Inhoudsopgave
Advertenties
Brandt bij een draaiende motor
Voorzichtig
Motorsmering kan worden onder‐
broken. Hierdoor kan de motor
beschadigd raken/kunnen de
wielen blokkeren.
Parkeer de auto en controleer het
motoroliepeil 3 153.
9 Waarschuwing
Bij uitgeschakelde motor gaat
remmen en sturen aanmerkelijk
zwaarder. Tijdens een Autostop
werkt de rembekrachtigingseen‐
heid nog altijd.
Verwijder de sleutel niet voordat
de auto stilstaat, anders kan het
stuurslot onverwacht ingescha‐
keld worden.
Laat de auto met de motor uitgescha‐
keld naar een werkplaats slepen.
Instrumenten en bedieningsorganen
Knippert bij een draaiende motor
De motoroliekwaliteit is achteruit
gegaan. Ververs de olie zo spoedig
mogelijk.
Het motorvermogen is mogelijk
beperkt.
Laat de auto met de motor uitgescha‐
keld naar een werkplaats slepen.
Te laag brandstofpeil
2 brandt geel.
Brandstofpeil in de tank is te laag.
Onmiddellijk bijtanken.
Tank nooit leegrijden.
Als r knippert, is er een storing in het
systeem. De hulp van een werkplaats
inroepen.
Katalysator 3 97.
Tanken 3 140.
Dieselbrandstofsysteem ontluchten
3 157.
Brandstoffilter aftappen
h brandt geel.
Het dieselbrandstoffilter bevat water.
Kans op schade aan het inspuitsys‐
teem.
De hulp van een werkplaats inroepen.
Startbeveiliging
M brandt geel.
De geplaatste contactsleutel is niet
herkend. De motor kan niet starten.
Gebruik een andere sleutel en laat de
defecte sleutel controleren.
Als M gedurende ca. 10 seconden
brandt wanneer het contact wordt
ingeschakeld, is het alarm geacti‐
veerd.
Roep de hulp van een werkplaats in
om de sloten te laten controleren.
Startbeveiliging 3 13.
Stop-startsysteem
n brandt of knippert op het Driver
Information Center.
Brandt
Er is een Autostop uitgevoerd.
59
Advertenties
Hoofdstukken
Inhoudsopgave
