Rijden door bochten
Het rijden door bochten is beschreven voor de rijrichting vooruit met het dozerblad aan
de voorzijde. Indien het dozerblad zich aan de achterzijde bevindt, vinden de stuur-
bewegingen tegengesteld plaats.
Tijdens het rijden door bochten erop letten, dat zich geen personen in het zwenkbereik
van de graafmachine bevinden.
Gedurende het rijden
•
Linker rijhendel in richting neutrale stand trek-
ken; rechter rijhendel naar voren gedrukt la-
ten.
(A) De graafmachine rijdt een linker bocht (6-22).
Vanuit stilstand
•
Rechter rijhendel in de neutrale stand laten;
linker rijhendel naar voren drukken. De draai-
cirkel wordt in dit geval bepaald door de rech-
ter rupsband.
(A) De graafmachine rijdt een rechter bocht (6-23).
6 - 16
Afb. 6-22
Afb. 6-23
GEBRUIKSAANWIJZING
Gebruik
RG248-8144-1 - STAND 01.06.2004