PEILEN,
FILTERS (3/3)
3
Voorruitsproeierreservoir
Bijvullen: Open met stilstaande motor de
dop 3 en vul bij totdat u de vloeistof ziet.
Sluit de dop weer.
Opmerking: controleer regelmatig het peil
van het reservoir en vul dit bij voordat u
begint aan een rit.
Dit reservoir voedt de ruitensproeiers voor
en achter, als de auto hiermee uitgerust is.
Vloeistof
Product voor ruitensproeiers. Gebruik 's win-
ters een antivriesmiddel. Gebruik producten
die erkend zijn door een merkdealer.
Sproeiers Raadpleeg een merkdealer om
de sproeiers van de voorruit op de juiste
hoogte te richten.
Controleer bij werkzaamheden
onder de motorkap, of de scha-
kelaar van de ruitenwisser in
de stand uit staat.
Risico van verwonding.
Filters
Het vervangen van de filters (luchtfilter, inte-
rieurfilter, brandstoffilter) maakt deel uit van
het onderhoudsprogramma van uw auto.
Interval voor het vervangen van de fil-
ters: raadpleeg het onderhoudsdocument
van uw auto.
Let op bij werkzaamheden
dicht bij de motor, deze kan
nog warm zijn. Bovendien
kan de ventilateurmotor on-
verwacht gaan draaien. Het waarschu-
y
wingslampje
in de motorruimte
herinnert u hieraan.
Risico van verwonding.
4.11