BRANDSTOFTANK
(3/4)
Tanken van brandstof
Wanneer het contact uit is, drukt u met het
vulpistool de klep open en steekt u deze zo
ver mogelijk naar binnen voordat u met
tanken begint (spatgevaar).
Houd tijdens het tanken het vulpistool in
deze stand tot u klaar bent met tanken. Als
het vulpistool automatisch is afgeslagen,
mag u het nog maximaal twee keer gebrui-
ken, om voldoende ruimte in de tank over te
houden voor het uitzetten van de brandstof.
Let op dat bij het tanken geen water bij de
brandstof komt. De klep en de omgeving
ervan moeten schoon blijven.
Benzinemotor
Schade die ontstaan is als gevolg van het
tanken van loodhoudende benzine wordt
niet door de fabrieksgarantie gedekt.
Om te voorkomen dat er abusievelijk lood-
houdende benzine wordt getankt, heeft de
vulhals een nauwe doorlaat met een veilig-
heidssysteem waarin alleen een vulpistool
met ongelode benzine past.
Aanhoudende stank
van brandstof
In geval van een aanhoudende
stank van brandstof, moet u:
– onmiddellijk stoppen, rekening hou-
dend met het overige verkeer en het
contact afzetten;
– de alarmknipperlichten aanzetten en
alle passagiers uit laten stappen en
ze ver van het verkeer houden;
– roep de hulp in van een merkdealer.
bijzonderheid
Bij het stoppen van de auto gedurende on-
geveer 3 maanden moet u brandstof toe-
voegen om te voorkomen dat de brand-
stofpomp beschadigt.
Om dit te doen, met het contact uit, vult u
ten minste 5 liter bij. Start vervolgens de
motor om de pomp in werking te zetten en
de brandstof in het brandstofcircuit te ver-
versen.
Als het niet mogelijk om ten minste 5 liter
brandstof toe te voegen vanwege het brand-
stofpeil in de tank, rijd dan door tot de tank
de gewenste capaciteit heeft.
1.97