Gebruik
6.8
Bediening van de verwarming
(cabine-uitvoering)
•
Verwarmingsklep (6-49/1) openen, door deze
tegen de richting van de klokwijzers te
draaien.
In de zomer moet de verwarmings-
klep altijd gesloten zijn.
•
Startschakelaar staat in stand RUN.
•
Ventilatorschakelaar (6-50/1) in stand LO of
HI zetten.
•
Bij bedrijfswarme motor stroomt de verwar-
mingslucht uit de luchtverstuivers onder de
bestuurdersstoel (6-51/1) en bij de voorruit
(6-51/2). De luchtstroom kan in richting wor-
den afgesteld.
Om een warmtestuwing en daar-
mee beschadigingen aan het ven-
tilatiesysteem te voorkomen, lucht-
verstuivers niet met in bedrijf ge-
stelde verwarming met voorwerpen
(bijvoorbeeld tassen of kledingstuk-
ken) afdekken.
RG248-8144-1 - STAND 01.06.2004
Afb. 6-49
Afb. 6-50
Afb. 6-51
GEBRUIKSAANWIJZING
1
1
1
2
6 - 27