Nr.
Naam
Patiëntgroep
6
Modusweergave
7
Alarmgrenzen
8
Alarm-uit indicatie
9
AED-instructieteksten
10
Metronoomschakelaar
11
Monitormodus
12
Handmatige modus (alleen bij optie
13
Handmatige defibrillatie)
ECG-kalibratie
14
NIBP
15
Pols
16
SpO
17
2
Middelste curveveld
18
HF
19
Bovenste curveveld
20
SD-kaartindicatie
21
Beschrijving
Geeft de gekozen patiëntgroep aan:
•
Volwassen
•
Kind
Geeft de actueel gekozen modus aan.
Geeft de ingestelde alarmgrenzen aan.
Geeft aan of de alarmuitvoer in de AED-modus is
gedeactiveerd.
Geven handelingsinstructies voor de uitvoering van de
hart-longreanimatie.
Schakelt het metronoomalgoritme heen en weer
tussen twee instellingen:
•
15:2 /30:2:
15/30 hartdrukmassages met
2 beademingsslagen
•
Intub.: continue hartdrukmassage
Geeft toegang tot de monitormodus.
Geeft toegang tot de handmatige modus.
Geeft de amplitude aan die overeenkomt met 1 mV
van het ECG-signaal.
Geeft de bloeddruk aan.
Geeft de polsfrequentie aan.
Geeft de zuurstofsaturatie aan.
Geeft de plethysmogram weer.
Geeft de hartfrequentie aan.
Geeft de ECG-afleiding weer (Pad, II).
Geeft de status van de SD-kaart aan.
MEDUCORE Standard
3 Beschrijving
2
NL
33