Advertenties
PASSAGIERSSTOELEN VOORIN: functies
A
Afhankelijk van de auto kan de passagiers-
stoel voorin in de tafelstand worden gezet of
worden neergeklapt om grote voorwerpen te
kunnen vervoeren.
De hoofdsteun is een veilig-
heidsorgaan dat altijd op zijn
plaats moet zitten en goed
moet zijn afgesteld. De afstand
tussen uw hoofd en sectie A moet zo
klein mogelijk zijn. Hij geeft een maxi-
male beveiliging als de bovenkant van
de hoofdsteun op gelijke hoogte is met
de kruin.
(1/2)
2
1
Tafelbladstand
– Verschuif de stoel zo ver mogelijk naar
achteren ➥ 1.15;
– zet de hoofdsteun 3 zo laag mogelijk
➥ 1.14;
– houd de rugleuning aan de bovenkant
vast 2 voor het omlaag zetten;
– trek de hendel 1 omhoog en klap de rug-
leuning 2 neer naar de voorkant van het
voertuig;
– druk de rugleuning omlaag totdat deze is
vergrendeld;
– zorg dat er geen voorwerp het bewegen
van de stoel hindert.
Controleer voordat u de stoel weer in de
comfortstand zet of er bij het verschuiven
van de stoel geen voorwerpen in de weg
zitten.
– Trek de handgreep 1 omhoog;
– zet de rugleuning 2 omhoog;
3
– controleer of deze juist is vergrendeld;
– plaats de hoofdsteun 3 terug;
– vergeet niet om de voorpassagiersairbag
weer in te schakelen voordat iemand in
de stoel plaatsneemt ➥ 1.52.
Voer deze verstellingen uitslui-
tend uit als de auto stilstaat.
Wanneer de rugleuning van de
voorstoel in de tafelstand staat
of neergeklapt is, moet u afhan-
kelijk van het model de voorste
passagiersairbag uitschakelen ➥ 1.52.
Gevaar van ernstige verwonding als
voorwerpen die zijn geplaatst op de rug-
leuning in de tafelstand, worden wegge-
slingerd wanneer de airbagairbag wordt
geactiveerd.
1.17
Advertenties
Hoofdstukken
