72
Verlichting
U kunt kortstondig knipperen door de
richtingaanwijzerhendel net voor het
weerstandspunt vast te houden. De
richtingaanwijzers zullen dan knippe‐
ren totdat de richtingaanwijzerhendel
wordt losgelaten.
Voor het activeren van vijf knippersig‐
nalen tikt u kort tegen de richtingaan‐
wijzerhendel zonder tot voorbij het
weerstandspunt te gaan.
Mistlampen voor
Draai het stelwiel in de stand D.
Om in te schakelen > indrukken.
Lichtschakelaar in de stand 2: bij het
inschakelen van de mistlampen voor
worden de koplampen automatisch
ingeschakeld.
Mistachterlicht
Draai het stelwiel in de stand D.
Om in te schakelen H indrukken.