VERLICHTING EN SIGNALEN
1
2
Functie "uitschakelvertraging"
(afhankelijk van de auto)
Met deze functie blijven de dimlichten korte
tijd branden (voor het verlichten van het
openen een hek, enz.).
Als de motor en de lichten uitgescha-
keld zijn, de 2 ring op AUTO staat, trekt u
de hendel 1 naar u toe: de markeringslichten
en dimlichten gaan ongeveer 30 seconden
aan samen met de waarschuwingslampjes
š
k
en
op het instrumentenpa-
neel.
1.86
(4/4)
Om deze tijd te verlengen, kunt u de scha-
kelaar tot vier keer naar u toe trekken (de
maximale tijd is twee minuten).
Het bericht "Follow me home_ _ _ˮ verschijnt
samen met de oplichttijd op het instrumen-
tenpaneel om deze handeling te bevestigen.
Daarna kunt u uw auto vergrendelen.
Om de verlichting uit te schakelen voordat
deze automatisch uitschakelt, verdraait u de
ring 2 (de stand is onbelangrijk) en draait u
deze daarna terug in de stand AUTO.