Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
Inhoudsopgave

Advertenties

Gebruik

Bestuurdersstoel afstellen

De bestuurdersstoel moet zodanig worden afgesteld, dat een moeiteloos en aange-
naam werken kan plaatsvinden. Alle bedieningselementen moeten veilig kunnen wor-
den gebruikt.
Lengteverstelling van de zitting (zitafstand)
De lengteverstelhendel (6-13/5) omhoog trek-
ken en door voorwaarts en terugschuiven van
de zitting een passende zitpositie afstellen;
vervolgens de hendel loslaten.
Waarborgen, dat de zitting is ver-
grendeld.
Afstelling van de veervoorspanning (gewicht bestuurder)
Met de draaigreep (6-13/4) kan de stoel op het gewicht van de bestuurder worden afgesteld. Als
afstelhulp is de gewichtsindicator (6-13/3) aangebracht.
Door het verdraaien van de draaigreep in de richting van de klokwijzers wordt de veerspanning
verhoogd (voor een zware gebruiker); door het verdraaien van de draaigreep tegen de richting
van de klokwijzers wordt de veerspanning verlaagd (voor een lichte gebruiker).
De stoel zo afstellen, dat een goed veringscomfort wordt bereikt.
Afstelling van de zithoogte (lengte onderbeen van gebruiker)
De afstelling van de zithoogte vindt plaats door het verdraaien van de draaiknop (6-13/2). De
zithoogte is afhankelijk van het ingestelde cijfer (0, I, II, III), waarbij de stand 0 de laagste afstel-
mogelijkheid is. De zithoogte in combinatie met de zitafstand zo afstellen, dat de bedienings-
elementen, die met de voeten worden bediend, veilig kunnen worden bediend.
Afstelling van de rugleuning
De rugleuning iets ontlasten en de hendel (6-13/1) omhoog trekken, door het naar voren buigen
of terugleunen de gewenste zitpositie afstellen; hendel loslaten. De rugleuning moet zodanig
worden afgesteld, dat de bedieningshendels bij compleet aanliggende rug van de gebruiker veilig
kunnen worden bediend.
RG248-8144-1 - STAND 01.06.2004
6
5
Afb. 6-13
GEBRUIKSAANWIJZING
4
3
2
1
6 - 9

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Kx 71-3

Inhoudsopgave