VOORSTOELEN (
1/2)
2
1
Stoel vooruit of achteruit
schuiven
Til de stang 1 op en houd deze vast om de
stoel te ontgrendelen. In de gewenste stand
laat u de stang 1 los. Controleer of de stoel
vergrendeld is.
Zitting hoger of lager zetten
(afhankelijk van de auto)
Beweeg de hendel 2 zo vaak als nodig is
omhoog of omlaag tot de gewenste positie
is bereikt.
3
Rugleuning verstellen
Draai aan de knop 3, of, afhankelijk van het
voertuig, trek aan de hendel 4 om de stoel
terug te kantelen naar de gewenste positie.
Controleer of de stoel goed vastzit.
Armsteun voor 5
(afhankelijk van de auto)
De armsteun gebruiken
Laat de armsteun 5 zakken naar de horizon-
tale positie.
De armsteun opbergen
Til de armsteun 5 omhoog naar de opberg-
stand naast de rugleuning.
4
5
1.15