Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Het laadvlak aan de achterzijde van het transportvoertuig met voldoende grote steunen onder-
steunen.
De laadperrons moeten breder zijn dan de rupsband van de graafmachine en zijdelings zijn
voorzien van dwarsverbindingen.
Het transportvoertuig moet voor de last van de graafmachine zijn uitgevoerd.
Het linker en rechter laadperron zodanig plaatsen, dat de middenlijn van het transportvoertuig op
de middenlijn van de te laden graafmachine komt te liggen.
Het oprijden van de graafmachine op het transportvoertuig zonder oprit met gebruikmaking van
de boom is verboden.
De parkeerrem van het transportvoertuig aantrekken en alle wielen van het transportvoertuig
aan voor- en achterzijde met wiggen borgen.
De graafmachine moet met wiggen resp. kettingen of geschikte spanriemen op het trans-
portvoertuig tegen wegglijden worden geborgd. De wiggen moeten met geschikte materialen aan
de rupsbanden van de graafmachine en aan het transportvoertuig worden geborgd. De bestuur-
der van het transportvoertuig is verantwoordelijk voor de veilige bevestiging van de graafmachine
op het voertuig.
Voor het op- en afrijden van het transportvoertuig moet een begeleider worden ingedeeld. Deze
begeleider is verantwoordelijk voor het veilig laden of lossen. De graafmachine mag hierbij alleen
op de tekens van de begeleider worden verplaatst; de bestuurder en begeleider moeten constant
oogcontact hebben. Indien het oogcontact verloren gaat, moet de bestuurder de graafmachine
onmiddellijk stoppen.
Tijdens het rijden met geladen graafmachine moet altijd een afstand van 1,0 m tot bovenleidingen
worden aangehouden. Het geldende verkeersreglement moet worden opgevolgd.
3.2

Bergen

Veiligheidsbepalingen volgens para-
graaf 2 en 3.1.1 opvolgen.
Het bergen mag alleen over een
kleine afstand en stapvoets plaats-
vinden.
Sleepstang resp. -kabel aan het trekoog (3-
1) van de graafmachine en aan het trek-
voertuig bevestigen. Daarbij moet de sleep-
stang loodrecht op de voertuigen gericht zijn.
Bij het bergen bevindt zich de gebruiker op
de bestuurdersplaats.
Met het trekvoertuig langzaam wegrijden, om
een plotselinge belasting te voorkomen.
3 - 2
Afb. 3-1
GEBRUIKSAANWIJZING
Transport
RG248-8144-1 - STAND 01.06.2004

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Kx 71-3

Inhoudsopgave