3. Draai de zes bevestigingsbouten
uit de lamphouder. Open de drie
borgnokken en trek de lamphou‐
der uit de behuizing.
4. Vervang de betreffende lamp:
Remlicht (1)
Remlicht/parkeerlicht (2)
Richtingaanwijzer/alarmknipper‐
licht (3)
Achteruitrijlicht (4)
Mistachterlicht (5)
5. Ga als volgt te werk om de lampen
1 t/m 3 te vervangen:
Draai de lamp linksom eruit.
Plaats een nieuwe lamp in de
lampfitting.
Ga als volgt te werk om de lampen
4 en 5 te vervangen:
Haal de lamp uit de lampfitting
door deze eruit te trekken.
Plaats een nieuwe lamp in de
lampfitting.
Verzorging van de auto
Carrosserievarianten
1. Draai de vier bevestigingsbouten
eruit. Trek de glasmodule eruit.
2. Vervang de betreffende lamp:
Richtingaanwijzer/alarmknipper‐
licht (1)
Remlicht (2)
Parkeerlicht (3)
Achteruitrijlicht (4)
Mistachterlicht (5)
3. Ga als volgt te werk om de lampen
1 en 2 te vervangen:
Draai de lamp linksom eruit.
163