124
Rijden en bediening
Het systeem waarschuwt visueel in
elke buitenspiegel bij het detecteren
van snel naderende achterliggers.
Aanhangerdetectie
Als er een aanhanger aan de auto is
aangekoppeld, wordt de detectiezone
vergroot met de lengte van de
aanhanger.
U kunt in de Persoonlijke instellingen
3 66 twee verschillende lengtes
instellen:
● Maximumlengte: voor aanhan‐
gers met een lengte van meer
dan 9 meter.
● Automatische lengtedetectie: het
systeem detecteert de lengte van
de aanhanger automatisch (3
meter, 6 meter en 9 meter).
Wanneer de automatische detectie is
ingesteld, verschijnt het betreffende
lengtepictogram op het Driver Infor‐
mation Center.
Voor het inschakelen van de automa‐
tische lengtedetectie kan het nodig
zijn om 90° te draaien.
De waarschuwing kruisend verkeer
achter wordt gedeactiveerd zodra de
aanhangerdetectie is geactiveerd.
Waarschuwing kruisend verkeer
achter 3 127.
Gebruiksvoorwaarden
Voor een juiste werking moet aan de
volgende voorwaarden zijn voldaan:
● alle voertuigen rijden in dezelfde
richting en in aangrenzende rijst‐
roken
● uw auto rijdt sneller dan onge‐
veer 10 km/u.
● u haalt in met een relatief snel‐
heidsverschil kleiner dan
25 km/h
● u wordt ingehaald door een
ander voertuig met een relatief
snelheidsverschil kleiner dan
50 km/h
● de verkeersstroom is normaal
● u rijdt op een weggedeelte met
geen of weinig bochten
● de sensoren zijn niet bedekt met
modder, ijs of sneeuw
● de waarschuwingszones in de
buitenspiegels of de detectiezo‐
nes op de achterbumper zijn niet
bedekt