Veiligheidsgordel
•
Veiligheidsgordel omdoen.
•
Lengte van de veiligheidsgordel zo afstellen, dat de gordel nauw op het lichaam aansluit maar
niet stoort.
Het gebruik van de graafmachine zonder aangesloten veiligheidsgordel is verboden.
Afstellen van de buitenspiegels
•
Afstelling van de buitenspiegels controleren en zo nodig de afstelling zodanig veranderen, dat
een optimaal zicht gewaarborgd is.
6.3.3 Starten van de motor
Voordat de graafmachine voor de eerste keer op een werkdag wordt gestart, moeten de
werkzaamheden vóór het dagelijks in bedrijf stellen worden uitgevoerd, zie paragraaf
6.3.1.
Waarborgen, dat zich geen personen in het bereik van de graafmachine bevinden. In-
dien niet kan worden voorkomen, dat zich personen in de buurt van de graafmachine
bevinden, moeten deze worden gewaarschuwd door kort te claxonneren.
Waarborgen, dat alle bedieningselementen in de neutrale stand staan.
Het starten van de graafmachine is alleen toegestaan, indien de gebruiker op de
bestuurdersstoel zit.
Voordat de motor wordt gestart, moet de werkplaats voor de desbetreffende gebruiker
worden ingericht, zie paragraaf 6.3.2.
Startpoging onderbreken, indien de motor bij het starten niet onmiddellijk aanslaat. Na
een korte wachttijd opnieuw proberen te starten. Indien de motor na meerdere start-
pogingen niet aanslaat, moet vakpersoneel op de hoogte worden gesteld. Indien de
accu's zijn ontladen, moet de graafmachine met externe hulp worden gestart, zie para-
graaf 6.13.
6 - 10
GEBRUIKSAANWIJZING
Gebruik
RG248-8144-1 - STAND 01.06.2004