176
Verzorging van de auto
Bestuurbaarheid en rijeigen‐
schappen worden mogelijk nade‐
lig beïnvloed.
Bij een lekke band:
Schakel de parkeerrem in en schakel
de eerste versnelling, achteruitver‐
snelling of stand P in.
De bandenreparatieset is opgebor‐
gen in een zak, in een van de voor‐
portieren.
Deze bevat:
● een beknopte gebruikershandlei‐
ding voor de reparatieset
● een patroon met het afdichtings‐
middel
● een compressor met een mano‐
meter en connectoren
● adapters voor het opblazen van
diverse componenten
1. Vulslang met een ring aan het
uiteinde.
2. Compressor
3. Schakelaar met stand (uit/aan):
J / I
4. Manometer
5. Patroon met het afdichtingsmid‐
del; sticker bovenop met het
opschrift max. 80 km/h moet na de
reparatie worden aangebracht op
het instrumentenpaneel.
6. Slang voor controleren en corri‐
geren van de bandenspanning
De band repareren
1. Draai de ventieldop van de
defecte band los.
2. Pak de vulslang en schroef de ring
op het ventiel van de band.
3. De schakelaar van de compres‐
sor moet op J staan.
4. Steek de compressorstekker in de
12V stekkerdoos of de aansteke‐
raansluiting.
Voor een goede werking mag u de
bandenreparatieset alleen
aansluiten op de 12V-aansluiting
voorin.