volgende, om het eerste cijfer van de optiecode te bevestigen. 5. Voer de volgende cijfers van de optiecode volgens hetzelfde principe in.
  • Pagina 85 5 Menu-instellingen 6. Druk op de navigatieknop ok, om de optiecode te bevestigen. In het display verschijnt de vrijgeschakelde optionele functie in het menupunt Opties van het gebruikersmenu. 7. Kies de optionele functie. 8. Activeer of deactiveer de optionele functie met de rechter navigatieknop.
  • Pagina 86: Beschrijving Van De Modi

    6 Beschrijving van de modi Beschrijving van de modi 6.1 Rangschikking van de beademingsmodi Ademarbeid 100% Patiënt Beademingsapparaat geassisteerde beademing gecontroleerde beademing spontane ademhaling De volgende beademingsmodi zijn met het apparaat mogelijk: Regelings- Gecontroleerde Geassisteerde Spontane parameter beademing beademing ademhaling Druk CPAP IPPV...
  • Pagina 87: Beademingsparameters

    6 Beschrijving van de modi 6.2 Beademingsparameters Beademings- Eenheid Beschrijving parameter Tidaal volume (ademteugvolume) Freq. 1/min Beademingsfrequentie mbar Maximale inspiratiedruk PEEP mbar Positieve eindexpiratorische druk (CPAP) Beademing door bijmenging van Air Mix atmosferische lucht 100% zuurstof Beademing met 100% zuurstof Bij een ingestelde PEEP-waarde >...
  • Pagina 88: Beademingsmodi

    6 Beschrijving van de modi 6.3 Beademingsmodi 6.3.1 CPAP-modus Beschrijving Afkorting CPAP Lange vorm Continuous Positive Airway Pressure Soort Drukgecontroleerd Beademingsparameters Navigatieknop links Navigatieknop midden • PEEP Navigatieknop rechts • CPAP Druk CPAP CPAP / PEEP Tijd 1/freq. (spontaan) 1/freq. (spontaan) De instelwaarde CPAP/PEEP dient voor verhoging van het drukniveau van de ademhaling ter verhoging van de functionele residuale capaciteit FRC van spontaan ademende patiënten.
  • Pagina 89 6 Beschrijving van de modi 6.3.2 IPPV-modus Beschrijving Afkorting IPPV Intermittent Positive Pressure Lange vorm Ventilation Soort Volumegecontroleerd Beademingsparameters Navigatieknop links Navigatieknop midden Freq. • PEEP Navigatieknop rechts • • Noodgevalmodus Druk IPPV machinale beademing machinale beademing PEEP Tijd 1/freq. (ingesteld) 1/freq.
  • Pagina 90 6 Beschrijving van de modi 6.3.3 S-IPPV-modus Beschrijving Afkorting S-IPPV Synchronized Intermittent Positive Lange vorm Pressure Ventilation Soort Volumegecontroleerd Beademingsparameters Navigatieknop links Navigatieknop midden Freq. • PEEP Navigatieknop rechts • • Noodgevalmodus S-IPPV Druk gesynchroniseerde machinale machinale beademing beademing plateau PEEP Tijd ΔT...
  • Pagina 91 6 Beschrijving van de modi Gevaar voor een intrinsieke PEEP! Door een te korte expiratie kan de druk aan het einde van de expiratie langzaam stijgen.  Wanneer de ingestelde PEEP wordt overschreden, geeft het apparaat een alarm van hoge prioriteit (PEEP De S-IPPV-modus dient voor volumegecontroleerde beademing met variabel verplicht minuutvolume.
  • Pagina 92 6 Beschrijving van de modi 6.3.4 SIMV-modus Beschrijving Afkorting SIMV Synchronized Intermittent Mandatory Lange vorm Ventilation Soort Volumegecontroleerd Beademingsparameters Navigatieknop links Navigatieknop midden Freq. • PEEP Navigatieknop rechts • • Noodgevalmodus Druk SIMV machinale beademing gesynchroniseerde machinale beademing spontane ademhaling Patiënt- trigger PEEP...
  • Pagina 93: Extra Functies

    6 Beschrijving van de modi 6.4 Extra functies 6.4.1 CPR-modus Beschrijving Afkorting Lange vorm Cardiopulmonary Resuscitation Soort Volumegecontroleerd Beademingsparameters Navigatieknop links Navigatieknop midden Freq. • PEEP • Navigatieknop rechts • Metronoom • Ritme De CPR-modus ondersteunt u bij de cardiopulmonaire reanimatie (volgens de richtlijnen voor reanimatie).
  • Pagina 94: Inhalatiemodus

    6 Beschrijving van de modi 6.4.2 RSI-modus Beschrijving Afkorting Lange vorm Rapid Sequence Induction Soort Volumegecontroleerd Beademingsparameter • Demand Navigatieknop rechts • Handmatig • Continu De RSI-modus ondersteunt u bij het inleiden van een narcose (TIVA). Deze wordt gebruikt bij alle patiënten met een verhoogd risico op pulmonale aspiratie.
  • Pagina 95: Hygiënische Zuivering

    • Meer aanwijzingen voor de hygiënische zuivering en een lijst met alle bruikbare reinigings- en desinfectiemiddelen vindt u in een brochure op internet op www.weinmann-emergency.de • De levensduur van de componenten van het slangsysteem voor meermalig gebruik bedraagt ten minste 30 zuiveringscycli.
  • Pagina 96: Termijnen

    7 Hygiënische zuivering 7.2 Termijnen Reinig apparaat, componenten en accessoires na elk gebruik (ten minste echter 1x per week). 7.3 Hygiënsche zuivering van het apparaat Gevaar voor letsel door hergebruik van wegwerpartikelen! Wegwerpartikelen zijn bestemd voor eenmalig gebruik. Hergebruikte wegwerpartikelen kunnen besmet en/of in hun werking belemmerd zijn en zodoende tot letsel bij de patiënt leiden.
  • Pagina 97: Reiniging

    7 Hygiënische zuivering 6. Voer een hygiënische zuivering van apparaat, componenten en accessoires uit volgens de volgende tabel: Thermische Onderdeel Reiniging Desinfectie Sterilisatie desinfectie Apparaat Accu Niet toegestaan Voedingseenheid Droog of vochtig MEDUtrigger Wisdesinfectie afvegen: water of Stoomsterilisatie (advies: Niet toegestaan milde zeep ®...
  • Pagina 98: Hygiënsche Zuivering Van Het Slangsysteem Voor Meermalig Gebruik

    7 Hygiënische zuivering 7. Sluit het patiëntslangsysteem op het apparaat aan. 8. Plaats de accu. 9. Indien nodig: breng de netvoeding weer tot stand. 10. Voer de functiecontrole uit (zie „8.3 Functiecontrole uitvoeren“, pagina 96). Resultaat Het apparaat, de componenten en de accessoires zijn hygiënisch gezuiverd.
  • Pagina 99: Meetslangsysteem Desinfecteren

    7 Hygiënische zuivering Thermische Onderdeel Reiniging Desinfectie Sterilisatie desinfectie • Vochtig • Op 30°C in de afvegen: wasmachine Spoelen tot water of spoelen (zonder 95°C milde zeep centrifugeren, met (advies: gebruiken toevoeging van ® thermosept Slangbeschermhoes • Op 30°C in geschikt Niet toegestaan alkaclean forte...
  • Pagina 100 7 Hygiënische zuivering 1. Sluit een steriele spuit voor eenmalig gebruik (20 ml) op het vrije uiteinde van de drukmeetslang aan. 2. Dompel de aansluitstekker meetslangsysteem in een verdunde desinfectie-oplossing. 3. Zuig de desinfectie-oplossing door de drukmeetslang in de spuit voor eenmalig gebruik tot deze helemaal is gevuld. (desinfectieduur: 15 min).
  • Pagina 101: Functiecontrole

    8 Functiecontrole Functiecontrole 8.1 Termijnen Voer met regelmatige tussenpozen een functiecontrole uit: Betrokken onderdeel Termijn • Vóór elk gebruik Apparaat • Na elke hygiënische zuivering • Na elke reparatie • Vóór elk gebruik Patiëntslangsysteem • Na elke hygiënische zuivering (slangsysteem voor meermalig •...
  • Pagina 102: Functiecontrole Uitvoeren

    8 Functiecontrole 7. Controleer de dichtheid van het systeem (zie „8.7 Dichtheid van het systeem controleren“, pagina 110). Indien nodig: verhelp lekkages van het systeem (zie „8.8 Lekkages van het systeem verhelpen“, pagina 110). 8. Controleer accessoires op uitwendige beschadigingen. Indien nodig: vervang accessoires.
  • Pagina 103 8 Functiecontrole • Sluit testzak of testlong op het patiëntslangsysteem aan. • Open de zuurstoffles. 4. Druk op de navigatieknop starten. 5. Controleer het alarmsysteem: • Het alarmlampje moet rood knipperen. • Het apparaat moet een alarmsignaal laten horen. 6. Wanneer het alarmsysteem functioneert: druk op de navigatieknop ja.
  • Pagina 104 8 Functiecontrole 8. Druk in de toetsentest achtereenvolgens op alle bedieningselementen behalve op de aan/uit-toets 9. Indien nodig: druk twee keer op de menutoets , om de toetsentest af te breken. 10. Ga met de apparaatingangsfilter volgens de volgende tabel te werk: MEDUMAT Standard...
  • Pagina 105 8 Functiecontrole Kleur Maatregel Blijf de apparaatingangsfilter Groen gebruiken. • Apparaatingangsfilter bij de hand houden. Geel • Apparaatingangsfilter bestellen. Rood Vervang de apparaatingangsfilter. 11. Wanneer de apparaatingangsfilter werd vervangen: zet de filterwisselaanduiding met de navigatieknop terugzetten terug. 12. Druk op de navigatieknop volgende. De statusmelding verschijnt.
  • Pagina 106: Geslaagde Functiecontrole Met Onderhoudsaanwijzing

    8 Functiecontrole 13. Ga met het apparaat volgens de volgende tabel te werk: Aanduiding Betekenis Maatregel Apparaat Geslaagde functiecontrole. Gebruik het apparaat onbeperkt. gereed voor gebruik Apparaat Gebruik het apparaat en tref gereed voor gebruik, maatregelen (zie „8.4 Geslaagde Geslaagde functiecontrole. functiecontrole met onderhoudssymbool onderhoudsaanwijzing“, pagina...
  • Pagina 107 „10.2 Termijnen“, pagina 118). Het onderhoud is nodig, om een onbeperkt gebruik van uw apparaat te waarborgen. Neem tijdig contact op met WEINMANN Emergency of een door WEINMANN Emergency geautoriseerde servicepartner, om het noodzakelijke onderhoud van uw apparaat te laten uitvoeren.
  • Pagina 108: Niet Geslaagde Functiecontrole

    8 Functiecontrole 8.5 Niet geslaagde functiecontrole Gevaar voor letsel door apparaat dat niet gereed is voor gebruik! Wanneer u het apparaat na een niet geslaagde functiecontrole gebruikt, kan er letsel bij de patiënt ontstaan.  Gebruik het apparaat altijd alleen na een geslaagde functiecontrole.
  • Pagina 109: Slangsysteem Voor Meermalig Gebruik Controleren

    1. Volg de instructies op het display. 2. Herhaal de functiecontrole. 3. Wanneer de functiecontrole weer met Apparaat niet gereed voor gebruik wordt voltooid: neem contact op met speciaalzaak of WEINMANN Emergency. 8.6 Slangsysteem voor meermalig gebruik controleren Voorwaarde Het patiëntventiel van het slangsysteem voor meermalig gebruik is gedemonteerd (zie „4.13.1 Slangsysteem voor meermalig gebruik...
  • Pagina 110: Dichtheid Van Het Systeem Controleren

    8 Functiecontrole Resultaat Het patiëntventiel van het slangsysteem voor meermalig gebruik is gecontroleerd en gereed voor gebruik. 8.7 Dichtheid van het systeem controleren Voorwaarde • Het apparaat is op de zuurstofvoorziening aangesloten. • Het patiëntslangsysteem is op het apparaat aangesloten. •...
  • Pagina 111 8 Functiecontrole 2. Bevochtig alle schroefverbindingen en slangen met het zeepsopje. Bij een lekkage worden luchtbellen gevormd. 3. Bij een lekkage: sluit het ventiel van de zuurstoffles. 4. Druk kort op de aan/uit-toets en laat het apparaat zonder zuurstofvoorziening lopen. De resterende zuurstof wordt uit het apparaat gespoeld.
  • Pagina 112: Alarmen En Storingen

    9 Alarmen en storingen Alarmen en storingen Alarmen worden in de alarmregel in het display als tekst weergegeven. Afhankelijk van de prioriteit van de alarmen verschijnt de tekst met een bepaalde achtergrondkleur: Alarmkleur Betekenis Rood Hoge prioriteit Geel Gemiddelde prioriteit Turkoois Lage prioriteit Bij meerdere alarmen gedraagt het apparaat zich als volgt:...
  • Pagina 113: Alarmmeldingen

    9 Alarmen en storingen 9.1 Alarmmeldingen 9.1.1 Alarm van hoge prioriteit (rood) Alarm Oorzaak Verhelpen Accu wisselen (zie 4.3.5, pag. 39). Apparaat op netvoeding Accu leeg Zeer geringe accustatus aansluiten (zie 4.2, pag. 35) accu laden (zie 4.3.2, pag. 36). Accu binnen toegestaan Accutemperatuur kritisch Accutemperatuur >...
  • Pagina 114 9 Alarmen en storingen Alarm Oorzaak Verhelpen Patiëntslangsysteem lek Patiëntslangsysteem vervangen. Patiëntslangsysteem niet correct Patiëntslangsysteem correct aangesloten aansluiten. Tube verkeerd gelegd Tube correct leggen. Slangen zo leggen dat deze niet Luchtwegdruk Slangen geknikt of bekneld geknikt of bekneld raken. Beademingsinstellingen verkeerd Beademingsinstellingen ingesteld aanpassen.
  • Pagina 115: Alarm Van Gemiddelde Prioriteit (Geel)

    9 Alarmen en storingen De alarmen luchtwegdruk , PEEP en luchtwegdruk worden pas gegeven, wanneer bij twee op elkaar volgende ademcycli aan de desbetreffende voorwaarde is voldaan. 9.1.2 Alarm van gemiddelde prioriteit (geel) Alarm Oorzaak Verhelpen Apparaat in accumodus zonder netvoeding tot uitschakelen laten werken.
  • Pagina 116: Storingen

    9.2 Storingen Wanneer u storingen niet meteen met behulp van de tabel kunt verhelpen, neem dan contact op met de fabrikant WEINMANN Emergency of uw speciaalzaak om het apparaat te laten repareren. Gebruik het apparaat niet verder, om grotere schade te vermijden.
  • Pagina 117 9 Alarmen en storingen Storing Oorzaak Verhelpen Software-update met een andere SD-kaart uitvoeren. Software-update functioneert niet Update-bestand of SD-kaart defect Kan de update nog steeds niet met succes worden uitgevoerd, dan het apparaat laten repareren. 9.2.2 Accu Storing Oorzaak Verhelpen Foutaanduiding brandt rood, Accu defect Accu vervangen.
  • Pagina 118: Onderhoud

    10 Onderhoud 10 Onderhoud 10.1 Algemene aanwijzingen Onderhoudswerkzaamheden, veiligheidstechnische controles en servicemaatregelen zoals inspecties en reparatiewerkzaamheden mogen alleen door de fabrikant of geschoold personeel dat door de fabrikant uitdrukkelijk werd geautoriseerd, worden uitgevoerd. 10.2 Termijnen Degene die de Betrokken onderdeel Termijn werkzaamheden uitvoert Fabrikant of geschoold personeel...
  • Pagina 119: Slangsysteem Voor Meermalig Gebruik Onderhouden

    10 Onderhoud 10.3 Slangsysteem voor meermalig gebruik onderhouden Voorwaarde Het slangsysteem voor meermalig gebruik is gedemonteerd (zie „4.13.1 Slangsysteem voor meermalig gebruik demonteren“, pagina 65). 1. Controleer alle onderdelen van het slangsysteem voor meermalig gebruik op uitwendige beschadigingen en complete tekst. Indien nodig: vervang beschadigde of niet correct van tekst voorziene onderdelen.
  • Pagina 120: Apparaatingangsfilter Vervangen

    10 Onderhoud 10.4 Apparaatingangsfilter vervangen Voorwaarde Het apparaat is uitgeschakeld. 1. Trek de apparaatingangsfilter uit het filtervak van het apparaat. 2. Voer de apparaatingangsfilter met de filtercassette af (zie „11.2.4 Apparaatingangsfilter“, pagina 123). Materiële schade door een in elkaar geschoven apparaatingangsfilter in het filtervak te plaatsen! Bij levering is de filtercassette voor de helft in de apparaatingangsfilter geplaatst en door een transportbeveiliging...
  • Pagina 121 10 Onderhoud Transport- beveiliging Filtercassette met filtervlies 3. Verwijder de transportbeveiliging uit de apparaatingangsfilter. 4. Schuif de apparaatingangsfilter met de voor de helft geplaatste filtercassette in het filtervak op het apparaat. Daarbij schuift de filtercassette helemaal in de apparaatingangsfilter. 5. Druk de apparaatingangsfilter in het filtervak tot de apparaatingangsfilter hoorbaar vastklikt en één geheel met het apparaat vormt.
  • Pagina 122: Opslag En Afvalverwijdering

    11 Opslag en afvalverwijdering 11 Opslag en afvalverwijdering 11.1 Opslag 11.1.1 Algemene aanwijzingen • Sla het apparaat onder de voorgeschreven omgevingscondities (zie „12.1 Technische gegevens“, pagina 118). • Sla de accu bij langdurigere opslag (meer dan één week) apart op en lade deze om de 6 maanden na. •...
  • Pagina 123: Afvalverwijdering

    • voedingseenheid 11.2.2 Accu Verbruikte accu's mogen niet via het huisvuil worden afgevoerd. Neem contact op met WEINMANN Emergency of uw gemeentelijke verzamelpunt voor klein chemisch afval. 11.2.3 Patiëntslangsysteem Voer het patiëntslangsysteem na gebruik af naar een recyclingbedrijf voor kunststoffen.
  • Pagina 124: Bijlage

    12 Bijlage 12 Bijlage 12.1 Technische gegevens 12.1.1 Technische gegevens apparaat Specificatie Apparaat Productklasse volgens richtlijn 93/42/EEG Afmetingen (B x H x D) 206 mm x 137 mm x 130 mm Gewicht: zonder accu Ca. 2 kg met accu Ca. 2,5 kg Werking: temperatuurbereik -18°C tot +50°C...
  • Pagina 125 Testparameters en grenswaarden kunnen indien nodig bij de Elektromagnetische compatibiliteit fabrikant (EMC) volgens EN60601-1-2: (WEINMANN Emergency Medical Technology GmbH + Co. KG, radio-ontstoring Frohbösestrasse 12, 22525 Hamburg) worden opgevraagd. bestendigheid tegen radiostoringen EN 55011 EN 61000-4 (delen 2 tot 6, 8 en 11) RTCA DO 160 G 5"...
  • Pagina 126: Technische Gegevens Accu

    Zie „12.1.6 Zuurstofconcentratie bij Air Mix-modus“, pagina 132. 100% O • No Air Mix-modus Persgasschroefdraad Buitendraad G 3/8 Aansluiting beademingsslang WEINMANN Emergency-specifiek Aansluitingen patiëntventiel WEINMANN Emergency-specifiek Levensduur apparaatingangsfilter 24 u in Air Mix-modus of 6 maanden Constructiewijzigingen voorbehouden. 12.1.2 Technische gegevens accu...
  • Pagina 127: Technische Gegevens Patiëntslangsysteem

    12 Bijlage 12.1.3 Technische gegevens patiëntslangsysteem Patiëntslangsysteem Patiëntslangsysteem Specificatie Lengte 2 m Lengte 3 m Werking: • temperatuurbereik -18°C tot +50°C 15% tot 95% • relatieve luchtvochtigheid Productklasse volgens richtlijn 93/42/EEG Opslag: • temperatuurbereik -30°C tot +70°C Maximaal 95% • relatieve luchtvochtigheid Patiëntventiel: 15 mm binnenconus...
  • Pagina 128 12 Bijlage Drukvermindering [hPa] over het traject van de inspiratorische en expiratorische stroming bij verschillende flows [l/min] volgens EN 794-3 (in combinatie met MEDUMAT Standard , meetpunt 1: patiëntaansluitopening) Patiëntslang- systeem (voor Patiëntslangsysteem Patiëntslangsysteem eenmalig (voor meermalig (voor eenmalig gebruik), gebruik), Flow gebruik), 2 m...
  • Pagina 129 12 Bijlage Drukvermindering [hPa] over het traject van de inspiratorische en expiratorische stroming bij verschillende flows [l/min] volgens EN 794-3 (in combinatie met MEDUMAT Standard , meetpunt 1: patiëntaansluitopening) Patiëntslangsysteem (voor Patiëntslangsysteem meermalig gebruik), 3 m (voor eenmalig gebruik), 3 m Flow [l/min] Zonder...
  • Pagina 130 12 Bijlage 12.1.4 Blokschakelschema Medumat Standard² Patiëntslangsysteem Drukse nso rs Veil igheids- Doseer- AirMix- Flow- Optione el: Persgas Drukregela ar Patiëntventiel Patiënt ventiel ventiel sensor HME-filte r noo dluchtven tiel App araatin- Omgeving slucht Injector gan gsfilter MEDUMAT Standard...
  • Pagina 131 12 Bijlage 12.1.5 Eigen O -verbruik van het apparaat Eigen verbruik [l/min] MEDUMAT Standard...
  • Pagina 132 12 Bijlage 12.1.6 Zuurstofconcentratie bij Air Mix-modus Het volgende diagram toont de zuurstofconcentratie voor de Air Mix-modus bij verschillende tegendrukken en adem-minuutvolumes. MEDUMAT Standard...
  • Pagina 133: Technische Gegevens Elektromagnetische Compatibiliteit (Emc)

    12 Bijlage 12.1.7 Technische gegevens elektromagnetische compatibiliteit (EMC) Medische elektrische hulpmiddelen zijn onderworpen aan bijzondere voorzorgsmaatregelen wat betreft elektromagnetische compatibliteit (EMC). Zij moeten volgens de in de begeleidende documentatie vermelde EMC-aanwijzingen geïnstalleerd en in gebruik genomen worden. Veiligheidsafstanden Aanbevolen veiligheidsafstanden tussen draagbare en mobiele HF-telecommunicatie-apparaten en MEDUMAT Standard MEDUMAT Standard is bestemd voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin de HF-...
  • Pagina 134: Berekening Van Het Lichaamsgewicht Via De Lengte

    12 Bijlage 12.2 Berekening van het lichaamsgewicht via de lengte In het startmenu kunt u onder het menupunt Nieuwe patiënt (zie „4.7.3 Beademingsmodus voor nieuwe patiënt kiezen“, pagina de lengte van de patiënt instellen. Uit de ingestelde lengte en het bijbehorende ideale lichaamsgewicht (IBW = Ideal Body Weight) berekent het apparaat de passende beademingsparameters.
  • Pagina 135: Geëxporteerde Logbestanden

    12 Bijlage 12.3 Geëxporteerde logbestanden Wanneer u logbestanden naar een SD-kaart heeft geëxporteerd (zie „5.3.3 Import/export“, pagina 73), vindt u op de SD-kaart de volgende bestanden: Bestandsnaam Beschrijving debug Ondersteunt bij de communicatie in geval van service. status Ondersteunt bij de communicatie in geval van service. fcheck Registratie van de uitgevoerde functiecontroles (zie 12.3.1, pag.
  • Pagina 136: Kolombenaming

    12 Bijlage Kolombenaming Beschrijving #date Datum van de functiecontrole time Tijd van de functiecontrole sequence Doorlopend gebruiksnummer Alleen voor servicedoeleinden fcheck Alleen voor servicedoeleinden result Resultaat van de functiecontrole alarmsystem Controle van de optische en akoestische alarmen buttontest Controle van de toetsen en navigatieknoppen temperature Controle van de temperatuur binnenin het apparaat pressure...
  • Pagina 137: Omvang Van De Levering

    Overdrachtprotocol WM 16318 Gebruiksaanwijzing MEDUMAT Standard WM 68015 12.4.2 Accessoires U kunt indien nodig accessoires apart bestellen. Een actuele lijst met accessoires kunt u op internet op www.weinmann- emergency.de of via uw speciaalzaak verkrijgen. Artikel- Onderdeel nummer MEDUtrigger 3 m...
  • Pagina 138: Reserveonderdelen

    G 3/8 of op aanvraag stekker voor zuurstoftoevoer 12.4.3 Reserveonderdelen U kunt indien nodig reserveonderdelen apart bestellen. Een actuele lijst met reserveonderdelen kunt u op internet op www.weinmann-emergency.de of via uw speciaalzaak verkrijgen. MEDUMAT Standard...
  • Pagina 139: Garantie

    12 Bijlage 12.5 Garantie WEINMANN Emergency verleent de klant van een nieuw origineel WEINMANN Emergency-product en een door WEINMANN Emergency gemonteerd reserveonderdeel een beperkte fabrieksgarantie volgens de voor het desbetreffende product geldende garantievoorwaarden en hierna vermelde garantieperiodes vanaf datum aankoop. De garantievoorwaarden kunnen op internet op www.weinmann-emergency.de worden...
  • Pagina 140 WEINMANN Emergency Medical Technology GmbH + Co. KG Frohboesestrasse 12 22525 Hamburg GERMANY E: customerservice@weinmann-emt.de www.weinmann-emergency.de T: +49 40 88 18 96-120 F: +49 40 88 18 96-481 Center for Production, Logistics, Service WEINMANN Emergency Medical Technology GmbH + Co. KG...

Inhoudsopgave