5.10 Gebeurtenis handmatig opslaan in
het gebruiksgegevensrecord
Gemeten waarden en uitgevoerde gebruikersacties op het
apparaat worden opgeslagen in het interne geheugen en op de
SD-kaart.
Met de gebeurtenistoets
automatisch door het apparaat worden geregistreerd (bijv.
intubatie, toediening van medicijnen, enz.) in het record worden
opgeslagen om ze naderhand bij de evaluatie in de tijd te kunnen
plaatsen.
Voorwaarde
•
•
1. Gebeurtenistoets
Resultaat
Het apparaat slaat een gebeurtenis met de aanduiding
Handmatige gebeurtenis op in het gebruiksgegevensrecord en
er klinkt een bevestigingssignaal.
5.11 Apparaat na gebruik voorbereiden
voor hergebruik
1. Wegwerpartikelen van de patiënt afhalen en als afval
2. Kort meegaande NIBP-manchetten van de patiënt afhalen en
3. Indien nodig: nieuwe kort meegaande NIBP-manchetten met
Het apparaat is ingeschakeld
pagina
78).
De patiëntgroep is ingesteld
pagina
80).
verwijderen:
•
defibrillatie-elektroden
•
ECG-elektroden
•
pulsoxymetrie-wegwerpsensor
•
NIBP-wegwerpmanchet voor pasgeborenen
gebruikstijd controleren.
het apparaat verbinden.
kunnen ook gebeurtenissen die niet
(zie "5.1 Apparaat inschakelen",
(zie "5.4 Patiëntgroep kiezen",
indrukken.
MEDUCORE Standard
5 Bediening
2
NL
101