KINDERVEILIGHEID: bevestiging met autogordel
Installatieschema voor vijfzits breakuitvoering
L E V E N S G E VA A R
GEVAAR
VAN
LETSEL: voordat u een kinder-
zitje achterstevoren op deze
stoel plaatst, moet u controleren of de
passagiersairbag voor is uitgeschakeld.
➥ 1.52.
1.42
Door het gebruik van een niet
bij de auto passend kinder-
O F
veiligheidssysteem wordt de
ERNSTIG
baby of het kind niet correct be-
schermd. Het kan ernstig of zelfs dode-
lijk letsel oplopen.
(1/6)
³
voordat u een passagier laat plaatsnemen of
een kinderzitje installeert.
²
van een kinderzitje.
Kinderzitje bevestigd met
behulp van de gordel
¬
ging met de gordel van een als "Universeel"
goedgekeurd zitje.
B2: stoel waarop een kinderzitje met "B2"
goedkeuring mag worden bevestigd via de
autogordel.
B3: Stoel waarop een kinderzitje met "B3"
goedkeuring mag worden bevestigd via de
autogordel.
Pas indien nodig de zitpositie aan.
Controleer de staat van de airbag
Plaats verboden voor het installeren
Plaats toegelaten voor de bevesti-
Controleer of uw kind altijd
vastzit en het harnas of de
gordel correct is afgesteld en
aangepast ➥ 1.20.