Opbouw en werking
5.2.3 Bedieningselementen
De bedieningselementen (5-6) bevatten de vol-
gende onderdelen:
1. Linker bedieningshendel
2. Bedieningshendelvergrendeling
3. Service-Port-pedaal
4. Rijhendel linker rupsband
5. Rijhendel rechter rupsband
6. Boomzwenkpedaal
7. Rechter bedieningshendel
8. Claxondrukknop
9. Dozerbladhendel
Beschrijving van de bedieningselementen, zie afb. 5-6
1. Linker bedieningshendel
Met de linker bedieningshendel kan de bovenwagen worden gezwenkt en de arm worden bewo-
gen.
bovenwagen
draaien
naar links
2. Vergrendeling bedieningshendel
Ten behoeve van het in- en uitstappen in de cabine wordt de console geheven, door de vergren-
deling van de bedieningshendel omhoog te trekken. De motor kan alleen met geheven console
worden gestart. De bedieningselementen werken alleen met neergelaten console en met de
vergrendeling van de bedieningshendel (5-5/3) in stand "beneden".
Bij graafmachines met cabine is alleen de linker bedieningshendelvergrendeling gemon-
teerd.
3. Service-Port-pedaal
Met het Service-Port-pedaal kan extra apparatuur worden bediend.
4./
5. Rijhendel linker en rechter rupsband
Met deze rijhendels kan de graafmachine vooruit, achteruit en in bochten worden gereden. De
linker rijhendel stuurt de linker en de rechter rijhendel de rechter rupsband. Bij het rijden door
bochten kan tevens slechts één rijhendel worden bediend.
RG248-8144-1 - STAND 01.06.2004
Afb. 5-6
arm
uitzwenken
bovenwagen
draaien
naar rechts
arm
intrekken
GEBRUIKSAANWIJZING
1
2
3
4
5
6
rijrichting
7
8
2
9
5 - 5