18
Stoelen, veiligheidssystemen
Demonteren
Bijv. bij gebruik van een kinderveilig‐
heidssysteem 3 30.
Trek de hoofdsteun helemaal
omhoog. Druk beide ontgrendelings‐
knoppen in en trek de hoofdsteun
omhoog eruit.
Hoofdsteunen veilig opbergen in de
laadruimte.
Bij verwijderde hoofdsteunen
niemand op de desbetreffende
zitplaatsen vervoeren.
Monteren
Steek de stangen van de hoofdsteun
in de gaten ervan.
Laat de hoofdsteun zo ver mogelijk
zakken en zet deze omhoog (zo nodig
eerst beide ontgrendelingsknoppen
indrukken) totdat deze goed in de
gewenste stand vastklikt.
Voorstoelen
Stoelpositie
9 Waarschuwing
Alleen met een correct ingestelde
stoel rijden.
9 Gevaar
Altijd op minstens 25 cm afstand
van het stuurwiel zitten zodat de
airbag veilig in werking kan treden.
9 Waarschuwing
Stoelen nooit tijdens het rijden
verstellen, omdat ze ongecontro‐
leerd kunnen bewegen.
9 Waarschuwing
Nooit losse voorwerpen onder de
stoelen plaatsen.
Opbergvak onder passagiers‐
stoel, opbergvak 3 38.