FUNCTIE STOP AND START
Bijzonderheid van het automatisch weer
starten van de motor
Onder bepaalde omstandigheden kan de
motor vanzelf weer starten om uw veiligheid
en uw comfort te waarborgen.
Dat kan zich met name voordoen wanneer:
– de buitentemperatuur is te hoog of te
laag;
– de accu onvoldoende geladen is;
– de rijsnelheid van de auto hoger is dan
5 km/u (bij afdalen);
– het rempedaal herhaaldelijk wordt inge-
drukt of er vaak wordt geremd;
– ...
Het
waarschuwingslampje op het in-
strumentenpaneel licht op om u te melden
dat de motor automatisch opnieuw wordt ge-
start.
Bijzonderheid: afhankelijk van de auto
wordt in sommige omstandigheden au-
tomatisch opnieuw starten van de motor
verhinderd als een portier is geopend.
(3/3)
Inschakelen, uitschakelen van
de functie
Druk de schakelaar 1 in om de functie uit
te schakelen. Het schakelaarlampje 1 ver-
schijnt.
Met nog een keer indrukken schakelt het
systeem weer in. Het 1 waarschuwings-
lampje in de schakelaar dooft.
Bijzonderheid: druk met de motor in
standby op de schakelaar 1 om de motor
automatisch te herstarten.
Het systeem wordt automatisch weer in-
geschakeld bij elke vrijwillige start van het
voertuig door het indrukken van de start-
knop. ➥ 2.3.
Storingen
Wanneer het bericht "Stop & Start controle-
ren" op het instrumentenpaneel verschijnt
en het schakelaarlampje 1 aan is, geeft dit
aan dat het systeem uitgeschakeld is.
Raadpleeg een merkdealer.
1
Voordat de auto wordt verlaten,
MOET de motor worden afge-
zet (en niet op stand-by worden
gezet). ➥ 2.3.
2.7