Inhoudsopgave
Advertenties
8
Sleutels, portieren en ruiten
Druk op T om te ontgrendelen.
Bagageruimte
Druk op U om te ontgrendelen.
Druk op U om te vergrendelen of
ontgrendelen. Het led-lampje licht op
wanneer vergrendeld.
Bevestiging
De werking van de centrale vergren‐
deling wordt bevestigd door de alarm‐
knipperlichten.
Centrale vergrendelingstoets
Alle portieren, de achterklep en de
tankvulklep zijn vanuit de passagiers‐
ruimte te vergrendelen of ontgrende‐
len.
Druk op b om te vergrendelen. De led
in de toets brandt bij ingeschakelde
ontsteking en knippert bij uitgescha‐
keld contact.
Druk nogmaals op b om te ontgren‐
delen. Het led-lampje in de toets
dooft.
Bediening met de sleutel
Steek de sleutel in het slot van het
bestuurdersportier om de auto te
vergrendelen of te ontgrendelen.
Wanneer de accu van de auto ontla‐
den is of bij een storing in de centrale
vergrendeling wordt alleen het
bestuurdersportier vergrendeld of
ontgrendeld.
U kunt het passagiersportier voor
vergrendelen door de sleutel erin te
steken en deze omhoog te draaien.
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
